Afbeelding

Hartheid

Stel nou, hè, dat we het eens over een andere boeg zouden gooien. Stel dat we het nou gewoon eens anders zouden doen. Stel nou eens dat we gewoon dát zouden gaan doen waarvoor we gemaakt zijn. Stel dat we de goedheid die we allemaal in ons dragen, waarmee we allemaal geboren zijn, gewoon mogen laten zien? Niet omdat het moet, maar omdat het kan.

Niet alleen wanneer er elders op de wereld een ramp is geweest en we en masse duizenden euro’s overmaken. Of als het water echt aan iemands lippen staat, dat we dan (pas) een helpende hand toeschieten, zoals wanneer een moeder en zoon die gevlucht zijn uit hun land, dreigen uitgezet te worden uit Nederland. Wat als we het de normaalste zaak van de wereld gaan vinden te geloven in de hartheid van iedereen, dus ook onszelf? Dat we, zonder dat daar een hartaanval of hartzeer voor nodig is, ons hart gaan vóélen. Mede daarom is het toch zo fijn om mens te zijn?

Laten we het hart, dat we meestal alleen op medisch vlak aanspreken, wanneer er sprake is van problemen of hypothetisch, een veel belangrijker functie geven. Dat het niet alleen fysiek bepaalt of we in leven zijn of niet, maar dat dit op elk vlak het geval wordt. Dat ‘Hartzaken’ op de agenda komt, niet alleen in de medische wereld, maar overal en bij ons allemaal. Privé, in business, in de politiek… Dat we de hardheid die zo normaal is geworden en waaraan we zo gewend zijn geraakt, in onszelf en bij elkaar, durven laten varen en inruilen voor hartheid. Ons hoofd in dienst van het hart. Dan heeft het niet voor niets die naam gekregen.

Anouk Plantinga