Kirsten Dorrestijn. Foto: Floor Schrijvers
Kirsten Dorrestijn. Foto: Floor Schrijvers

'Ik ben echt bang dat mijn kinderen later geen vlinders meer zien'

Een journalist die een journalist interviewt, het moet niet gekker worden. Maar Kirsten Dorrestijn (37) is niet zomaar een journalist, ze is natuurjournalist en daar zijn er pakweg maar tien van in Nederland. Naast het feit dat ze zich graag verdiept in planten en dieren, woont ze sinds kort in Zutphen, wat ze een oase noemt, én is ze de dochter van een bekende natuurfanaat: schrijver en cabaretier Hans Dorrestijn.

Door Mirjam van Biemen

Zowel Kirstens man als zij brachten hun jeugd door in Gelderland, maar beiden waren tot acht jaar geleden nog nooit in Zutphen geweest. Een interview met Harm Edens voor het tijdschrift FietsActief brengt Kirsten voor het eerst naar het Hanzestadje waar ze met de bekende presentator al pratende langs de IJssel naar Voorst fietst. Eigenlijk is ze dan al verkocht, maar het duurt nog jaren voordat ze de overstap van Amsterdam naar het afgelegen Zutphen durft te maken. Na deze fietstocht besluiten Kirsten en haar man jaarlijks te wandelen in deze streek en wordt er zoetjesaan gefantaseerd over een verhuizing naar de Achterhoek. Na de geboorte van hun twee kinderen is het zover en valt de keuze op een nieuwbouwwoning in de wijk Noorderhaven.

Ze woont hier pas zes maanden, maar voelt zich als een vis in het water, vertelt ze me zichtbaar verheugd. "De mensen lijken haast zen hier. Er is nog tijd voor een praatje en iedereen is aardig voor ons en de kinderen." Haar werk kan ze makkelijk vanuit huis doen, soms telefonisch, maar ze is ook veel op pad voor kranten als NRC, Trouw en Het Parool. Daarnaast werkt ze nog voor natuurorganisaties als Natuurmonumenten, Vogelbescherming en IVN waarvoor ze de coördinatie van het tijdschrift Mens en Natuur verzorgt. Veel bezigheden, maar Kirstens favoriete genre blijft toch de reportage. Zo schrijft ze onder meer over vossen in de hoofdstad, eetbare planten, het uitpluizen van uilenballen, boomkikkers in de Achterhoek en otters langs de IJssel.

Het schrijven zat er al vroeg in bij Kirsten. Als elfjarig meisje, toen nog woonachtig bij haar moeder in Ede, geeft ze de Frettenkrant uit, een blad over de fret als huisdier. Merkwaardig genoeg besluit ze zich na haar middelbare school in te schrijven voor een studie psychologie, maar hier stapt ze gauw vanaf na een etentje met haar vader en een vriendin. "Die vriendin twijfelde over de studie Nederlands en mijn vader, die dezelfde studie had gedaan, vertelde die avond zó bevlogen over deze richting, dat ik besloot hetzelfde pad te volgen, wat hij geweldig vond." De eerste jaren van haar studie, schrijft ze voor een studentenblad en deze eerste stukken leest ze telefonisch allemaal aan hem voor, waarop hij haar van aanwijzingen voorziet om de verhalen beter te laten lopen. Inmiddels is dit niet meer nodig en heeft ze zijn tips ingelijfd. Toch is Hans Dorrestijn maar wat trots op zijn dochter. Nog altijd knipt hij haar stukken uit, die hij bewaart op haar oude kamer die ze nog steeds bij hem heeft.

"Hij is echt zo'n opa waarvan je hoopt dat een vader is", zegt ze als ik naar hem vraag. "Hij komt regelmatig logeren, speelt met de kinderen en maakt ze aan het lachen." Helaas voor Kirsten zitten deze bezoekjes er op dit moment even niet in omdat Hans, inmiddels eenentachtig, herstellende is van een operatie. "Hij heeft even in het ziekenhuis gelegen, maar is zich nu weer aan het voorbereiden op zijn nieuwe en waarschijnlijk laatste show." Die show, met de toepasselijke titel 'Het houdt een keer op', gaat onder meer over aftakeling, overbevolking en alsmaar hogere temperaturen, iets waar Kirsten zich, als natuurjournalist, ook zorgen over maakt. "Ik ben er dag en nacht somber van. Het is zelfs zo erg dat ik soms denk dat ik ervoor in therapie moet", zegt ze. Haar zorgen gaan met name over biodiversiteitsverlies, iets wat sterker aangewakkerd werd door de research voor haar eerste boek over Nederlandse inheemse dieren in het wild dat volgend jaar zomer verschijnt. "Ik wist al dat het slecht ging met insecten, maar dat ook de hazen, egel en kikkerpopulatie in sneltreinvaart afneemt, vind ik schrikbarend. Ik ben echt bang dat mijn kinderen later geen vlinders meer zien." Toch ziet Kirsten veel kansen, iets waar ze 's nachts over piekert, maar ook overdag, als ze rondfietst in de stad. "Ik fiets rond met een dierenblik", vertelt ze lachend. "Staan er voldoende bloemen in de berm? Tegeltuinen zijn nu een trend, maar de beestjes help je er niet mee."

Het liefst zou ze de gemeente willen adviseren, al twijfelt ze of zij daar de aangewezen persoon voor is. "Bermen kunnen veel insectvriendelijker. Diegene die bij de gemeente over groen gaat zou moeten weten dat kort gemaaid gras geen zoden aan de dijk zet. Goed biologisch zaad, zoals koninginnenkruid, moet er gezaaid worden, anders krijgen ze alsnog chemische middelen binnen." Zelf legde Kirsten, die ook in een huis met een tegeltuin terechtkwam, onmiddellijk een geveltuintje aan en tevens hoopt ze met haar 'tuiny forest' haar achtertuin straks om te toveren tot een kleine wildernis waar egels en vogels bescherming kunnen vinden. Soms voelt het dan ook wat dubbel voor Kirsten om in een nieuwbouwhuis te wonen. "Het is huis is goed geïsoleerd, maar het had nog veel duurzamer gekund als er bijvoorbeeld voor mussenkasten gekozen was tijdens de bouw. In nieuwbouwwoningen is geen nestgelegenheid meer onder de dakpannen en dat maakt dat het helaas ook slecht gaat met de mus."

Kirsten hoopt met haar dierenboek opnieuw de aandacht te vestigen op grote en kleine Nederlandse dieren, dus ook het lieveheersbeestje komt aan bod. Op luchtige wijze worden recente ontwikkelingen en wetenschappelijke inzichten rond deze dieren in reportagestijl gedeeld. "Al lopende ga ik met een expert op zoek naar die dieren, er komen er zo'n dertig aan bod", sluit ze af.

Geïnspireerd door dit gesprek, besluit ik diezelfde middag nog met mijn zoontje van vijf een wandeling langs de IJssel te maken. We nemen een loeppotje mee, waarmee je via een vergrootglas insecten kunt bekijken. Tot mijn schrik duurt het inderdaad ruim een uur voordat we een insect tegenkomen. Een lieveheersbeestje, dat dan weer wel.

Ook een inheems bos op tuinformaat en zo de dieren een handje helpen? Kijk op ivn.nl/tuiny-forest.