Alice Koers
Alice Koers

Een van de jongens

‘Ik moet pissen’ gilt Sami met een benauwd gezicht op het moment dat we in de auto willen stappen. Direct gaan bij mij de alarmbellen rinkelen. Deze ken ik van een paar weken geleden. Toen zei ik dat hij het op moest houden tot we thuis waren. Het werd een helse rit. 

‘Lukt niet meer!’ riep hij steeds. ‘Knijpen!’ ‘Doe ik al. Help, het komt!’ ‘Niet doen, harder knijpen.’ Enfin, bij elke hobbel en bocht in de weg gilde hij harder. We hebben het huis nog droog gehaald, maar hier heb ik vandaag dus geen zin in. Ik kijk om me heen.

‘Kom, in de struikjes plassen.’ Hij kijkt me verwilderd aan. Wordt keurig opgevoed door zijn moeder, die dit niet in haar hoofd zou halen. ‘Waar dan?’ ‘Daar, in de hoek, achter de auto, niemand die je ziet.’ Hij staat te springen van hoge nood en ziet ook geen andere uitweg. Terug naar school mag niet, weg is weg. Hij zoekt een goede plek en neemt positie in. 

‘De juf komt eraan.’ ‘Ik ga wel voor je staan.’ Hij aarzelt nog, maar even later hoor ik een groot geklater. ‘Nu heb ik een papiertje nodig.’ 

‘Heb ik niet.’ ‘Wat moet ik nu dan doen?’ ‘Zwabberen.’ ‘Wat?’ ‘Zwabberen. Zo heen en weer zwaaien, dan vliegen de druppels er af.’ Achter mijn rug beweeg ik mijn hand heen en weer. 

Het is even stil, geritsel en hij komt eraan. Enthousiast roept hij: ‘Weet je hoe ik het gedaan heb? Ik heb niet mijn broek naar beneden gedaan, maar zo en hij laat zien hoe alleen de band van zijn broek naar beneden ging. 

‘Nu nog mijn handen wassen.’ Ha! Op deze ben ik voorbereid, inmiddels ook geleerd. Tegenwoordig heb ik altijd een pak vochtige snoetenwassers in de auto. 

‘Waarom zeg je trouwens pissen? Dat woord heeft je moeder je vast niet geleerd’ vraag ik als we eindelijk onderweg naar huis zijn. 

‘O, dat zeggen de jongens op school allemaal. Pissen. Maar thuis zeg ik plassen hoor!’ Voor de zoveelste keer ben ik dankbaar voor zijn vertrouwen. Blijkbaar beschouwt hij me als een van de jongens. Je kunt het ver schoppen als bonusoma!

Alice Koers