Wethouder Sjoerd Wannet (links) feliciteert dichter Piet Gerbrandy en overhandigt hem de beeltenis van Ida Gerhardt, gemaakt door Herma Schellingerhoudt. Foto: Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau
Wethouder Sjoerd Wannet (links) feliciteert dichter Piet Gerbrandy en overhandigt hem de beeltenis van Ida Gerhardt, gemaakt door Herma Schellingerhoudt. Foto: Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau

Winnaar Ida Gerhardt Poëzieprijs laat de lezer genieten én leren

Cultuur

ZUTPHEN – Piet Gerbrandy (65) heeft zaterdagmiddag uit handen van de Zutphense wethouder Sjoerd Wannet de dertiende Ida Gerhardt Poëzieprijs ontvangen, die de Winterswijkse dichter in februari werd toegekend. De juryleden, dichters Sasja Janssen en Tsead Bruinja, oordeelden dat Gerbrandy’s dichtbundel Niets dan dit. Een lijflied voor de ziel de best geslaagde is van de in totaal 190 bundels uit 2022 en 2023 die waren ingezonden.

Door Sander Grootendorst

De uitreiking had plaats in het scriptorium van het vroegere Broederenklooster. De muzikale omlijsting was in handen van Frank van Veldhoven (onder meer saxofoon) en Chris Frieswijk (onder meer handpan), maar hier kan het al te geijkte begin van dit artikel meteen stoppen, want ‘omlijsting’ is niet het goede woord. De muziek ging een verband aan met de poëzie, de muzikanten leidden de voordracht van het juryrapport met één specifieke toon in: de fis.

De fis is een wezenlijke noot voor Piet Gerbrandy, maakte de jury duidelijk. “Eén individuele klank”, die de dichter en daarmee de lezer van het donker naar het licht voert. Het is in de bundel het startpunt voor een “poëtisch zelfonderzoek dat zich richt op de essentie van ons bestaan”. En dat “in een taal die aangenaam fysiek is”, vindt de jury. De bundel is tevens een “leerdicht”, het heeft een educatief karakter. “Ook zonder de verwijzingen uit te diepen kun je enorm genieten van dit werk, maar als leerdicht wil het de lezer wel iets meegeven.”

Om beurten lazen Janssen en Bruinja uit het rapport voor, alsof het zelf een (lang) gedicht was. Op de achterste rijen was het helaas niet goed verstaanbaar. Geen nood: het is op de website van Zutphen Literair binnenkort te lezen, verzekerde voorzitter August Hans den Boef.

Gespierd en zingend
Nog één karakterisering, bij monde van Bruinja: “Niets dan dit is een droom, een lied dat vormgegeven of misschien beter gezegd uitgevoerd wordt door gespierd en zingend denken.” Zo gaat dat als de juryleden zelf ook dichters zijn: houd de oren gespitst en laat zo’n zin tot je doordringen. Hoe treffend, hoe mooi!

Wethouder Wannet liet zich evenmin onbetuigd. Hij noemde de bundel “een diepgaande beschouwing over liefde en vergankelijkheid”.  Dat gedichten daartoe het medium zijn, geeft aan hoe belangrijk poëzie “vandaag de dag” is, stelde hij. Poëzie benadrukt dat “taal ons tot mensen maakt”. “En waar taal vooral functioneel ingezet wordt, is poëzie net die stap verder en raakt de ziel. Ik hoop dat poëzie als kunstvorm blijvend zal resoneren in de harten van velen.”  Gerhardt (1905-1997) droeg in ditzelfde scriptorium ooit haar lange gedicht Dolen en dromen voor. Wannet: “Dat de naar haar genoemde prijs hier wordt uitgereikt, past in een Zutphense literaire traditie.” Gerhardts beeltenis staat in ware grootte op de IJsselkade en in miniatuurvorm nu ergens in het huis van Gerbrandy. In beide gevallen vervaardigd door de Zutphense kunstenaar Herma Schellingerhoudt.

Geen fan
De laureaat vertelde dat hij zelf geen fan is van Gerhardts poëzie, al was zij net als hij classicus van beroep en komt in het werk van beiden de klassieke oudheid ruim aan bod. Gerbrandy: “Ik heb eens een lezing gehouden in Zutphen voor het Ida Gerhardt Genootschap en toen ben ik bijna gelyncht. Maar wat zij op het gebied van het leerdicht heeft gedaan kan ik dan wel weer waarderen.” Het leerdicht gaat terug tot klassieke dichters als Lucretius en Vergilius, Gerhardts favorieten.

Gerbrandy droeg drie gedichten voor, waarvan het eerste betrekking had op de “enorme zwerfkei” in hartje Winterswijk. “Op het plein staat een steen uit het noorden/ te staan metershoog omringd door een twaalftal/ kleinere ontheemden […]”

Ook twee bevriende collega-dichters kwamen aan het woord: Henk van der Waal (in 2012 was de Ida Gerhardtprijs voor hem) en Hans ten Berge (die in 2006 de P.C.Hooftprijs kreeg). Zutphenaar Ten Berge (85) droeg uit zijn bundel Kinderoog met zijn sonoor-heldere stemgeluid gedichten voor over zijn jeugd rond het einde van de Tweede Wereldoorlog. Plus een nieuw gedicht, getiteld Operatie Hemelbrood, over voedseldroppings door de geallieerden. “We zien het nu weer gebeuren. En waarschijnlijk is het nog iets erger dan toen.”

Zo bracht de poëzie de aanwezigen op het eind van de feestelijke bijeenkomst in de minder feestelijke actualiteit. Maar het muziekduo had eerder in het programma niet voor niets gezongen: “We gaan door!” En presentator Tim Pardijs (ex-stadsdichter) haalde ter afsluiting nog één keer de bekroonde dichter aan: “Piet zou zeggen: Alles wat verdwijnt, blijft aanwezig. Al kun je er niet meer bij.” 

zutphenliterair.nl

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant