Wil van Uden. Foto: Karin van der Velden
Wil van Uden. Foto: Karin van der Velden

'Het voelt als gezwabber in mijn hoofd'

APART KADER

Karin van der Velden schreef een vierdelige serie artikelen over dementie. Allereerst sprak zij met Wil van Uden, een 67-jarige man die dementie heeft en een actieve en betrokken inwoner van Warnsveld is. Ook sprak zij met zijn partner Geke. Daarnaast heeft Van der Velden twee Zutphense casemanagers gesproken en met De Bovenkamer/Odensehuis. Deze week deel 1: het verhaal van Wil van Uden.

WARNSVELD - Twee jaar geleden kreeg Wil van Uden uit Warnsveld de diagnose Alzheimer. De verschijnselen kwamen vrij plotseling en het ging daarna hard achteruit. Wil is pas 67 en weet heel goed wat er aan de hand is: “Het is verschrikkelijk vermoeiend, dat ik om de vijf minuten niet meer weet wat ik aan het doen ben.”

Alzheimer is een ziekte die het eerst het korte termijngeheugen aantast. Dat merkt Wil ook: “Maar wat veertig jaar geleden is gebeurd, weet ik nog precies. Tot in de kleinste details. Als dertienjarige jongen melkte ik koeien met de hand. Dat is zelfs ruim vijftig jaar geleden, maar dat weet ik nog heel goed. Heerlijk die verse melk, zo romig. Met die melk kun je de lekkerste dingen maken.”

In zijn werkzame leven was Wil politiecommissaris, zes jaar geleden ging hij met pensioen. Hij werkte op verschillende locaties, maximaal veertig kilometer van zijn woonplaats. Samen met zijn vrouw Geke was Wil actief in het sociale leven en een fanatieke carnavalsvierder: “We zijn gastvrij en krijgen altijd veel bezoek. We wonen in een leuke buurt en hebben goed contact met de buren. Maar mensen staan niet meer voor mij in de rij.” Wil is vader en trotse opa: “Gisteren waren de kleinkinderen nog hier. De hele kamer lag vol lego. Met mijn kleinzoon heb ik gezocht naar de kippen van de buren, die waren losgebroken. Dat was leuk.”

Een gesprek
voeren is
moeilijk voor
iemand met
Alzheimer,
omdat je de
woorden niet
meer vast
kunt houden

Een gesprek voeren is moeilijk voor iemand met Alzheimer, omdat je de woorden niet meer vast kunt houden: “Andere mensen gaan soms te snel voor mij. Zij kunnen dingen heel snel verwerken, dat kan ik dus niet. Het helpt als mijn vrouw erbij is. Zij is een bikkel, dat geeft nog vuur!” De ogen van Wil sprankelen terwijl hij dat zegt.

De vader van Wil had ook dementie: “Ik herkende het wel, dat ik niet meer zo sterk in mijn hoofd zit. Ik heb het waargenomen, maar wist niet hoe diep ik erin zat. We gingen naar de huisarts en naar het ziekenhuis. Zo’n proces gaat niet ineens. Ik ben heel boos geweest, dat zal nog weleens gebeuren. Ik moest testjes doen, maar daar werd ik helemaal gek van. Er is een grens waar ik niet overheen kom. Het voelt als gezwabber in mijn hoofd. ‘s Avonds en ‘s nachts is het nog erger. Ik heb echt wel liggen janken, maar ik zet wel door!” 

Na de diagnose Alzheimer heeft Wil zich nog ingezet om de hoogspanningsmasten achter zijn woning weg te krijgen: “Mensen in de buurt hebben er last van, kunnen niet goed meer functioneren. Ik zeg: Haal ze toch gewoon weg, maar het is een politieke zaak. Daarover heb ik ook gesproken met de commissaris van de Koning. Hij kende mij uit de tijd dat ik bij de politie werkte. We kwamen in gesprek en ik heb hem verteld wat er in mijn hoofd gebeurt. Het gesprek heeft wel wat opgeleverd.”

“We zijn wel weer een beetje aan het kijken of er voor mij iets leuks te doen is. Je moet iets te doen hebben, je hoofd moet verfrissen, het moet weer brommen!” Om de twee weken gaat Wil een halve dag naar het Odensehuis in Zutphen: “Dat is voornamelijk een mannenclub, zes mannen onder leiding van Henri. Het lijkt een vergadering, met Henri als voorzitter, waar we informatie uitwisselen. We vertellen elkaar wat we hebben gedaan, wat ons is overkomen. Soms maken we een wandeling.

“Verder doe ik overdag heel weinig. Sporten, dat doe ik nog steeds. Dat is goed voor hart en longen. Een beetje joggen. Vroeger heb ik ook trainingen gegeven. En ik wielren, maar dan moet je niet denken aan de Tour de France. Lichamelijk in beweging blijven helpt om je hoofd op orde te krijgen. En lachen. Als je veel lacht, ben je vrij van zorgen.”