Foto uit 1898 van de tijdelijke fontein ter ere van de troonsbestijging van Koningin Wilhelmina. Foto: collectie Stedelijk Museum Zutphen.
Foto uit 1898 van de tijdelijke fontein ter ere van de troonsbestijging van Koningin Wilhelmina. Foto: collectie Stedelijk Museum Zutphen.

Koningin Wilhelminafontein 1898 - 2016: redders, bergers en vernielers

Algemeen

ZUTPHEN - Achter de Koningin Wilhelminafontein schuilt een haast onwaarschijnlijk verhaal van redders, bergers en vernielers. Meer dan eens hield dit historische monument de Zutphense gemoederen bezig. Naast het in de Tweede Wereldoorlog gebombardeerde markante beeld van Manus op het Stationsplein, is de Wilhelminafontein misschien wel het meest besproken object van Zutphen. Nu wil Theo Engelen de fontein terugbrengen naar de oorspronkelijke standplaats.

Door Alize Hillebrink

De geschiedenis
Ter gelegenheid van de inhuldiging van Koningin Wilhelmina in 1898 wordt tijdens de kroningsfeesten een tijdelijke fontein geplaatst op de markt tegenover de Sprongstraat. Het enthousiasme van het publiek is zo groot dat er besloten wordt geld in te zamelen voor een echte fontein. Elfhonderd burgers dragen een steentje bij om de bouwkosten te kunnen betalen: hen was gevraagd om 25 cent bij te dragen. De fontein wordt door de in Delft gevestigde firma Braat ontworpen en gebouwd. Op Koninginnedag, 31 augustus 1899, draagt de voorzitter van de fonteincommissie de fontein over aan de gemeente, waarbij hij de hoop uitspreekt dat ‘het geen dode fontein zal worden, maar één die bij elke gelegenheid water zal geven’. En ‘dat het gemeentebestuur zou weten te waken dat geen hand haar ooit zou schenden’. De burgemeester zegde toe er goede zorg voor te dragen, waarna hij de fontein in gebruik stelde.
Na de feestelijke onthulling spuit de fontein meer dan een halve eeuw op de markt. Echter in 1949 begint de tegenslag. Wegens veelvuldige beschadiging van ‘perk en hekwerk rondom de fontein’ worden zowel hekje als beplanting in 1949 door de gemeente verwijderd. Nog geen tien jaar later, in 1957, volgt om verkeerstechnische redenen volledige verwijdering van de fontein. In de Zutphense Courant van 30 augustus 1957 wordt geschreven dat de fontein ‘s morgens om 5 uur ‘in alle stilte werd afgebroken en opgeborgen’.
Vanaf dat moment houdt de fontein de gemoederen onder de Zutphense bevolking behoorlijk bezig, zo blijkt uit de archieven. Stapels artikelen, raadverslagen en ingezonden brieven in het Regionaal Archief Zutphen getuigen van roerige jaren. Verhuizingen van de fontein, vernielers en redders wisselen elkaar af.



Het weghalen van de Wilhelminafontein door mensen van gemeentewerken op 30 augustus 1957. Fotograaf: Zeijlemaker. Bron: Regionaal Archief Zutphen

Stortplaats
Het is een eeuw later, op 19 februari 1998, als Zutphenaar L.H.L. Lunenberg in de Zutphense Courant een ontluisterend verhaal vertelt. Op de dag na de verwijdering van de fontein in 1957 hoort hij dat hij in stukken op de stortplaats lag. Vol ‘woede en verdriet’ haalt hij de onderdelen van de stort. Als medewerker van de gemeentereinigingsdienst knapt hij stiekem onder werktijd met een paar medestanders de fontein op en behoedt haar daarmee voor de ondergang. Lunenberg biedt de fontein daarna weer aan aan de gemeente.
In 1966 wordt besloten om de fontein in het Vogelpark te plaatsen. Maar wederom wordt hij verwijderd, ditmaal wegens schade en vandalisme. De fontein wordt in delen opgeslagen in een gemeentelijke loods. In de jaren daarna geeft de gemeente te kennen dat de fontein er niet meer is.
Het is begin jaren ‘90 wanneer de gemeenteraad besluit om een door de Rotary afgewezen ontwerp voor een nieuwe fontein van architect Prins, te laten uitvoeren en op de markt te plaatsen. Het betreft een ontwerp van drie zuilen waarlangs water naar beneden stroomt. Het is de fontein die sindsdien op de Houtmarkt staat.

Waterwerk van Prins
In diezelfde tijd komt Zutphenaar W. Kemmink tot de ontdekking dat vrijwel alle onderdelen van de Wilhelminafontein (weliswaar zwaar beschadigd) nog aanwezig zijn. Samen met Zutphense burgers wordt de Stichting Koningin Wilhelminafontein opgericht. Kemmink roept de Zutphense bevolking op een bijdrage te geven ‘door een bij uw beurs passend bedrag te storten, evenals de burgers uit 1899 die unaniem met kleine bedragen bijdroegen aan dit gedenkteken’. Maar de gemeente gaat niet in op het initiatief van de stichting om de oude Wilhelminafontein te restaureren en te herplaatsen op de markt en kiest voor plaatsing van het waterwerk van Prins. Kemmink maakt zich zo hard voor herplaatsing is te lezen in de krant van 6-9-’91, dat hij doorvecht tot de Raad van State. Maar zijn beroep wordt afgewezen.
In 1995 wordt de fontein door ‘vereende krachten van burgerij en vrienden’ voor 40.000 gulden gerestaureerd door Smederij Rombout uit Geldermalsen en hoewel alle leidingen voor waterleiding aanwezig zijn, wordt zij zonder wateraansluiting geplaatst op de Bult van Ketjen.
In 2008 onderzoekt de gemeente Zutphen de haalbaarheid van terugplaatsing van de Wilhelminafontein op de oude plek op de markt. Op originele wijze, dus inclusief waterbak en beplanting. De offerte van een smederij uit Vorden bedraagt 160.000 euro maar tot terugplaatsing komt het niet. Dit jaar besloot de gemeente de fontein op te nemen in een ontwerp voor een natuurlijke speelplek voor kinderen ‘in het parkachtige gedeelte’ bij de Bult van Ketjen.

Naast haar officiële standplaats op de Houtmarkt kende de Koningin Wilhelminafontein maar liefst vier ‘parkeerplaatsen’. Van 1957 tot 1965 lag hij in opslag bij de gemeente. Daarna stond ze in het Vogelpark, tot ze in 1974 naar de loods van de gemeentereiniging werd overgebracht. In 1995 ging ze naar haar huidige standplaats bij de Bourgonjetoren. (Bron: Regionaal Archief Zutphen)

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant