Afbeelding

Dichtersdingen

Opinie

Als er iets niet eenduidig is, dan is het wel poëzie. Het kan fluisteren van schoonheid, twinkelen als een waterdruppel in de zon. Het kan donderen, je bij de keel grijpen, je raken tot in iedere nerf van je lichaam. Het kan langdradig zijn, breedsprakig, wollig, wormstekig, spiritueel, infantiel of dodelijk saai. Kortom, een wereld vol verassingen en altijd wat nieuws om te ontdekken.

Waar je meestal wel zeker van kunt zijn is dat het een serieuze aangelegenheid is als dichters iets organiseren om hun werk voor te dragen, in Zutphen wel tenminste.

Zo was er een officiële opening in het gemeentehuis, alwaar een nieuwe serie stadsgedichten op groot formaat is afgedrukt en tentoon wordt gesteld. De gedichten waren van alles wat, het consumeren ervan is als grasduinen door een bult kleding op het Waterlooplein en onverwacht op een zachte warme trui stuiten, waarbij je aan de kleur nog even moet wennen.

Het gezelschap was gortdroog. Serieus ook, hier ging het om heel belangrijke zaken.

Onze nieuwe stadsdichter met pet pakte zijn accordeon en vertelde dat het hem opgevallen was dat een groot aantal bouwwerkzaamheden in de stad zo langzamerhand tot een einde lijken te komen. Daar had hij een lied over geschreven waarbij hij van de aanwezigen verlangde dat ze gezellig met het refrein mee zouden zingen. Toen hij daadwerkelijk aan het refrein toekwam, bleef het angstvallig stil. De stem van Wolfram galmde lekker door de hal, de wethouder keek toe, de dichters bewogen hun gewicht ongemakkelijk van het ene op het andere been.

Daarvoor was ik net in gesprek geraakt met een man uit het AZC die zijn best deed om Nederlands te leren. Nu fluisterde hij in mijn oor: “Dat is toch raar, wat hij zingt? Dat kan toch niet zomaar?”

“Nee hoor, zei ik hem vrolijk, kom we zingen lekker mee: Zutphen, komt, Zutphen, komt, Zutphen komt klaar. Zutphen, komt, Zutphen, komt, Zutphen komt klaar.” Ja, het was flauwe humor, maar hoe dit gezelschap ontregeld werd was goud waard. Sindsdien heb ik het nummer veel vaker in mijn hoofd dan me lief is.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant