Harm Edens: "Het nadeel van een bekend hoofd is dat iedereen altijd een bepaald beeld van je heeft. Mensen zien van mij meestal alleen de buitenkant. Die andere kant van mij kent bijna niemand." Foto: Bonnita Postma

Harm Edens: "Het nadeel van een bekend hoofd is dat iedereen altijd een bepaald beeld van je heeft. Mensen zien van mij meestal alleen de buitenkant. Die andere kant van mij kent bijna niemand." Foto: Bonnita Postma

Harm Edens: 'Ik ben niet bang om mijn emoties te laten zien'

ZUTPHEN - Als kind wil Harm Edens (59), scenarioschrijver, programmamaker en presentator, maar één ding: ontsnappen aan zijn verstikkende jeugd. Als hij op zijn vijftiende naar Londen gaat voelt hij zich er meteen thuis. Hij schreef er een boek over. “Gevoelens? Die waren er bij ons thuis niet.”

Door Alize Hillebrink

Het nieuwste boek van Harm Edens (59) leest zoals hij praat. Soms ‘hoor’ je zelfs de nadruk en klemtoon die hij veelvuldig toepast als hij spreekt. De meesten kennen hem van tv, radio en af en toe een optreden voor ‘zijn’ stad Zutphen. De man die graag animeert en het ijs breekt. “Het nadeel van een bekend hoofd is dat iedereen altijd een bepaald beeld van je heeft. Mensen zien van mij meestal alleen de buitenkant. Die andere kant van mij kent bijna niemand.”

Met zijn boek brengt hij daar verandering in. Daarin vertelt hij over zich anders voelen als kind, alleen zijn en niet begrepen worden, een vader die hem belemmert vrij te ademen, een moeder met een onverwerkt oorlogstrauma en een fundamentele angst, die daarmee het dagelijks gezinsleven beïnvloedt. “Ik mocht geen lange sjaal, want dan kon ik onthoofd worden door een langsrijdende bus. En fietsen met slippers was ook verboden, want dan kon ik voor een auto vallen.” Handelingen werden voortdurend vergezeld met zinnetjes als ‘pas op’ en ‘kijk uit’. De jonge Edens ontdekt al snel de kracht van humor, maar ook daarin wordt hij niet begrepen.

Ik en mezelf en ik
In het jaren ’50 werk-appartement van zijn partner, gelegen aan een gracht in Zutphen, maakt hij koffie. Een zacht briesje waait door het openstaande raam. “Heerlijk rustig is het hier. Ik kan hier heel goed werken.” Het is de plek waar hij het merendeel van zijn boek heeft geschreven. Hoe het was om over zichzelf te schrijven vraag ik, als we aan zijn schrijftafel in de woonkamer zitten. “Anders,” zegt hij, “en heerlijk. Ik heb de lol in het schrijven teruggekregen. Ik heb 23 jaar comedy’s voor tv geschreven en dat doe je altijd met zijn tweeën. Nu was het: ik en mezelf en ik.” Hij glimlacht. “Door corona ben ik daar aan toe gekomen. Tijdens de eerste lockdown dacht ik: drie maanden binnen zitten, dat red ik niet. Zo zit ik niet in elkaar. Toen klopte het universum op mijn hoofd: je vader is nu een jaar dood, moet je daar niet eens wat mee doen? Ik dacht: Já, ik moet iets met mijn jeugd. Dat verhaal wil ik ordenen. Maar hoe schijf je een totaal van humor gespeende jeugd op? Zodanig, dat het niet een loodzwaar, zuur verhaal wordt? Het mocht geen verhaal worden van iemand die zijn jeugd nog moet verwerken. Want dat is niet zo. Dus begon ik met Engeland.”

Op het omslag prijkt een vaalwit kledinglabel, vastgenaaid op de stof van Engelse Tweed. “De Engelse verhalen, die waren leuk om op te schrijven. Met mijn jeugd is het anders. Op mijn zeventiende verliet ik mijn ouderlijk huis. Door de afstand besefte ik: wat kom ik uit een raar nest! Als je erin zit weet je niet beter en deal je ermee. Maar het was een verstikkende kaasstolp waar we met zijn vieren onder leefden. Zó weinig lucht.”

'Ik wilde ook eens horen:

Nou, Harm, wat goed

van je. Maar dat kwam

nooit. Het was nooit

goed genoeg'

Gemist
Hij neemt een slok koffie. “Naarmate het elastiek uitrekte, werd de behoefte dat het toch nog goed zou komen, steeds groter. En ik werd me er steeds meer van bewust wat ik níet had gehad in mijn jeugd. Als ik een vader met zijn zoontje hand in hand over straat zag lopen, dacht ik: wat kun je allemaal leuke dingen doen als vader! Dan werd ik diep verdrietig en bekroop me een gevoel van weemoed. Die kant heb ik gemist. Dus als ik een keertje bij m’n ouders was ging ik nog harder mijn best doen. Want ik wilde ook eens horen: Nou, Harm, wat goed van je. Maar dat kwam nooit. Het was nooit goed genoeg.” Hoe was dat voor je zus? “Mijn oudere zus paste perfect in de driehoek. Ik was degene die onaangepast was, degene met te veel energie en lawaai, het publieke figuur. Nee, voor haar was ik niet per se de ideale broer.”

Zijn worsteling om als kind te ontsnappen aan het keurslijf van zijn ouders, het gevoel van nooit-voldoen, de gezelligheid die er nooit was, zijn coming-out, combineert hij moeiteloos met verhalen over zijn liefde voor Engeland. “De Engelse verhalen maakten het verteerbaar om te schrijven over mijn jeugd. Het is geen lui boek, zeker niet uitgekauwd voor de lezer.” En, met enkele levenslessen. “De bedoeling is dat mensen er even bij kunnen stilstaan. Even ‘zijn’. Zoals ik hier nu met jou zit en een momentje heb. Dat is toch mooi?”

De meest zure dingen heeft hij niet eens opgeschreven, zegt hij. “Het boek was bedoeld om ordening te scheppen en het proces rond te maken, voor mezelf. Mijn vader was een nette en joviale man, aan de buitenkant. Maar dat was maar een dun laagje. Hij was breed ontwikkeld, maar hij had het nooit over gevoelens. Die waren er niet. Aanraking was er niet. Terwijl ik daar juist enorm van houd, op het tactiele af. En ik ben niet bang om mijn emoties te laten zien.” Nee, hij voelt zich geen koekoekskind. “Ik herken ook veel van mijn vader in mijzelf. Zijn verbale welbespraaktheid bijvoorbeeld, maar ook wel autistische trekjes.” Lachend: “Die krijg ik af en toe voorgespiegeld door mijn partner.” Demonstratief draait hij zijn boek zodat het in één lijn ligt met te rand van de tafel. Snel beweegt hij het weer terug. “Een stukje controle.” Was humor je redding? “Ik denk het wel, zonder humor was het een stuk lastiger geworden.”

Zutphen
Opgegroeid in Enschede, studeert hij Nederlands in Groningen, Theaterwetenschap in Amsterdam en strijkt met zijn partner, ‘andere Harm’, uiteindelijk neer in Haarlem. Achttien jaar geleden verhuisden ze samen naar Zutphen. “De aanleiding was volkomen dom. We waren op bezoek bij een collega van andere Har, die het wel zag zitten als we hier zouden komen wonen. Toevallig stond er in haar straat een woning te koop en hadden ze de sleutel geregeld. We konden even kijken als we wilden. Ondanks dat er dertig redenen waren om het niet te doen; te groot, te duur en te ver van ons werk, voelde het gelijk goed. De koeien in het coulisselandschap, de IJssel, de ruimte. Een heel erg goed gevoel ja.”

Wat maakt Zutphen zo fijn om te wonen? “Zutphen is een minimetropool. Neem de markt op zaterdag: ik tref er zo dertig mensen die ik ken, even bijpraten. Heel prettig vind ik dat. In Haarlem woonden te véél BN’ers. Je kent ze, maar het zijn echt niet allemaal je vrienden. Hier is het nuchterder, het past gewoon beter. Ja, Zutphen is me heel dierbaar.”

'Ik kan een uur naar één

boom kijken'

We praten al een uur aan en hebben het nog niet gehad over zijn liefde voor natuur. “Natuur is voor mij een bron van grote rust. Natuur brengt me enorm veel. In de natuur voel ik de verbinding met alles wat is, het ‘AL’. In natuur kun je zíjn. De magie van het groene. Ik kan een uur naar één boom kijken en daar enorm van genieten.”

Al twaalf jaar zet hij zich in voor een betere, duurzame wereld. “Tv, radio en schrijven doe ik ernaast. Door mijn werk ben ik in de positie om mensen bij elkaar te krijgen.” In zijn boek geeft hij een waarschuwing: ‘You have to maintain your garden’. Hij veert op: “Ik bedoel daarmee: Als iedereen zich zou bekommeren om het kleine stukje aarde waar hij of zij op woont zou het al veel beter gaan. Waarom zou je in een wereld leven die je tegelijkertijd met elkaar over het randje duwt? Het gaat echt niet goed met het klimaat. De wereld raakt op. Het spel is uit. Dus: minder vlees eten, de landbouw anders inrichten, minder waarde hechten aan materiële zaken en minder vliegen. Gelukkig zie ik dat bedrijven steeds meer hun verantwoordelijkheid pakken. Al is het soms uit egoïsme.”

‘Totally unnatural behavior’
En dan toch nog even over volkomen onnatuurlijke gedrag. “De titel is een vertaling van een Engels verhaal, waarin een dame het gedrag van haar hondjes afdoet in de kofferbak als ‘Totally unnatural behavior’. Maar ook de wijze waarop mijn ouders mijn gedrag als volkomen onnatuurlijk ervoeren en andersom, want ik vond hun levenswijze ook volkomen onnatuurlijk.”


Volkomen onnatuurlijk gedrag - De erfenissen van mijn jeugd, Harm Edens. Uitgevrij Spectrum, prijs gebonden: 21,99 (ebook 12,99), 310 pagina’s.

KADER: Harm Edens signeert op zondag 27 juni zijn nieuwe boek bij Van Someren & Ten Bosch, Turfstraat 19 in Zutphen. Tijd: 14.00 – 15.00 uur

INZET:

Harm Edens in het kort

Geboren: 4 augustus 1961 Enschede

Woonplaats: Zutphen

Opleiding: Nederlandse Taal- en Letterkunde en Theaterwetenschap

Eerste baan: nooit gehad, eerste betaalde werk was het vertalen/bewerken van hoorspelen

Vervoermiddel: witte auto

Sport: fitness (wegens tijdgebrek) en wandelen

Houdt niet van: oneerlijkheid en treuzelen

Mooiste boek: Dat zijn er zoveel… van Geheim Dagboek van Hans Warren tot Een Verhaal van Liefde en Duisternis van Amos Oz

Mooiste film: Niet per se de mooiste maar Festen hakte er wel in.

Mooiste muziek: Paul Simon

Onmisbaar: m’n energie

Leesfragmenten

Op m’n vijftiende ging ik met school naar Londen. Ik was een vroege leerling. Het gastgezin haalde me op in een grote lichtblauwe Jaguar. Dat begon goed! Wij hadden thuis geen auto, want dat waren oncontroleerbare moordmachines. Wist mijn vader als oud-politieagent. We gleden langs de Tower Bridge en de Houses of Parliament en ergens in een mooie wijk met witte huizen stapten we uit. Bij het eten kreeg ik een bord vol onherkenbare dingen voor m’n neus. De andere leden van het gezin hadden ook zo’n bord. Als laatste kwam er een mand vol sauzen, azijnen, mosterds en chutneys op tafel.
Toen hij mijn verbaasde blik zag zei de heer des huizes: ‘Why exaggerate on the cooking if you cover it with ketchup anyway?’ En hij voegde de daad bij het woord.
Ik voelde me helemaal thuis.

~

Thuis was ik ook het buitenbeentje. M’n vader, m’n moeder en m’n zus begrepen elkaar. Die hadden samen ergens voor mijn geboorte een geheim genootschap opgericht waar ik geen lid van mocht worden. Zij begrepen elkaar, ze voelden elkaar aan en daarom hoefden ze het nooit ergens over te hebben, niks uit te spreken en nooit iets recht te zetten. Het was het genootschap van ingeslikte verlangens, genegeerde frustraties en eeuwigdurend isolement. Ik was altijd degene die het niet snapte, die het niet kon of die het niet pikte.

~

Als je je hele leven onder controle wilt houden, heb je het druk. Je hebt geen tijd meer voor andere dingen, wat meteen een voordeel is, want de meeste daarvan probeer je te vermijden. Niks vieren, geen mensen over de vloer, nooit iets onverwachts doen en vanuit je eigen stoel de wereld in de gaten houden. Alles in vaste patronen, altijd beheerst en ingehouden. Zolang ik me kan herinneren heb ik me daartegen verzet.

De cover van zijn boek.