Dromen

Tijd is een ongrijpbaar iets. Met het verstrijken der jaren lijkt het steeds harder voorbij te razen. Ik begrijp wel waarom mensen mindfulness en meditatie prediken. Je in kleermakerszit in het grote niets laten zakken lijkt een handvat om de tijd vast te grijpen, het moment volledig binnen te laten komen in de hoop zo meer grip te krijgen op je leven. Helaas lukt dat nooit echt helemaal en moet je dan leren om ook die behoefte weer los te laten. Ik geef mezelf vrijaf van zulke praktijken omdat ik voorvoel dat ik vanuit een kleermakerszit nooit meer overeind zou kunnen komen.

Soms kan mijn eigen geest me ineens decennia terug in de tijd werpen, voel ik weer waar ik veertig jaar geleden van droomde en moet ik mismoedig vaststellen dat ik glad vergeten ben om dat in mijn leven te integreren. Ik nam in een onverklaarbare en onlogische haast om de eindstreep te halen de weg van de minste weerstand. Waarom woon ik tweehoog achter terwijl eindelijk de lente losbarst en ik ineens weer voor me zie hoe ik als dertiger met jonge kinderen een moestuintje aanlegde en droomde van een modderig vers worteltje uit de donkere aarde? Ik herinner mij natuurlijk ook wel dat het onkruid harder groeide dan mijn werklust, maar nu het groen zo fel is dat het bijna pijn doet aan mijn ogen verbaas ik mij over het gemak waarmee ik mijn ouderdom heb aanvaard en onderhoudsvrij in een appartementje ben gaan zitten verpieteren.

Gelukkig heb ik een fiets en bloeit het kant van de wegen, het fluitenkruid, nog steeds uitbundig. Bij Bussloo mogen al mijn kleren uit en lig ik tussen de boterbloemen. Een vrouw benadert mij of ik mijn strijdvaardigheid in de schaal wil leggen om tegen te houden dat het paradijs waar ik me bevind een camping zal worden. Protest in adamskostuum, ik vermoed dat het leuk kan werken maar niet met dit lubberende kostuum. Mijn mailadres wil ik haar best geven als ze daarmee geholpen is.

In de verte ligt een prachtig gevormd paar zich te koesteren in de zon. Hij krult zich liefkozend om haar heen, zoent haar buik en ik zie hoe ze zich moeten bedwingen om hun omgeving niet volledig te vergeten. Bij het betere beminnen zijn tijd en ruimte van geen belang. Zulke momenten heb ik ook gekend. Als zand glipte het tussen mijn vingers door. Maar ze waren er. Het bestaat.