column Willem Nagel

column Willem Nagel

Koning

Opinie Columns

Mijn dochter en kleinzoon waren op bezoek. Ik redderde met taart en koffie en Tim zat op de bank, diep in zijn telefoon weggedoken. Marie deed haar best om het gesprek op gang te houden en informeerde bezorgd naar mijn kwalen, waar ik niet graag over spreek. Koortsachtig broedde ik op een manier om dit formele bezoek wat luchtiger te krijgen. We moesten naar buiten, dat was duidelijk. ‘Tim, heb je je wel eens voorgesteld hoe je als een vogel over de stad zou vliegen. Zeilend op een windvlaag, hoog boven de rode pannendaken?’ ‘Nee opa,’ mompelde hij terwijl hij iets op YouTube bekeek.

De jongen wordt groot, over een paar jaar zal ik tegen hem op moeten kijken. Hoe kan het dat kinderen met het verstrijken der jaren hun fantasie lijken te verliezen? Vervolgens zijn volwassenen de rest van hun leven druk doende om het weer terug te vinden.

Vroeger volstond het noemen van een paar woorden: ‘Vogel, toren, koning’ en het verhaal ontrolde zich als vanzelf tussen hem en mij. Misschien hielp het dat we dan hand in hand door de stad liepen. De vragen van Marie over mijn bloedsuiker en angina leidden ook wel erg af van dat wat belangrijk was.

‘Kom’, zei ik gedecideerd, ‘we gaan de Walburgiskerk beklimmen,’ en gaf ze hun jas terwijl de koffie nog niet op was. We betraden de kerk via een klein zijdeurtje en stommelden achter een gids aan in een eindeloze opwaartse wenteling. Tim riep enthousiast: ‘het is alsof we een oneindig slakkenhuis inlopen!’ Ik voelde me langzaamaan veranderen in een slak en gleed steeds trager over de stenen treden. Het kostte me de grootste moeite om mijn ademnood voor Marie te verbergen. Halverwege kwamen we bij de klokken en Tim mocht er met een hamer op slaan. De grootste heette Beatrix en bracht een majestueus geluid voort.

‘Afgelopen dinsdag was de Koning in de stad, hiernaast in het stadhuis,’ vertelde de gids. Tim keek hem met grote ogen aan. Slakkenhuis, toren, Koning, ik zag hoe hij alsnog in het verhaal dook. Boven keken we uit over de stad en stelden ons voor hoe Koning Willem Alexander in een lange hermelijnen mantel door de middeleeuwse straten schreed. In de krant had ik gelezen hoe hij daadwerkelijk de ochtend doorbracht. Het was een lang verhaal over een mevrouw met longproblemen die een wasdroger had gekregen van een stichting en daarover aan de koning mocht komen vertellen. Hier moest Tim erg om lachen. ‘Arme Koning,’ zei hij meewarig ‘van bovenaf gezien is een sprookje veel leuker dan als je erin zit.’

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant