Afbeelding

Leven

De vogels fluiten. Er vliegt een vlinder voorbij. De zon schijnt nu even niet, maar misschien straks weer wel. De buurman werd net afgevoerd met de ambulance. Foute boel. De sirene galmde nog ver door. Apart hoe dat geluid dan meer binnendringt. De trein rijdt voorbij. Een duif landt op het gras. Ik denk, alweer, aan mijn nicht die een paar dagen geleden haar oudste zoon verloor. Aan mijn tante die hij altijd belde wanneer hij niet lekker in zijn vel zat. Zijn broer die met hem opgroeide. Wij leefden mee, hoopten mee dat het goed zou komen tijdens de twee dagen dat hij vermist was. Maar helaas. Er wordt aangebeld. Pakketje. Het leven gaat door. Het is niet te begrijpen. Terwijl in Afghanistan mensen, vooral vrouwen en meisjes, voor hun vrijheid en leven vrezen, kan ik gewoon een wasje draaien en een beetje voor me uit staren uit het raam. Kan ik lummelen. Me druk maken om niks en om van alles. Om het feit dat een huisgenoot vergat een nieuwe toiletrol op te hangen. Om ons gedemissioneerde kabinet. Om de ongelijke verdeling in de wereld. Het is stil. Ik voel dat er regen in de lucht hangt. Hoeveel regen kan een mens hebben, een huis, een land? Hoeveel vuur? Waar verblijven mensen wiens huis is weggespoeld of verkoold? Hoe kun je vakantie vieren vlak naast een rampgebied? Onbeperkt voedsel eten met extreme honger op een paar uur vliegen? Fortuinen uitgeven aan luxe met zoveel armoede? Kortsluiting in mijn hoofd. Weer een trein. Mijn adem. Ik hoef er niets voor te doen, het gaat vanzelf. Dat wat leven heet.

Anouk Plantinga