Afbeelding

Column Henrieke Schoonekamp - Glijpret

Algemeen Columns

Glijpret

Zondagmiddag. Ik zit aan de keukentafel bij een heel aardig jong stel, Rik en Annelieke. In de kamer hopt konijn Gijs rond die af en toe een serieuze poging doet om een hap uit mijn tas te nemen. Helaas voor Gijs ben ik gewend aan konijnenstreken. We drinken koffie en op de tafel liggen papieren die we invullen en ondertussen kletsen we wat. Mijn jas, sjaal, muts en handschoenen hangen aan de deurklink uit te lekken. Ik heb namelijk zo'n drie kwartier moeten lopen om bij hen te komen, door de sneeuw.

Toen ik van huis vertrok lag er al een behoorlijk pak sneeuw. Onderweg viel er nog veel meer sneeuw. Zutphen werd witter en witter en het verschil tussen de stoep en de straat was niet meer te zien. Ik zie mensen sneeuwpoppen maken en met sleetjes glijden vanaf de fietsbrug naar Leesten. Fantastisch om te zien. En in de verse sneeuw is het nog best makkelijk om te lopen. Al zie ik er zelf ook uit als een sneeuwpop als ik bij dit aardige stel aanbel. De straat waar ze wonen, daar had ik nog nooit van gehoord. En hen kende ik twee uur daarvoor ook nog niet. Konijn Gijs ook niet trouwens. Maar hoe kom ik dan bij hen aan de keukentafel terecht?
Zondagmorgen. Het was voorspeld, er zou heel veel sneeuw gaan vallen. Maar 's ochtends is er nog niks aan de hand. Dus stap ik in de auto om naar oma te gaan. Een lekkere cake mee en een half uurtje rijden. Het is gezellig bij oma. Maar ik hou het weerbericht in de gaten. En voordat het gaat sneeuwen neem ik afscheid en stap in de auto om terug naar Zutphen te gaan. Halverwege gaat het lampje branden dat aangeeft dat de ruitensproeiervloeistof bijna op is. Da's niet handig met al dat zout op de weg. Dus rij ik eerst naar de Gamma, koop twee keer vijf liter en op de parkeerplaats vul ik meteen het reservoir. Op dat moment begint het ook te sneeuwen. Ik stap in de auto en rijd terug naar huis, via de IJsselkade.

Voor mij een grijs autootje. We rijden nog geen 20 kilometer per uur, ik rij er met ruime afstand achter. Op de Bult van Ketjen zie ik dat de grijze auto de bocht niet neemt, maar half de stoep op rijdt. En op het moment dat ik mij afvraag waarom iemand daar wil parkeren voel ik dat mijn auto er zo achteraan glijdt. Ik probeer nog wat, maar helaas, ik glijd zo achterop. Niet hard, maar het contact is er. Ik zie een man uitstappen. En we maken hetzelfde gebaar met onze handen in de lucht: Sorry! We rijden naar de parkeerplaatsen bij de rechtbank waar we gegevens uitwisselen. Het sneeuwt nu echt, waarop we beide besluiten naar huis te gaan. Ik parkeer de auto, de motorkap heeft schade, staat op een kier. Via WhatsApp heb ik contact met de bezitters van de grijze auto. En omdat we de papieren toch nog in moeten vullen besluit ik maar meteen naar hen toe te gaan. De auto staat al met schade, brommer of fiets is vragen om nog meer moeilijkheden. Lopen dus.
Al voordat er echt veel sneeuw lag, hebben wij onze glijpret al gehad. Niet de meest geschikte manier om nieuwe mensen te ontmoeten. Maar ach, het bleef bij blikschade. En het was toch best een gezellige zondagmiddag.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant