Elektrisch rijden

Afgelopen dinsdag moest ik met een kennis naar Groningen. We hebben Europa’s eerste fabriek voor vrachtauto’s op waterstof bezocht. En aansluitend waren we op bezoek bij de Nederlandse importeur van een ander merk waterstof-trucks in Delfzijl. Een flink aantal kilometers hebben wij voor de boeg.

“Rij jij of rij ik?” was vooraf de vraag. Uiteindelijk reed mijn kennis, want hij rijdt elektrisch. En zo zat ik die dag, 400 km lang, in zo’n zwaar elektrisch gevaarte. Een meer dan gemiddelde auto, uit China, die overigens heerlijk soepel en stil rijdt. Maar helemaal geruisloos is het niet, je hoort nog altijd de banden op het wegdek. Het dashboard maakt indruk met zo’n groot display. We vertrekken met een volle accu en onderweg kan ik mijn ogen niet van de batterijstand afhouden. Zouden we het gaan halen? 200 heen en 200 terug.

De problemen beginnen al op het industrieterrein in Hoogezand. De kabel aan de laadpaal blijkt te kort om bij te laden. Het invoerpunt van onze auto zit op een ongunstige plek. Een paar uur later in Delfzijl geeft de display een laadstation aan, maar na herhaalde rondjes rijden kunnen we niets vinden. Tot plotseling achter een geparkeerde auto een laadpaal opduikt. Hier kunnen we onze eigen kabel inpluggen. Straks kunnen we gelukkig in één ruk doorrijden naar huis. Wat een gedoe als je gewend bent je tank vol te gooien en bijna 1000 km zorgeloos kunt rijden. Dat hippe rijden is wel leuk, maar je moet er wel goed bij nadenken. Voor de familie Bombeld is zo’n accucar overigens geen oplossing, met een caravan achter de trekhaak kom je niet ver.

Over rijbereik van elektrische auto’s kan André overigens meepraten. Woensdag sprak ik hem tijdens de koffie in het Pakhuis. Hij rijdt al jaren op stroom, maar vooral in de beginperiode waren de accu’s snel leeg. Onderweg naar het provinciehuis in Arnhem werd de zaak steeds penibeler. Gaat de auto het halen of wordt het een paar kilometer lopen? Vlak bij het provinciehuis duikt hij een straatje in om toch nog een paar honderd meter af te snijden. Zijn auto rijdt inmiddels automatisch in de laagste stand, nog een paar honderd meter en dan… een wegopbreking. Hij schiet gestrest een voorbijganger aan: “mijnheer ik heb de accu bijna leeg en moet direct opladen. Hoe kom ik het snelste bij de laadpaal”. De man begrijpt zijn probleem. “Dan rijdt u vijftig meter rechtdoor, slaat dan af de winkelstraat in, neem de eerste afslag rechts en dan bent u er. Er is echter wel een probleem, die winkelstraat mag u niet inrijden, alleen voor laden en lossen. Maar voor u is dat geen probleem, want volgens mij moet u laden”.