Afbeelding

Covid 19-muur

Hoewel in mijn familie van herkomst niemand besmet is geraakt met het coronavirus, kampen we wel met de gevolgen van deze pandemie. De meningen over het virus lopen zo uiteen dat je over een schisma zou kunnen spreken; een Covid-19 muur die dwars door de zo vanzelfsprekende banden heen loopt.

Aan de ene kant is er het kamp van burgerlijk gehoorzamen die alle maatregelen bloedserieus nemen met als gevolg dat ze niemand willen zien, zelfs mijn in oktober geboren nichtje niet. Aan de andere kant is er een kamp van burgerlijk ongehoorzamen, die rebels worden van de maatregelen en hun vrijheid boven alles verdedigen.

Op zich is het verschil in kleur en mening een kwaliteit in mijn familie. Echter wordt het ingewikkeld als de groepsapp, waar ook kinderen in zitten, een plaats wordt waar deze meningen geventileerd moeten worden, er gebeld wordt of we ons wel netjes aan de maatregelen houden, als er mondkapjes meekomen met kerstkaarten en familieleden uit de app stappen omdat ze niet gehoord worden in hun mening.

Persoonlijk zit ik niet in een kamp. Dit is niet omdat ik geen mening heb, maar om het feit dat ik geen enkele overtuiging belangrijk genoeg vind om de verbinding met mijn familie te verliezen. Als meningen bunkers worden waaruit we op anderen kunnen schieten of harnassen waarin we ons gelijk vasthouden, als er geen ruimte is voor vragen of verwondering, dan hoor ik in mijn hoofd de grand dame Violet uit Downton Abbey zeggen:

’Meningen zijn als gebeden, heel nobel maar ongemakkelijk voor op een feest.’

Marita Coppes