Pedagogisch medewerker Marga Blok van Kindernet in de kinderopvang in het Asielzoekerscentrum in Zutphen.

Pedagogisch medewerker Marga Blok van Kindernet in de kinderopvang in het Asielzoekerscentrum in Zutphen. 

Copyright 2021 Henk Derksen

Zutphens AZC eerste in Nederland met reguliere kinder- én babyopvang

Algemeen

Wethouder Annelies de Jonge: ‘Kinderen krijgen hier een kansrijkere start’

Door Alize Hillebrink

ZUTPHEN - Kinderen van asielzoekers hebben een taalachterstand. Om meer kansengelijkheid te creëren is er in het Zutphens Asielzoekerscentrum professionele kinderopvang. Sinds deze week is daar babyopvang bijgekomen. Zutphen is het enige AZC in Nederland waar reguliere kinderopvang wordt geboden. Wethouder Annelies de Jonge: “Kinderen krijgen hier een kansrijkere start.”

Jonge vluchtelingkinderen groeien op in een omgeving zonder Nederlands taalaanbod. De kans dat deze kinderen met een achterstand aan hun schoolcarrière beginnen is groot. Selma Ozkan, directeur van kinderopvang Kindernet trok zich dit aan en realiseerde een opvang voor kinderen het in Asielzoekerscentrum (AZC). Het Zutphens AZC heeft als enige in Nederland professioneel kinderopvangaanbod voor kinderen van 2 tot 4 jaar. Vanaf deze week komt daar ook opvang voor baby’s en dreumesen bij.

“Kindernet voelt zich maatschappelijk betrokken en heeft de stap aangedurfd,” vertelt Amanda Olivier, locatiemanager van kinderopvang Kindernet. “Daar is lef en durf voor nodig,” zegt ze. Ze is blij dat de gemeente het initiatief ondersteunt. In juni 2021 startte de pilot voor kinderen van 0 tot 2 jaar. Vorige week gaf de gemeente Zutphen hiervoor officieel groen licht. 

Nederlandse taal
Waarom is kinderopvang zo belangrijk voor deze doelgroep? “Het is voor ieder kind goed om in contact te komen met andere leeftijdsgenoten,” vertelt De Jonge. “Daaraan ontwikkelen kinderen zich. Maar omdat deze kinderen in het regulier onderwijs starten met een taalachterstand is de kinderopvang in het AZC primair bedoeld om hen de mogelijkheid te bieden om alvast te beginnen met de Nederlandse taal.” Olivier beaamt dit. “Deze kinderen staan met 2-0 achter als ze naar het basisonderwijs gaan,” zegt ze. “Met goede kinderopvang, waar Nederlands wordt gesproken en waar kinderen spelenderwijs leren, voorkomen we een grote achterstand in hun ontwikkeling.”

“Ouders van kinderen in een asielprocedure hebben omdat ze niet werken, in principe geen opvang nodig,” vertelt Olivier. “Maar de opvang ontlast de ouders wel,” zegt ze. “Naast de asielprocedure die aandacht vraagt, volgen de ouders vaak een taalcursus. Ook zijn de woonomstandigheden klein. Als hun kind naar de opvang is geeft dat ouders ook even rust.”

In het AZC is voor de kinderen weinig ruimte om te spelen en is er weinig speelgoed. “Hier hebben we allerhande speelgoed en kinderen hebben hier bewegingsvrijheid,” vertelt Olivier. “Er zijn activiteiten en we bieden structuur en veiligheid.” Daarbij worden kinderen meegenomen in het Nederlandse ritme. “We starten om 8.30 en dat is lang niet altijd vanzelfsprekend voor ouders,” glimlacht Olivier.

‘Een klein
stapje
betekent hier
voor een kind
vaak een grote
stap’

Rugzak
Op de buitenspeelplaats wordt door de peuters druk gespeeld. Binnen, in de baby- en dreumesopvang, is het rustig, of liever gezegd, stil. Vanwege corona mogen kinderen met klachten niet naar de opvang en daarom is er deze ochtend maar één kindje aanwezig. Pedagogisch medewerker Marga Blok wiegt de eenjarige Ayuna* op haar heup heen en weer. Het meisje drukt met haar hoofdje tegen haar borst en klemt zich stevig aan de leidster vast. “Ik vind het heel bijzonder om hier te mogen werken,” zegt Blok stralend. “Het betekent voor mij een stukje vertrouwen teruggeven aan de kinderen.”

Kinderen hier hebben over het algemeen een stevige rugzak, vertelt ze. “En meestal is die rugzak niet gevuld met positieve ervaringen. Hier spelen vaak trust-issues. Dat uit zich bijvoorbeeld doordat kinderen heel angstig reageren.” Vaak groeit langzaam het vertrouwen en maken de kinderen zich los van de leidsters. “Een klein stapje betekent hier voor een kind vaak een grote stap.”

Marga Blok,
pedagogisch
medewerker
Kindernet:
‘Er komen hier
kinderen die
soms niet eens
kunnen praten’

Dat er nu ook opvang is voor de allerjongsten vindt Blok van groot belang. “Er komen hier kinderen die soms niet eens kunnen praten, die nog geen spraak- en taalontwikkeling vertonen. Hun moeders praten niet met hun kind.” Dat kan bijvoorbeeld komen als er sprake is van een onvrijwillige zwangerschap, legt Blok uit. “Dan is er ook geen hechting. Dat zien we hier bovengemiddeld.” Blok vindt haar werk mooi om te doen. “Het is werk dat mijn hoofd uitdaagt en mijn hart vult.”

Kindernet werkt samen met het COA, GGD en Yunio. De gemeente Zutphen subsidieert met 127.000 euro. Dit bedrag wordt bekostigd vanuit het budget voor onderwijsachterstandenbeleid. Wekelijks kunnen dertig kinderen voor twee dagdelen per week gebruik maken van de opvang.

*Om privacy redenen is de naam Ayuna gefingeerd.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant