Seringen

Een gehele sporthal is gevuld met mijn eigen leeftijdssegment. Het is boeiend om te zien hoe krakkemikkig mijn soortgenoten al dan niet zijn. Sommigen lopen kwiek en hebben nog een dikke bos haar, wel allemaal wit of grijs. Wie een andere kleur tooi draagt heeft dat duidelijk uit een potje. Er komen ook mensen uit busjes gerold, met rollators en in rolstoelen. Dat ik daar nog niet bij hoor maakt dat ik mijn rug recht en op mijn allerkwiekst op de spuit afsteven. Ik heb vriend Arend nog voorgesteld om er een uitje van te maken, in de ochtend een shotje en dan voor twaalven aan de jonge jenever. Ik deed dat natuurlijk puur om hem te sarren maar hij nam het serieus op. Zijn ogen werden zo groot als schoteltjes en hij maakte zich op om me enorm op mijn sodemieter te gaan geven.

Onderweg naar de hal zag ik de mooiste seringen, de lucht was bezwangerd met hun geur. Ik moest eraan denken hoe Marie vroeger vaak met bossen bloemen thuiskwam. Fluitekruid uit de berm met seringen uit het gemeenteplantsoen onder haar snelbinders. Zo gezagsgetrouw is ze dus niet altijd geweest. Ik herinner me dat ze een keer met het buurmeisje bloemen had geplukt, maar dat de moeder van het meisje ze niet hebben wilde. ‘Die vallen zo uit,’ zei ze met een vies gezicht.

Nu verheugt Marie zich op de spuit die ik dadelijk krijg, dan mag ze haar pa weer eens omhelzen. ‘Van mij mocht dat steeds al,’ reageerde ik schamper. Nu besef ik dat ik best eens hardop kan zeggen dat ik me er ook erg op verheug om mijn dochter in de armen te sluiten.

Terwijl de naald in mijn arm verdwijnt hoor ik de stem van Arend die met een monotoon Brits accent Monty Python imiteert: ‘Crucifixion, one cross each. Vaccination, first door on the left.’

Je kunt er veel van vinden, hoe de bevolking die prikken door de strot geduwd krijgt, hoe de lange termijn effecten nog onbekend zijn. Mogelijk zou ik het met Arend eens kunnen zijn, ware het niet dat ik een gemakzuchtig mens ben. Het kan me eerlijk gezegd niet zo erg boeien wat erin zit, ik wil hem om daarna weer eens met andere dingen bezig te zijn. Op de terugweg jat ik een grote bos seringen om dat te vieren.