Voordat burgemeester Wimar Jaeger per trekker koers zet naar het museum, krijgt hij een korte uitleg van de Heufse agrariër Erik Jansen. Foto: Ineke Hissink
Voordat burgemeester Wimar Jaeger per trekker koers zet naar het museum, krijgt hij een korte uitleg van de Heufse agrariër Erik Jansen. Foto: Ineke Hissink

Nieuw museumseizoen geopend en: ‘Boer Kip komt naar de mensen toe’

Algemeen

ZUTPHEN – Bij Museum Boer Kip aan de Oude Touwbaan in Zutphen is zaterdag het nieuw zomerseizoen ingegaan. “Het is de parel van de wijk De Hoven. En eigenlijk nog veel te weinig bekend.”

Door Sander Grootendorst

Het kleine museum werd in 2006 opgericht: een uitdrukkelijke wens van de op 1 januari van dat jaar overleden Herman Kip, die hier zijn hele leven had gewoond (hij werd er geboren in 1925) en nooit iets wezenlijks aan boerderij of erf veranderde; zo bleef hij slapen in de bedstee. Wat hij wél deed was schilderen, naast zijn werk als agrariër. Niet alleen schilderijen, hij bracht ook zijn in interieur werkelijk overal kleuren en motieven aan – in de zogenoemde naïeve kunststijl, maar een betere formulering is: ‘in zijn geheel eigen stijl’.

Schril contrast met het kluizenaarsbestaan van Kip: op 27 april liep zijn erf vol met bezoekers die de opening van het museum bijwoonden. Er was een kleine markt met boerderijproducten en er klonk accordeonmuziek. “En net als bij de vorige keren is het alsof hij er bij de start van ons museumseizoen zelf bij is”, grapte bestuurslid Derk Jan Verstand in een korte toespraak. “Opnieuw heeft hij mooi weer geregeld…” Een stralend Oranjezonnetje in dit geval, het was Koningsdag.

Het museum is tot en met 29 september op zaterdagen en zondagen van 13.00 tot 17.00 uur geopend. Doordeweeks kun je er ook terecht: dan zijn er vaak groepen (van tevoren aanmelden) die door vrijwilligers worden rondgeleid. Het museum draait volledig op die vrijwilligers. Ze hebben afgelopen winter niet stilgezeten, vertelde Verstand. “Er zijn allemaal nieuwe activiteiten ontwikkeld. We hebben contact gehad met Erfgoed Gelderland en met een marketingbureau. Hun adviezen hebben we uitgewerkt. Zo is er een geheel nieuwe website en hebben we een horecaterras.”

Dat er ooit een terras op zijn erf zou verrijzen… daar had Herman Kip zelfs in zijn stoutste dromen waarschijnlijk geen rekening mee gehouden. En er is meer, want: “Boer Kip komt naar de mensen toe”, aldus Verstand. Een door vrijwilliger Stef Beumkes gemaakte film wordt vertoond in zorginstellingen en mogelijk andere locaties. “Zodat degenen die zelf niet in staat zijn het museum te bezoeken toch kunnen ervaren wie we zijn en wat we doen. Zo hopen we nog vele jaren door te kunnen gaan met deze voor Zutphen en de Hoven zo belangrijke culturele voorziening.”

Schoonheid en kwetsbaarheid
Bij die woorden sloot burgemeester Wimar Jaeger zich aan. Hij was als een soort eenmalige reïncarnatie van Herman Kip naar de opening gekomen: op de trekker, die hij zelf bestuurde. Hij mocht het voertuig lenen van de Heufse boer Erik Jansen en reed van diens erf naar het museum. “Ik moet eerlijk bekennen dat ik tot twee weken geleden nog nooit van museum Boer Kip had gehoord”, zei Jaeger in zijn toespraak. “En dat terwijl ik al een jaar waarnemend burgemeester ben.” Hij was bij zijn eerste bezoek “overweldigd door de schoonheid én de kwetsbaarheid” die hij waarnam. “Het is de parel van de wijk De Hoven. En eigenlijk nog veel te weinig bekend. Maar je wilt anderzijds ook niet dat het een attractie wordt waar toeristen massaal op afkomen. Het is zaak een balans te vinden tussen dat wat Boer Kip heeft nagelaten – geen ‘gelikt’ museum – en het goed onderhouden daarvan. “Dankzij de vrijwilligers lukt dat. Het is echt het museum van de mensen hier.  Nu ik het eenmaal ken, wil ik er graag ambassadeur van zijn.”

Daarbij sprak allicht Jaegers boerenhart een woordje mee. Hij vertelde dat hij zelf “op een klein stukje grond een beetje maait en een beetje ploegt”. En dat zijn ouders, toen Wimar vier was, bepaalden dat hij niet te veel als stadsjongetje moest opgroeien. “Van mijn vierde tot mijn eenentwintigste ging ik iedere zomer naar de boerderij. Zo leerde ik rijden op een trekker en op een paard, en hoe kalveren ter wereld worden gebracht.” Terugblikkend geeft hij zijn ouders geen ongelijk. “Het schijnt dat ik als vierjarige een veer vond en toen vroeg: Is deze veer van een koe? Dus ja, wat lessen op de boerderij kwamen goed van pas.”


museumboerkip.nl

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant