Martijn Kraan in zijn Olympische tv-kamer. Foto: Roel Kleinpenning
Martijn Kraan in zijn Olympische tv-kamer. Foto: Roel Kleinpenning

Spoorboekje voor Beijing 2022: waar moeten we op letten?

Sport

ACHTERHOEK - Komende vrijdag wordt de vlam ontstoken en gaan de Olympische Winterspelen van start in Beijing. Bijna honderd medailles worden in twee weken verdeeld bij vijftien sporten. Waarbij we te maken hebben met zeven uur tijdverschil met de Chinese hoofdstad. Om u op weg te helpen, vroegen we Achterhoek Nieuws-eindredacteur Martijn Kraan om u door het Olympische labyrint te leiden. 

De meeste Nederlanders associëren de Olympische Winterspelen met het schaatsen. Niet zo vreemd natuurlijk, gezien de zeer rijke oranje-historie op het ijs. “De schaatswedstrijden, daar verheug ik me ook deze editie weer op”, zegt Martijn Kraan. “Maar”, zo betoogt hij, “de Winterspelen bieden veel meer voor de liefhebber. Heel veel meer.”

Een liefhebber, zo mag je de eindredacteur wel omschrijven. Maar daarover later meer. Eerst nog even terug naar het schaatsen.

Op welke afstanden kunnen we ons het meest verheugen?
“Dat ligt er een beetje aan hoe chauvinistisch de blik is waarmee je gaat kijken. De 3.000 en 5.000 meter bij de vrouwen bijvoorbeeld lijken op voorhand een prooi te worden voor Irene Schouten. Zij is dit seizoen een maatje te groot voor de concurrentie. En dus zitten er op deze afstanden zeker gouden medailles in voor Team NL. Al is dit ook weer niet vanzelfsprekend, want er zijn voorbeelden te over van topfavorieten die op de Olympische Spelen ineens - figuurlijk - door het ijs zakten. Dat je in potentie de rapste bent, is één ding. Mentaal kunnen omgaan met die favorietenrol is iets anders.”
De 3.000 meter bij de vrouwen is op zaterdag 5 februari om 9.30 uur (Nederlandse tijd). De 5.000 meter is op donderdag 10 februari om 13.00 uur.

“Zelf kijk ik uit naar de afstanden waar het volstrekt onvoorspelbaar is wie er met de zege vandoor gaat. De 500 meter bij de mannen bijvoorbeeld, waar de kans op Nederlands succes klein is, maar waar misschien wel tien schaatsers kans maken op goud.”
Aanvang zaterdag 12 februari om 9.53 uur.


Illustratie: Studio Biesterveld/Derk-Jan Rouwenhorst 

Op welke andere afstanden zijn de medaillekansen voor Nederland het grootst?
“Thomas Krol domineert dit jaar de 1.000 meter. En als hij het niet doet, dan staan Hein Otterspeer en Kai Verbij te trappelen. Een oranje podium is zeker niet uit te sluiten.”
Vrijdag 18 februari, 9.30 uur.

“Patrick Roest is favoriet op de 5.000 meter en Kjeld Nuis en opnieuw Thomas Krol zijn twee van de vele kandidaten voor het ereschavot op het koningsnummer, de 1.500 meter.”
De 5 kilometer is op zondag 6 februari om 9.30 uur en de 1.500 meter op dinsdag 8 februari om 11.30 uur.

“Bij de vrouwen hebben we het al gehad over Schouten, die ook topfavoriet is bij de mass start. Antoinette de Jong is in vorm en komt in actie op de 1.000, 1500 en 3.000 meter. En Jutta Leerdam kan op de 1.000 meter ook een eind komen, al moet ze dan wel afrekenen met sterke concurrenten uit Japan en de Verenigde Staten. De ploegenachtervolging en de mass start, daar is altijd wel gedoe over in Nederland - ook dit jaar weer -, omdat de schaatsers uit verschillende teams te weinig met elkaar zouden trainen op deze onderdelen, maar op basis van de individuele kwaliteiten mag op deze teamonderdelen ook wel het nodige verwacht worden.”
De aanvangstijden van schaatsen variëren van 7.30 uur, 9.30 uur, 11.30 uur, 13.00 uur en 14.00 uur. Dus de schaatsliefhebbers hoeven niet ‘s nachts de wekker te zetten.

‘Schulting kan de koningin van de Spelen worden, maar dat is niet vanzelfsprekend’

Naast het schaatsen, moeten we voor Nederlands succes ook naar het shorttrack kijken. Suzanne Schulting kan de koningin van de korte baan worden. Toch?
“Ja, dat zou zeker kunnen, ook gezien de overmacht waarin ze de afgelopen jaren reed. Maar zo vanzelfsprekend is dat absoluut niet. Shorttrack is een ontzettend dynamische sport, waarin niet zozeer gestreden wordt om de snelste tijd, als wel in een directe race tegen drie, vier of vijf tegenstanders. Allemaal toppers die knokken voor hun positie en die in het gedrang op het 111 meter lange baantje soms in een gat duiken dat er helemaal niet is. Valpartijen zijn aan de orde van de dag, en er gaat bijna geen race voorbij - zeker als het om de knikkers gaat - waarin de VAR (videoscheidsrechter) zich niet over één of meer situaties buigt. Ook Schulting kan de pech hebben in een curieuze situatie terecht te komen, of net op het verkeerde moment de pas af te snijden en daarmee een penalty aan de broek te krijgen. Desondanks is Schulting de topfavoriet, als je ziet met wat een souplesse en kracht zij meestal vóór het gedrang weet te blijven en van kop af de winst grijpt. Indrukwekkend.”
De shorttrackwedstrijden zijn op 7, 9, 11, 13 en 16 februari. Zowel de mannen als de vrouwen schaatsen de 500 meter, 1000 meter, 1500 meter en de relay. De wedstrijddagen beginnen telkens om 12.00 of 12.30 uur.

Naast schaatsen en shorttrack zijn er nog dertien sporten. Waarvan een aantal onbekend. En onbekend maakt ongeliefd.
“Het is best begrijpelijk dat de sporten zonder Nederlandse deelname geen kijkrecords trekken. Maar echt: een wedstrijd bij het alpine skiën of biathlon is doorgaans een genot om te volgen. Bij het skiën let ik op Mikaela Shiffrin. Ondanks dat ze pas 26 jaar is, heeft ze al een wereldrecord aantal wereldbekerzeges op haar naam staan. De Amerikaanse won al goud in Sochi 2014 en Pyeongchang 2018. Benieuwd of ze deze zegereeks kan voortzetten in China.”

‘In 1994 spoedde ik me als scholier naar huis om niks van het langlaufen te missen’

Kraan is een volger van alle wintersporten. “En nee, ik ben zelf geen actief beoefenaar. Als kind heb ik na drie keer vallen op de gracht bij Landfort de schaatsen aan de kant gesmeten. Op de lange latten heb ik zelfs nog nooit gestaan.”
Toch is de Ulftenaar gegrepen door de Winterspelen. Om dat te verklaren moeten we terug naar de jaren negentig. “Albertville 1992: dat toernooi keek ik al wel met belangstelling, maar tijdens de Spelen in 1994 in Lillehammer ben ik echt in de ban geraakt. Ik herinner me nog levendig dat ik als jochie tijdens vrije lesuren van het Isala College naar huis racete om de beelden van een langlaufwedstrijd op te zuigen. En alle uitslagen noteerde ik in mijn Olympisch dagboek.”

Marianne Timmer
“In 1998 was ik student en keek ik op mijn studentenkamer in Zwolle elke nacht naar de beelden uit Nagano. Marianne Timmer die tweemaal goud won. Maar ook Harrada, de Japanse schansspringer die vier jaar eerder de hoon van de natie over zich heen had gekregen door het goud te verspelen na een mislukte sprong, maar nu won en daarmee het hele land uitzinnig maakte, waarna hij in onbedaarlijk wenen uitbarstte.”
“In 2006 waren de Spelen in het Italiaanse Torino. Hier reisde ik met mijn vriendin heen en woonde wedstrijden bij van biathlon, schansspringen, rodelen, alpine ski, schaatsen, ijshockey en freestyle ski. Om maar aan te geven hoe breed mijn interesse is.”


Biatleet in actie tijdens de Olympische Spelen in Torino 2006. Foto: Martijn Kraan

Welke sport biedt het meeste spektakel?
“Zonder twijfel is de ijshockeyfinale op de slotdag wereldwijd een absoluut kijkcijferkanon. Maar ook het rodelen en skeleton zijn spectaculair, met sporters die liggend op een sleetje door een ijskanaal glijden en snelheden bereiken van ruim 120 kilometer per uur. Op het eerste gezicht zou je zeggen dat ze allemaal op dezelfde manier door de baan glijden, maar let maar eens goed op de details. Wie ligt er het meest aerodynamisch op de slee, wie corrigeert het minst met zijn voeten, en bovenal: wie weet een aanraking met de wand te vermijden? Minuscule details kunnen beslissend zijn, dus ik adviseer: blijf tot het laatste moment aan de tv gekluisterd.”
“Vier jaar geleden lag de ervaren Duitser Felix Loch bij het ingaan van de laatste run twee tienden van een seconde voor op de rest, in de rodelsport een enorm verschil. Desondanks sloegen de zenuwen toe en Loch knalde links en rechts tegen de zijkanten. Weg gouden medaille, weg podiumplaats. Minutenlang zat de ontgoochelde rodelaar bij de finish apathisch voor zich uit te staren. Terwijl naast hem de Oostenrijker David Gleirscher zich liet fêteren: het goud was voor de man die nooit verder dan een middenmootpositie was gekomen.”
De ontknoping is te zien op zondag 6 februari van 14.15-15.00 uur. De ijshockeyfinale is zondag 20 februari om 5.10 uur.

Wat is het verschil precies tussen rodelen, skeleton en bobsleeën?
“Bobsleeën zullen de meeste mensen wel kennen: hierin zit je in een slee die van de zijkanten dicht is. Je hebt viermans- en tweemans bobs en dit jaar staat voor het eerst de monobob op het programma. Skeleton is bijna hetzelfde als rodelen. Alleen liggen de atleten bij rodelen op hun rug en zitten ze bij de start al op hun slee, waarbij ze zich met hun handen afzetten. Bij skeleton starten de deelnemers sprintend en duiken na de start op hun buik op de slee. Zij leggen de baan dus af met hun gezicht naar voren.”


Illustratie: Studio Biesterveld/Derk-Jan Rouwenhorst 

Is hier ook niet een Nederlandse kandidaat?
“Klopt. Kimberley Bos uit Ede heeft recentelijk de wereldbeker op haar naam geschreven én werd Europees kampioen. Ze is dus zeker een kandidaat voor een medaille. Overigens won ze onlangs nog een wedstrijd in Winterberg. Een tip overigens om daar een keer een wedstrijd bij te wonen: het is mooi om langs de baan te staan en de atleten voorbij te zien zoeven. Dan ervaar je echt hoe ongelooflijk snel het gaat.”
De beslissende vierde heat met Kimberley Bos is zaterdag 12 februari om 14.55 uur.

Het IOC wil de interesse van de jeugd voor de Olympische Spelen aanwakkeren door het programmeren van nieuwe onderdelen. Hoe zit dat?
“Elke vier jaar worden er wel nieuwe onderdelen aan het programma toegevoegd. Met name bij het snowboard en freestyle ski zitten er relatief nieuwe wedstrijden bij, zoals de slopestyle, aerials en half pipe. Nieuw is de big air dit jaar. Gemene deler van die onderdelen is dat de sporters spectaculaire tricks laten zien en dat een jury een beslissend oordeel geeft. Let bij de slopestyle op de Nederlanders Niek van der Velden en met name Melissa Peperkamp. Melissa komt uit Zelhem, dus we duimen extra voor haar. Beide staan hoog in de wereldbeker ranking en dus kunnen zij wellicht meedoen om een podiumplek.”
De finales slopestyle zijn zondag 6 februari in de nacht (2.30 tot 3.49 uur) bij de dames en op maandag 7 februari van 5.00 tot 6.19 uur bij de heren.


Illustratie: Studio Biesterveld/Derk-Jan Rouwenhorst 

“Misschien wel het meest sensationele onderdeel tijdens de Winterspelen is de cross bij het snowboarden en freestyle skiën (met de Nederlander Glenn de Bois). Vier atleten leggen een parcours vol bochten en jumps af en de eerste twee die over de finish komen, gaan naar de volgende ronde. Het komt nog al eens voor dat er iemand onderuit gaat, meestal omdat de atleet te veel risico neemt bij een inhaalmanoeuvre. Hilarisch is ook het verhaal van snowboardster Lindsey Jacobellis die in 2006 met grote voorsprong op de finish afging en op de laatste helling nog een cool trucje wilde tonen. Ze overschatte zich, want ze kwam daarbij ten val en werd vlak voor de streep nog ingehaald: weg goud. In 2010 én in 2014 wilde de vijfvoudig wereldkampioen zich revancheren, maar telkens ging ze onfortuinlijk onderuit. Een tragedie voor haar natuurlijk, maar het zijn wel dit soort verhalen die de Olympiade zo bijzonder maken. Het verhaal kan nog een happy ending krijgen, want Jacobellis is nog altijd van de partij.”
Snowboard cross is woensdag 9 februari om 7.30 uur bij de vrouwen en donderdag 10 februari om 7.00 uur bij de mannen. Freesyle ski cross finales op donderdag 17 februari vanaf 7.00 uur (mannen) en vrijdag 18 februari om 7.45 uur bij de mannen.

‘Melissa Peperkamp komt uit Zelhem: extra duimen voor haar dus’

Wat is er nog meer nieuw dit jaar?
“Bij het shorttrack, freestyle ski, snowboardcross en schansspringen zijn er mixed teams, dus ploegen die uit zowel mannen als vrouwen bestaan. Dat kenden we al sinds de vorige Winterspelen bij de biathlon, curling, rodelen en alpine ski.”

Wie wordt de gouddelver, oftewel de sporter met de meeste medailles?
“Bij de cross country (het langlaufen), zijn liefst tien gouden medailles te verdelen. Variërend van sprintonderdelen tot een heuse marathon: 50 kilometer voor de heren en 30 kilometer voor de dames. Let hier op het wonderkind Johannes Høsflot Klæbo. Die pakte in Pyeongchang 2018 al zijn eerste goud en de verwachting is dat de 25-jarige Noor de sport nog wel een tijdje zal domineren. Het biathlon bestaat uit langlaufen met onderwijl liggende en staande schietbeurten. Een prachtige sport, omdat een mindere schietbeurt een hoop extra tijd kost en de kansen gedurende de wedstrijd razendsnel kunnen keren. Hier zet ik mijn geld op de Noorse Marte Olsbu Røiseland.”


Illustratie: Studio Biesterveld/Derk-Jan Rouwenhorst

Is er verder nog Nederlandse inbreng?
“Van het skispringen hebben we op nieuwjaarsdag al een voorproefje gehad, tijdens de traditionele vierschansentoernee in Garmisch-Partenkirchen. Bij de vrouwen is Marita Kramer dit seizoen de meest succesvolle springster. Zij komt uit voor Oostenrijk, maar is een geboren Apeldoornse. Het gezin Kramer verhuisde in 2008 naar het Alpenland, wat te zien was in een episode van ‘Ik Vertrek’.”
De ontknoping skispringen bij de vrouwen is zaterdag 5 februari om 12.35 uur.

“Opvallend is ook een Nederlandse deelneemster bij het kunstrijden. Niet dat van Lindsay van Zundert verwacht mag worden dat ze gaat meestrijden om de ereplaatsen, maar het is al heel knap dat de 16-jarige aan de start staat in Beijing. Benieuwd trouwens of bij het kunstrijden weer eens een ouderwetse controverse de kop op steekt. Een tweestrijd à-la Tonya Harding vs. Nancy Karrigan in 1994. Of in Salt Lake City in 2002, toen het Canadese duo Jamie Salé/David Pelletier ‘slechts’ met zilver werd beloond door de jury, ten gunste van een Russisch duo. Het Franse jurylid bleek onder druk te zijn gezet door Rusland en na een hoop tumult besloot het IOC ook het Canadese duo een gouden plak te geven. Dit soort incidenten horen ook een beetje bij de Spelen.”

Dan hebben we alle sporten wel besproken, toch?
“Nou, een vreemde eend in de bijt is toch wel een beetje de edele curling sport.”

Curling. Dat is toch die sport met waarin de deelnemers met bezems driftig de ijsvloer schoon vegen?
“Kort door de bocht, maar dat is curling inderdaad. Veel mensen gniffelen bij het zien van deze sport, maar wie de regels een beetje kent en gaat zitten voor een wedstrijd, kan zomaar geboeid worden door het tactisch steekspel.”


Illustratie: Studio Biesterveld/Derk-Jan Rouwenhorst 

Genoeg om op te verheugen dus. Maar kan corona nog roet in het eten gooien?
“Het zullen andere Winterspelen zijn dan anders, vanzelfsprekend door de zorgen omtrent de Omikron-variant. China is als de dood voor een uitbraak. Publiek is daarom - net als bij de Zomerspelen vorig jaar in Tokyo - niet welkom en de maatregelen voor sporters, begeleiders, officials en journalisten zullen nóg strenger zijn dan ze gewend waren. En toch is het niet reëel te veronderstellen dat Omikron de Olympische invasie zal ontzien. Zelfs als de sporters elke dag negatief testen, zullen ze zich niet helemaal veilig wanen, want ook nauwe contacten binnen een team moeten in isolatie bij een positieve test. Eerlijk gezegd: ik houd mijn hart vast. Tegelijkertijd verheug ik me ook op twee weken waarin nieuwe Olympische sagen geschreven zullen worden.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant