Afbeelding

Eindexamen

Het woord examen had in de middeleeuwen een heel andere betekenis, namelijk een ‘ondervraging’ op de pijnbank. Je kon je er, zeker als je ketter of heks was, onmogelijk op voorbereiden, want je dood stond al vast voordat je ondervraagd werd. Mijn dochter leerde de herkomst van het woord examen kennen toen ze op 17 mei de Walburgiskerk inliep, naar haar tafel op anderhalve meter en de stilte indaalde en ze begon met haar eindexamen.

Ik staar naar de 15 losse velletjes verspreid over mijn te kleine tafeltje. Ik worstel met het toepassen van zes jaar aan kennis op de vragen die er voor me liggen. Alles galmt in deze kerk. Mijn hoofd bonkt van het eindeloos stampen, oefenen, lezen, schrijven. En dan? Wat ga ik met die kennis doen? Het is handig dat ik weet hoe belastingen werken, maar iedereen zonder economie komt er ook wel achter. En de rest? Wat ga ik nog doen met kenmerkende aspecten, de verschillende aardplaten en de talloze Franse vervoegingen? Waarschijnlijk verdampt al die kennis in mijn hersenpan als gevolg van de warmte deze zomer.

Na het eerste examen, Wiskunde A, komen mijn dochter en haar vrienden thuis alsof ze daadwerkelijk drie uur lang op de pijnbank hebben gelegen. De weken daarna zie ik de van pijn vertrokken gezichten regelmatig terugkomen. En niet omdat ze er slecht voor staan of er met de pet naar gooien. Ze leren alsof hun leven ervan afhangt. Niet alleen om te slagen maar vooral om verlost te raken van al die opgelegde kennis.

Vandaag krijg ik te horen of ik geslaagd ben. Hopelijk mag de vlag uit en vieren we mijn bevrijding.

Marita Coppes & Minne van der Mast