Loes Klinge jeugd- en consultatief arts. Foto: Jolien Wilmar

Loes Klinge jeugd- en consultatief arts. Foto: Jolien Wilmar

'Dertig jaar arts en nooit opgehouden met leren'

Als Loes Klinge thee voor mij zet, kijk ik in het rond en zie ik links in de hoek een gezellig houten nijlpaard naast een paar trommels, twee giraffes, een uitheems krukje en aan de wand hangt een Afrikaans kleed. Foto's tonen een jonge Loes aan het werk in Afrika. Loes is jeugd- en consultatief arts en houdt als zelfstandig ondernemer praktijk in Zutphen, Arnhem en Steenderen.

Door Jolien Wilmar

"Ik zal een jaar of acht geweest zijn, toen iemand op school kwam vertellen over zijn ervaringen met zendelingenwerk in Afrika. Vanaf dat moment dacht ik: ik wil dokter worden om in Afrika te kunnen werken.” Het werd een weg vol hobbels van zitten blijven, struikelen over exacte vakken en uitloting, maar met mijn droom voor ogen ben ik toch dokter geworden en heb ik inderdaad drie jaar in Zambia gewerkt als arts in een klein streekziekenhuis. Samen met mijn studiegenoot, die later mijn partner werd, waren wij de enige twee artsen in het ziekenhuisje. We moesten dus alles wat er aan pathologie binnenkwam aanpakken, inclusief chirurgie en keizersnedes.

Het overige ziekenhuispersoneel bestond uit Zambianen. Naast hun dienstverband in het ziekenhuis hadden zij nog een andere bezigheden, zoals het verbouwen van mais op een eigen akkertje. Dat werk ging vóór het werk in het ziekenhuis, waardoor het personeel regelmatig te laat kwam of helemaal niet op kwam dagen. De in Zambia opgeleide artsen vertrokken naar het buitenland en de mensen die wij opleidden, vertrokken naar de grotere steden, zo bleef het ziekenhuis afhankelijk van westerse artsen. Gelukkig is de huidige ontwikkelingshulp meer gericht op ondersteuning van plaatselijke initiatieven, dan op het invullen van tekorten."

"Het was een hele leerzame tijd, omdat het werken in een andere cultuur een bijzondere ervaring is. Het werken zonder specialisten, maar zoveel mogelijk zelf moeten oplossen, was een uitdagende taak, die ons veel inzichten heeft gebracht. Uiteindelijk moesten we terug naar Nederland omdat ik steeds malaria kreeg en mijn partner een opleidingsplek had gevonden om zich als huisarts te kunnen scholen."

VG-arts
Terug in Nederland eindigde Loes haar jeugddroom, maar gelukkig had zij nog een tweede ambitie, namelijk arts worden binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg. De parallel tussen het werk in de tropen en in de verstandelijk gehandicaptenzorg is dat je in beide gevallen je diagnoses moet stellen zonder heldere anamnese. Het achterhalen van de kwaal en het vinden van een passende aanpak vraagt om gedegen lichamelijk onderzoek, maar ook om een non-verbale communicatieve vaardigheid, vertelt Loes. "Luisteren met al mijn zintuigen, is een kunst waarin ik mij graag bekwaam."

Jeugdarts
Na het Afrika avontuur werden er drie dochters geboren. Toen de oudste vier jaar werd en naar de vrijeschool ging, kwam Loes in aanraking met de antroposofie. Ze verdiepte zich via studiegroepen, conferenties en literatuur in deze geesteswetenschap en kwam steeds meer tot de overtuiging dat de antroposofische visie, waarbij de mens wordt gezien als een geheel van lichaam, ziel en geest, recht doet aan wie wij als mens zijn. Werkende als arts bij Fatima Zorg, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking, en levend met haar drie kleine meisjes, groeide het verlangen om antroposofisch arts te worden.

Tien jaar later was er binnen gezin en werk de ruimte voor deze nieuwe studie en kon Loes ook beginnen als antroposofisch jeugdarts binnen een reguliere setting, hier in Zutphen (een antroposofisch arts is gewoon regulier opgeleid en beschikt daarnaast over inzicht in antroposofische therapieën en heeft kennis van antroposofische medicatie).

"Na enkele jaren begon ik samen met een verpleegkundige een eigen consultatiebureau in Arnhem en weer een jaar later heb ik ook in Zutphen de overstap naar zelfstandig ondernemer gemaakt. Als zelfstandig bureau doen we onze eigen planning en kunnen we zelf, in samenspraak met de de ouders, de intervallen tussen de consulten bepalen.” Dat biedt ons de mogelijkheid om werkelijk bij alle aspecten van ontwikkeling van kind en ouderschap stil te staan.

Een kind laten opgroeien in gehechtheid met zijn omgeving maar vooral ook met zichzelf, is een kunst waar we met de ouders veel over spreken. Belangrijk is bijvoorbeeld dat het kind de tijd krijgt om iedere ontwikkelingsstap op zijn eigen tempo te mogen zetten. Misschien probeert een kind wel twintig dagen achtereen om zich om te draaien en als dat dan op dag eenentwintig helemaal zelfstandig lukt, dan beleeft het kind een enorme overwinning en plezier. Zo leert het dat volhouden loont. Dat noemen we ook wel vitamine F (van frustratie). Wordt het kind echter al rechtop gezet voordat het zelfstandig kan gaan zitten, dan ontneem je het kind de kans iets zelf te veroveren. Dat is een gemiste kans voor het opbouwen van een krachtige lichamelijke én psychische ruggengraat.

Ik zie het ook als mijn taak, om ouders zich bekwaam te laten voelen in het begeleiden van ziektes van hun kind. Zodat zij rustig en vol vertrouwen naast een ziek kind aanwezig kunnen zijn en weten wat gezond ziekzijn is en wanneer zij hulp moeten inroepen. De mens heeft een enorm vermogen tot genezing. Wanneer we onszelf en onze kinderen de tijd geven om dat genezend vermogen zijn werk te laten doen, kan bijvoorbeeld koorts zijn helende werking hebben en groeit het vertrouwen dat we zelf met behulp van natuurlijke middelen in staat zijn veel ongemak te overwinnen."

Als kind wilde Loes naar Afrika omdat ze dacht dat ze daar 'echt goed werk' kon doen. Nu antwoordt ze op de vraag, wat zie je nu als 'echt goed werk'?" "Kinderen helpen groeien in de gehechtheid aan zichzelf. En in mijn werk als consultatief arts heb ik goed werk gedaan, als ik iemand heb kunnen helpen in het vinden van een vitaal nieuw evenwicht. Hetzij naar beterschap, hetzij naar leren leven met een chronische ziekte of zelfs het leren omgaan met een stervensproces."