Joyce Aalbers. Foto: Alice Koers
Joyce Aalbers. Foto: Alice Koers

'Vroeger kwamen er vooral mensen met weinig inkomen, nu is het heel hip'

Samen met haar man drijft Joyce Aalbers een kringloopwinkel in de Noorderhaven. Ze was 16 jaar tandartsassistente en kwam via haar man in contact met de branche. Ze geniet er nog elke dag van en zit vol verhalen. Ze vraagt zich af waarom mensen stelen, als de spullen toch al zo goedkoop zijn.

Door Alice Koers

Joyce ontvangt me lachend. Ze neemt me mee naar een kleine ruimte achter de toonbank, waar een tafeltje staat met een paar stoelen eromheen. Pup Bailey ligt op een kussen in het kantoortje. We gaan direct van start.

Vond je een kringloopwinkel altijd al leuk?
"Nee hoor, ik kwam er vroeger nooit. Ik ben 16 jaar tandartsassistente geweest. Pas sinds ik mijn man leerde kennen, hij had een kringloopwinkel in Doetinchem. Ik vond het leuk om mee te helpen. Eerst alleen kleine klusjes. Gaandeweg raakte ik er meer vertrouwd mee en bleek ik het heel leuk te vinden. Vooral het contact met de mensen."

Hoe kwam je in Zutphen terecht?
"Er bleek asbest in het pand te zitten. Na 25 jaar moesten we eruit. In Doetinchem was geen geschikte locatie te vinden, dus zijn we om ons heen gaan kijken. Zutphen was geschikt en we kregen ruimte toegewezen aan de Pollaan. We hadden steeds al een oogje op dit pand, maar er zat helaas geen bestemming op voor kringloopwinkels. Dat is later aangepast, zodat we alsnog hierheen konden verhuizen. September 2021 zijn we hier opengegaan."

Is er een verschil in klanten tussen Doetinchem en Zutphen?
"De klanten hier zijn leuker. In Doetinchem dingen ze af. Hier zijn ze veel makkelijker. Er zijn ook verschillende goederen. Wat we in Doetinchem weggooiden, halen ze hier als eerste uit de schappen. Babybedjes en babyspulletjes blijven hier veel langer staan. Stoelen en kastjes doen het daar niet, hier wel. Hier hoeven we bijna niets weg te gooien. In Doetinchem juist veel."

Wie zijn de mensen die naar de kringloopwinkel komen?
"Heel verschillend. Er zijn mensen die elke week hun rondje komen maken. Gelukszoekers noemen we ze. Veel mensen vinden het leuk om iets in een kringloopwinkel te kopen. Vroeger kwamen er vooral mensen met weinig inkomen, nu is het heel hip. Op dit moment is bijvoorbeeld vintage totaal een rage. Spullen uit de 70- en 80-er jaren. Heel donker eiken wil men heel weinig. Het is elke keer weer anders. En er komen vaak asielzoekers, die hier hele inboedels vandaan halen als ze een huis toegewezen hebben gekregen."

Jullie verhuren ook kastruimte en vierkante meters. Waarom doen jullie dat? 
"Mijn man kwam op het idee. Er staan zoveel mensen in weer en wind op een rommelmarkt. Dit is hetzelfde idee. Alles staat droog, ze hoeven er zelf niet blij te blijven, wij rekenen voor hen af. En zo komen er ook steeds nieuwe dingen in de winkel. Dat trekt mensen."

Komen je kinderen later ook in de zaak? 
"Mijn zoon in ieder geval niet. Hij is medium en Reiki master. Als kind was hij altijd al aan het communiceren met mensen die ik niet zag. Tegen wie praat je? vroeg ik dan. Die mevrouw daar in die witte jurk, zei hij bijvoorbeeld. Op school wilde hij niet naar het kindertoilet, omdat hij daar dode mensen zag. Of hij praatte met mijn overleden moeder. Hij wordt nu begeleid door mensen van het Zesde Zintuig. Ik heb die gevoeligheid ook, maar ik ben er bang voor. Toch heb ik ook wel een ervaring gehad, hier in de winkel. De vorige eigenaar was in het magazijn na sluitingstijd. Ik was onderweg naar hem toe, toen ik opeens een vrouw zag lopen. Hoe kan dat nou? vroeg ik me af. Er is toch niemand meer. Ik vroeg de eigenaar of hij die vrouw gezien had. Niet dus. En ik wist zeker dat ze door de gangen liep."

Wordt er veel gestolen?
"Ja", zegt Joyce onmiddellijk, "het is vreselijk. Nog niet zo heel lang geleden kwam er op een dag een oude man binnen. Hij was zeker boven de tachtig en droeg een lange leren jas. Een opvallende verschijning dus. Opeens was hij weer weg. ‘Die heeft iets gestolen’, zei mijn man. We liepen naar ons kantoor om de videobeelden te bekijken. En ja hoor. Hij stond bij een plastic rots, waar eerder een Lorelei op had gezeten. Die komt nog een keer terug, zei mijn man, hij wil ook de rots hebben. Zonder rots is dat poppetje niks waard. De volgende dag was hij er weer. We wachtten tot hij het ding in zijn zak had laten glijden en spraken hem toen aan.

- ‘Mijnheer, u hebt gestolen.’
- ‘Ja, dat klopt.’
-‘Maar dat mag toch niet?’
- ‘Nee, dat weet ik, maar ik kan er niets aan doen, het gaat vanzelf. Mijn vader was kleptomaan en dat ben ik ook.‘
-‘Ik wil dat u naar huis gaat en alles wat u gestolen heeft, naar ons terugbrengt, anders bellen we de politie.’

We waren vol verbazing toen hij nog diezelfde middag terugkwam met een uitpuilende vuilniszak.

- ‘Jullie zeiden dat ik álles terug moest brengen wat ik gestolen had. Nou, dit is alles.’

Eerder deze week kwam er een auto ons terrein op rijden. Toevallig zaten wij voor het raam van ons kantoor pauze te houden en zagen hoe een man de achterklep opendeed. Buiten staan planten en die begon hij een voor een in te laden, tot de achterbak nagenoeg vol was. ‘Hij gaat toch wel betalen?’ vroeg ik. Maar nee, de achterklep ging dicht en de man stapte in de auto. Vliegensvlug deed mijn man het hek dicht en liep naar buiten.

- ‘Hé mijnheer, was u nog van plan af te rekenen?’
- ‘Nee, dat was ik niet van plan. Ik ben hier zaterdag ook al geweest en heb toen ook niet betaald. Daar staat: 1 + 1 gratis. Nou, dan hoef ik dus niet te betalen.’
- ‘U stapt nu uit en zet de planten weer terug op hun plaats.’
- ‘Dat doe ik niet!’

We hebben zelf de achterklep open moeten maken en de planten weer op hun plaats gezet.

Waarom stelen mensen, vraag ik me af. Het kost al zo weinig. Als je echt geen geld hebt, zeg het dan, dan kun je het van ons krijgen. Maar stelen, dat vind ik echt heel erg."