Cato en Lotte lieten de IJssel voor wat ie was. Ze fietsten naar Amsterdam. Door weer en wind. Foto: Eric Klop
Cato en Lotte lieten de IJssel voor wat ie was. Ze fietsten naar Amsterdam. Door weer en wind. Foto: Eric Klop

Vriendschap helpt Cato en Lotte door schoolloze dagen

Algemeen

Coronaproof een dagje Amsterdam

Door Eric Klop

ZUTPHEN – De scholen voor voortgezet onderwijs zitten sedert medio maart dicht. Hoewel er af en toe nog wel digitaal les wordt gegeven, ligt als we de media moeten geloven verveling voor de scholieren op de loer. Maar dan toch niet voor Cato van Loon (17) en Lotte Aldershof (net 18) uit respectievelijk Zutphen en Warnsveld. De hartsvriendinnen maken wat van hun leventje dat nu al twee maanden anders is dan normaal. Een verhaal over fietsen, regen en vriendschap in tijden van corona.

Een paar weken geleden bijvoorbeeld. Meivakantie, of wat daarvoor doorging. Een reisje zat er net als veel ander vertier niet in. Of, binnen de regels, toch wel? “Lotte en ik hadden al enige tijd het plan om nog eens een flinke fietstocht te ondernemen”, vertelt Cato. “Naar de Posbank of zo. Opeens ontstond het idee. ‘We fietsen naar Amsterdam, morgen’. Heel spontaan. We houden van mooie steden. Krentenbollen ingeslagen en gaan! Op de fiets, coronaproof. Dat zouden we wel even doen. Niet echt doordacht, zonder het weerbericht in de gaten te houden…”

Ze leerden elkaar een jaar of wat geleden kennen in Portugal. Lotte: “Ik was daar in het kader van een uitwisselingsproject. Verbleef in hetzelfde stadje als waar Cato met haar familie een paar jaar woonde. Puur toeval, die ontmoeting tussen twee meiden die uit de gemeente Zutphen kwamen. Er ontstond een klik. We fietsten toen ook al regelmatig. Voor de Portugezen was dat best een happening. Die zijn niet zo van het fietsen. Kort nadat mijn uitwisseling erop zat keerde ook Cato terug naar Zutphen. De vriendschap bleef in tact. Hoewel zij het VWO doet op de Vrije School en ik op het Isendoorn, zien we elkaar elke dag. Ja, we zijn echte hartsvriendinnen.”

‘Een eitje’
Twee meiden die het spontane idee ten uitvoer brengen om op een gewone damesfiets met drie versnellingen naar Amsterdam te karren. Dan is het de ultieme vriendschap die wanneer de weergoden zich van hun meest humeurige kant laten zien de moed er bij hen in houdt. “We vertrokken om half acht. Nog niks aan het handje. Een beetje fris, maar droog. Nabij de Hoge Veluwe was er een buitje, maar in de buurt van Amersfoort brak het zonnetje door. We waren al op de helft. Amsterdam? Een eitje! Maar toen die landweggetjes door het Gooi. Prachtige omgeving. Het begon echter keihard te waaien. Wind tegen, zonder enige beschutting. Een bordje; nog 34 kilometer naar de hoofdstad. We stuurden een optimistische foto naar huis. De laatste loodjes! Als we hadden geweten wat ons nog te wachten stond…”
Het begon te regenen. En niet zo’n beetje ook. Pijpenstelen. En die tegenwind maar waaien. De omgeving werd er met betonnen snelwegen en grijze verkeersknooppunten evenmin fraaier op. “Voor ons lag op de Dam de finishlijn getrokken. Wanneer je Amsterdam binnenrijdt is het dan nog tien kilometer. Dat leken er echter wel honderd. Het bleef gieten. Het water ging dwars door ons poncho’s heen. Doornat. Dan fiets je de Dam op. Dit had een euforisch moment moeten zijn. Om vervolgens lekker ontspannen door de stille straten te struinen. Alle ruimte immers. Maar we waren moe en nat. Ergens binnen op adem komen en wat eten zat er ook niet in. Alles zat dicht.”

Pizza
“Ik had met mijn moeder afgesproken dat zij ons ’s avonds na een belletje met de auto zou ophalen”, vertelt Cato. “Dan duurt het nog anderhalf uur. Geen lol aan, met dat rot weer. En koud! Ik heb het van mijn leven niet zo koud gehad. Lotte en ik zijn in het Centraal Station gaan zitten. Daar was het tenminste droog. Maar ook daar waren de eettentjes op slot. We hebben toen maar een pizza laten komen. Dat kon gelukkig nog wel. We hebben ‘m bibberend opgegeten. Uiteindelijk waren we om een uur of acht thuis. Een hete douche en direct daarna onder de warme dekens.”

Cato en Lotte vinden fietsen ‘gewoon hartstikke leuk’. “Je bent lekker in beweging, hebt alle tijd om met elkaar te praten, kunt al het mooie om je heen goed in je opnemen en jezelf vervoeren geeft voldoening. Maar op één dag van Zutphen naar Amsterdam met een fiets die slechts drie versnellingen telt is toch net iets te ver. Zeker met dat barre weer. Met de kennis van nu zou bijvoorbeeld Utrecht beter zijn geweest. Wie weet in de zomervakantie. Maar dan letten we wel op de weersvooruitzichten!”

De fiets loopt niet weg. Want Cato van Loon en Lotte Aldershof hebben bovendien andere liefhebberijen die het leven in tijden van corona inhoud geven. Zelfs dan is het niet de vraag óf ze iets gaan doen, maar, mits veilig, wát ze gaan doen. De Berkel op met de kano van Cato. Legpuzzelen. Of aan de slag in de tuin van Lotte’s ouders. “Daar verdienen we een zakcentje mee. Met de opbrengst gaan we naar de boekhandel. Neuzen daar soms uren rond en kopen dan iets wat ons allebei leuk lijkt. Laatst nog: ‘Eerste liefde’, een novelle van Ivan Toergenjev. Een Russische schrijver uit de 19e eeuw. De boeken bespreken we altijd samen. We hebben met z’n tweeën een boekenclubje. Vervelen? Wat is dat?”, vragen de Zutphense hartsvriendinnen zich eensgezind af.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant