Bep Labree. Foto: Alice Koers
Bep Labree. Foto: Alice Koers

'Iedere taalvrager die de taal leert is heel dankbaar'

Bep Labree bruist. Die benijdenswaardige hoeveelheid energie zet ze in om andere mensen te helpen. Dat doet ze het liefst via taal. Daarom is ze na haar jarenlange carrière als kleuterjuf, taalcoach en later ook coördinator geworden. 

Door Alice Koers

Het is zomers heet. Onder de parasol op het terras van restaurant De Pauw in Warnsveld is het heerlijk. We zitten in een hoek aan een rond tafeltje en drinken thee. Bep heeft zin in het interview en begint enthousiast te vertellen. 

"Waarom doe ik wat ik doe, wat is er belangrijk? vroeg ik me af in de voorbereiding op dit interview. Nadat ik ben gestopt met mijn werk als kleuterjuf en bouwcoördinator aan de Lea Dasschool in Leesten zocht ik een nieuwe invulling van mijn leven. Ik deed al veel creatieve dingen, zoals schilderen en tekenen, mijn tuin en op mijn kleinkinderen passen natuurlijk, samen met mijn man Adalbert. Ik had energie over, miste zinvol zijn voor andere mensen. Datgene waar ik voor sta uitdragen."

Waar sta je voor?
"Een medemens helpen. Ik krijg er veel energie van als iemand iets nodig heeft. En ik wil dat graag via taal doen. Communicatie vind ik belangrijk. Contacten leggen, emoties delen, samen plezier hebben. Dat is zo leuk aan het beroep kleuterjuf. Daar gaat ook alles om uitwisseling tussen de kinderen en de juf en de kinderen onderling."

Wilde je altijd al kleuterjuf zijn?
"Ja, al van jongs af aan. Toch heb ik eerst nog diverse andere opleidingen en werkzaamheden gedaan. Op een gegeven moment kwam mijn droom om kleuterjuf te zijn weer naar boven en heb ik op latere leeftijd alsnog de Pabo gedaan. Ik heb me met hart en ziel gestort op het lesgeven aan de Lea Dasbergschool in Leesten. Na 22 jaar ben ik gestopt. Het was genoeg geweest, ik wilde andere dingen gaan doen. Via vrijwilligersorganisatie Stichting Gilde Zutphen ben ik in aanraking gekomen met het taalcoachproject. Ik wist direct: dit is het! Ondersteuning bieden aan anderstaligen die Nederlands willen leren. Toen later de functie van coördinator vrijkwam ben ik dat erbij gaan doen."

Wat is precies het taalcoachproject?
"Het project is opgezet in 2009 met het doel Nederlands te leren aan anderstaligen: volwassen verblijfstatushouders (mensen die van buiten de EU komen en hun inburgeringscursus met goed gevolg hebben afgerond) of volwassen Europese (werk)migranten. Daarnaast moeten ze inwoner zijn van de gemeente Zutphen of Lochem. 

Het coachen is met name gericht op spreken en luisteren. Ik ben begonnen als taalcoach voor een aantal mensen. Het zijn 1-op-1 relaties. Ik vind het heel leuk om me erin te verdiepen hoe je dat doet, iemand jouw taal leren en ze wegwijs te maken in jouw land. Iedere coach doet dat weer op haar/zijn eigen manier, al krijg je ook ondersteuning vanuit het project. We werken samen met onder meer TopTaal, een onderwijsinstelling voor anderstaligen, die hun leerlingen vraagt of ze een taalcoach willen. We werken niet alleen met hen samen, maar ook met de bibliotheek en de gemeente. 

Me verdiepen in hoe ik iemand Nederlands kan leren vind ik heerlijk. Vanuit bijvoorbeeld het Chinees, Arabisch of Turks is het moeilijker omdat het geen Germaanse talen zijn. Ik weet hoe het is, want ik leer zelf momenteel de Griekse taal. Ik heb een Griekse schoonzoon en vind het belangrijk om met zijn familie in hun eigen taal te kunnen praten. Ik begrijp daardoor ook beter waar de anderstaligen in het leren van het Nederlands tegenaan lopen. 

Alles begint met taal. Of het nou gaat om een baan vinden, een studie volgen of simpelweg je redden in een ander land. Ik ondersteun ze in hun taal op een manier die dicht bij hun manier van leven staat. Wat zijn de interesses van iemand?"

Wat doet een coördinator? 
"Het leuke van de functie van coördinator is dat je contact hebt met zowel de taalvragers als de taalcoaches. Je doet van allebei de intake, zodat je een goede match kunt maken. Verder organiseer je bijeenkomsten voor de taalcoaches en blijf je contact met hen houden. Ook ben je aanspreekpunt voor andere organisaties." 

Doen jullie ook iets met de Oekraïners die naar Zutphen gekomen zijn?
"Ja, dat vond ik heel belangrijk. Ik las in de krant dat er caravans voor hen kwamen in Warnsveld, op een veld dichtbij mijn oude school. Ik heb toen direct stappen ondernomen. Ben met de gemeente en de school gaan praten. Vijf taalcoaches hebben zich aangemeld om mee te doen. 

Uiteindelijk werd er een informatiemiddag georganiseerd door de gemeente. Met behulp van een tolk heb ik uitgelegd wat de bedoeling was. De eerste keer kwamen er twaalf Oekraïense vluchtelingen. We hebben het geluk dat enkele van hen redelijk Engels spreken, zodat zij als tolk kunnen fungeren. Ook in deze groep blijven we dicht bij hun leefwereld. We bespreken bijvoorbeeld een folder van de Lidl. Hoe heten de producten, wat zeg je bij de kassa? We leren ze zichzelf te presenteren, hun naam en waar ze wonen. En om korte dialoogjes te houden.

Iedere taalvrager die de taal leert is heel dankbaar. Het voorziet echt in een behoefte. Dat maakt mij dan weer heel enthousiast. Ik vind het niet alleen belangrijk om mensen de taal te leren, maar ook te vertellen hoe Nederland in elkaar zit. De cultuur, de natuur, de politiek. Volgens de Oekraïense vrouwen zijn wij Nederlanders heel open. Ze zijn er verbaasd over, maar vinden het heel prettig."

Ben je tevreden met hoe het gaat in Nederland met anderstaligen?
"Niet helemaal. Wat ik bijvoorbeeld slecht vind is dat mensen die in het asielzoekerscentrum wonen soms van stad naar stad worden gestuurd. Hebben ze de ene plaats leren kennen, krijgen ze een huis in een willekeurig ander deel van het land. Dan moeten ze helemaal opnieuw beginnen met hun woonplaats te leren kennen en een nieuw netwerk op te bouwen. Ik ben bijvoorbeeld taalcoach van mensen die hier vrienden zijn geworden, maar ze komen op grote afstand van elkaar te wonen. Dat is toch jammer?"