Afbeelding

Strooptocht

Opinie

Arend belt me gedecideerd op met de volgende mededeling: ‘Willem, het is tijd dat we op strooptocht gaan.’ Ik schrik, komt Arend uit de kast als jagerman? Moeten we ons in camouflagekleuren hullen en met geweren het bos in trekken? Ik heb ze wel eens zien lopen tijdens een wandeling door de Gelderse bossen en vond de aanblik iets onbestaanbaar treurigs hebben. Volwassen mannen met te veel geld en te weinig lef om gewoon een wandeling in de natuur te maken en het risico te lopen om met hun eigen gedachten geconfronteerd te worden. Maar met dat geweer om hun schouder voelen ze zich heel wat. Soms lopen er vrouwen mee in uniseks kleding, maar dat zijn meestal drijvers. Die mogen het nietsvermoedende haasje dat langsloopt opdrijven, zodat hij goed binnen bereik van de jagers komt. Ik ben wel eens met ze in gesprek geraakt en dan hadden ze hun mond vol over natuurbeheer en het op peil houden van de wildstand. In feite was het heel nobel wat ze daar deden maar de logica ontging mij een beetje.

‘Arend, wat zeg je me nu? Daar ben ik toch veel te weekhartig voor. Waarom zou ik de natuur in trekken, genieten van de vogels die zingen, me verheugen op de lente wanneer alles weer tot leven komt en als er een konijntje langs huppelt de trekker overhalen?’ Arend begint bulderend te lachen: ‘Nee, dat zou ik ook niet kunnen!’

Ik bedoel een ander soort jacht. Begin februari was het mijn moeders verjaardag en ik plukte als jongen altijd sneeuwklokjes voor haar. Niet zo heel stoer, ik weet het, maar ken je die geur? Je neus moet heel dicht bij het kelkje komen om de honingzoete belofte van de lente te ruiken. Nu heb ik wel een tuintje, maar geen enkel sneeuwklokje en dat is erg. Mijn moeder leeft allang niet meer, maar in sommige tradities moeten we stug volharden. Anders raken we stuurloos.’

‘Ik kom er direct aan,’ roep ik opgetogen. Als iemand me voorstelt om stiekem met een schepje en een tasje het bos in te gaan dan laat ik me dat geen twee keer zeggen. Twee oude knarren op sneeuwklokjesstrooptocht. We vinden er niet veel, het moeten grote velden zijn om er zonder schuldgevoel wat uit te steken en liefst ook een beetje uit het zicht van voorbijgangers. Maar vogels zingen uitbundig en Arend laat me geur ruiken waar alles om te doen is. Het brengt de lente en zijn moeder een beetje dichterbij.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant