Auteur Hans Heesen.

Auteur Hans Heesen.

Alize Hillebrink

Romandebuut

Hans Heesen: 'Ik ben mateloos
nieuwsgierig'

ZUTPHEN - Het nieuwe romandebuut van Hans Heesen (62) gaat over het leven van een achttienjarige jongen in Zutphen. “Hij lijkt op mij, ik zoek ook vaak overal iets achter.”

Een scherpe branderige geur hangt in de lucht. Het is dinsdag, de vaste koffiebrandersdag van de in de Zutphense koffieleverancier De Pelikaan. Zutphen, het is het decor van de debuutroman van Hans Heesen. We hebben afgesproken bij hem thuis in de Laarstraat. De oude trekbel aan de gevel schalt vrolijk door zijn huis. Even later opent Hans Heesen met joviaal en hartelijk gebaar de deur.

Als docent aan de filmacademie geeft hij al een jaar les vanuit huis. Het afgelopen jaar is hij nog maar één keer op zijn werkplek in Amsterdam geweest. “Dat was tijdens de introductie van de eerstejaars in september, een eerste ontmoeting die fysiek móet en wat gelukkig ook kón.” Filmtheater Luxor, waar hij directeur is, is al maanden dicht. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Op zoek naar films reist hij als een digitale globetrotter door het world wide web. “Mijn nieuwsgierigheid is mateloos. Ik heb het afgelopen jaar wel vierhonderd films gezien.” Van verhalen krijgt hij geen genoeg, zegt hij. “Verhalen helpen me de wereld te begrijpen.” Zijn nieuwste boek ligt voor hem op tafel. Af en toe raakt hij met zijn hand de kaft. “Dit heb ik geschreven om mijzelf te helpen begrijpen.”

Het is twee jaar na het verschijnen van zijn debuutbundel Naar Zutphen. Een bundel met verhalen die als in een web met ragfijne draadjes van en naar Zutphen voeren. In Een naderend begin van iets nieuws is de provinciestad het epicentrum. De hoofdpersoon is een jongen van achttien jaar. “Een verhaal met veel autobiografische elementen. In de kern zit mijn leven, zit ikzelf.”

'Hoe pak je dat eigenlijk

aan, het leven?'

Heesen werd geboren in de Gasthuiskamp. “Tot en met mijn achttiende speelde mijn leven zich af in Zutphen. Terugkijkend: “Een periode waarin je als kind eigenlijk alleen maar op school zit.” En dan word je achttien. Je schoolperiode ligt ineens achter je, de wereld voor je. Heesen: “Je bent vrij. En dan? Vol van ‘graag willen’, van gretigheid, maar naar wat? En hoe pak je dat eigenlijk aan, het leven?” Daarover gaat Een naderend begin van iets nieuws.

Zutphen
In de foto van de Zutphense fotograaf Zeijlemaker uit de jaren ’40 a ’50 op het omslag, herkent iedereen die Zutphen een beetje kent de Bult van Ketjen. Op de achtergrond voert een sliert vrachtschepen over de IJssel. De melancholie ademt van de kaft, voert de lezer meteen het verhaal in. “Het Zutphens decor draagt bij aan de sfeer in het boek. Voor de hoofdpersoon doet dat ertoe.” Alsof hij er zojuist is neergestreken, beschouwt de naamloze jongen de wereld om hem heen. Niet wetend wat hij met zichzelf en het leven moet beginnen. Hij zoekt woonruimte en nog dezelfde dag krijgt hij van zijn oom een kamer in een statig pand aan de IJsselade, waar hij zonder betaling mag wonen. Als tegensprestatie moet hij elke maand de huur ophalen bij diverse andere huurders. Met een baantje van twee dagen per week in een boekwinkel en het schrijven van synopsissen voor speelfilms voorziet hij in zijn onderhoud. De wereld ligt aan zijn voeten, maar deze lijkt zich anders voor te doen dan hij in werkelijkheid is. Wie zijn eigenlijk die personen op de naambordjes aan de Zutphense gevels van wie hij de maandelijkse huur moet innen? Heesens ogen beginnen te glimmen. “Dat wat er niet is, maakt het interessant.” Met nadruk: “Ik maak geen onderscheid tussen detail en dat wat groter is. De diepte in, met al je aandacht. Alles wat je met aandacht doet, vind ik interessant.”

Plots veert hij op en excuseert zich. Terugkomend vanuit de keuken presenteert hij een bord vol chocosoesjes. “Deze had ik nog.” Feestelijk klinken we op zijn boek en daarna wil ik nog even de plek zien waar hij zijn boek heeft geschreven. Een smalle trap leidt naar een alkoof met schrijftafel. Trots: “Hier zit ik dan, aan de inkttafel van kunstenares Dirkje Kuik.” Een blik op de wand vol kunst, boeken en films en we dalen weer af naar beneden, de diepte in.

'Iedereen heeft weleens

het gevoel dat het leven

langs je heen gaat'

“Iedereen heeft weleens het gevoel dat het leven langs je heen gaat,” zegt Heesen. “Zoals de stilstaande trein op het station waar je in zit gaat rijden en dat je er dan achter komt dat het niet jouw trein is die rijdt, maar de trein op het spoor ernaast. Je ziet het maar je krijgt er geen grip op. Het leven als een soort vacuüm waar je uit wil, maar je weet niet hoe en waar naar toe. Het kan alle kanten op en je stoot voortdurend je neus.” De vragen die de jongen aan zichzelf over de wereld om hem heen stelt stapelen zich gaandeweg op. In dat vacuüm ligt de zoektocht van de jongen, naar het leven en zichzelf.

Er zijn duizenden dingen die op een kameleontische manier wegvallen in het decor van alledag omdat ze heel gewoon lijken. Maar er gaat een wereld achter schuil die, als je er maar een klein beetje in probeert door te dringen, eindeloos veel vragen oproept. (fragment uit: Een naderend begin van iets nieuws)

IJverig zoekt de lezer met de jongen mee naar antwoorden, maar wanneer hij dreigt het spoor bijster te raken, blijkt dat de vragen een doel op zich dienen. Het ‘overal iets achter zoeken’, is een poging greep te krijgen op hoe dingen werken, de wereld, het menselijk gedrag.

Dat elk antwoord weer nieuwe vragen oproept, net zo lang tot er in plaats van meer duidelijkheid een ondoordringbare mist ontstaat. (fragment uit: Een naderend begin van iets nieuws)

“De dwang om te duiden, is een licht autistisch trekje,” bekent Heesen. “Bijvoorbeeld iemand die naar je lacht. Wat betekent dat? Is het een lach van blijdschap, vriendschap of waardering, dat weet je niet. Dat vraag ik me vaak af.” De jongen tracht uit zijn meervoudige observaties iets coherents te vinden. Enigma’s als schakeringen in een caleidoscopische wereld. Omringd door bijpersonen met raadselachtige namen, zoekt hij uiteindelijk naar zijn eigen identiteit. Ingebed in het herkenbare decor en stratenpatroon van Zutphen, dat voor de hem en de lezer misschien wel de enige zekerheid is.

Een naderend begin van iets nieuws is vanaf 17 april verkrijgbaar in de boekhandel. 120 pagina’s. 16,50 euro.


[APART KADER (1)]
Andere romans die zich afspelen in Zutphen

Een Italiaan in Zutphen - HC ten Berge

Het geheim van een opgewekt humeur - HC ten Berge

Het Godgeschenk - Hanz Mirk

Voor rechter - Koen Scharrenberg

Bart - Ap Dijksterhuis (speelt in Leuvenheim en in Zutphen)


[APART KADER (2)]

Drie leesfragmenten uit Een naderend begin van iets nieuws

I

Op de IJssel klonk de roep van een scheepstoeter met de klagende klank van een uitgeput lastdier. Een zwaarbeladen vrachtschip voer traag in noordelijke richting, om een stukje verderop rechtsaf te slaan naar het Twentekanaal, op weg naar het Ruhrgebied. Het voer onder Israëlische vlag, wat me vreemd voorkwam. Ik kon me niet herinneren ooit eerder een Israëlisch binnenvaartschip te hebben gezien. Het maakte een verdwaalde indruk. Een paar maanden eerder had een man van middelbare leeftijd me op straat aangesproken met de vraag: ‘Is dit Zutphen?’ Ik had geknikt, waarna hij verder was gelopen. Ook hij had een verdwaalde indruk gemaakt. Ik had niet kunnen zien of mijn bevestiging hem tevreden stelde of niet, en had nog een tijdje nagekauwd op zijn vraag. Als iemand je de weg vroeg ging het meestal om een bepaalde straat of plek in de stad, niet om de stad zelf. Hoe was deze man in Zutphen beland zonder te weten óf hij in Zutphen was? Het was aan de frisse kant, maar hij droeg geen jas. Een koffer had hij niet bij zich. Ik had hem nagekeken tot hij aan het eind van de Turfstraat rechtsaf de markt op liep, richting de kade, en uit het gezicht verdween, en bedacht dat, als hij per schip was aangekomen, zijn vraag misschien niet zo wonderlijk was als ik gedacht had.

II

Op de Groenmarkt stond een fanfareorkest te spelen. Ongetwijfeld was er een aanleiding voor, vermoedelijk een feestelijke, maar welke was niet duidelijk. Een handvol voorbijgangers bleef staan. Een man wees ergens naar. Een magere man die met veel kabaal een met oud ijzer beladen bakfiets voort trapte over de kinderkopjes, greep de muziek aan om zichzelf een kleine pauze te gunnen en een shagje op te steken. Het koper weerkaatste droefgeestig tussen de huizen. Schoenmaker Deters kwam in de deuropening van zijn winkel staan. Als het op dat moment was gaan miezeren had niemand er iets van kunnen zeggen.

III

Mijn kindertijd schiet me als een droom te binnen. De wekelijkse bezoeken op zondag aan mijn grootouders en de spelletjes waarmee mijn zusje en ik zoet gehouden werden. Spelletjes waar altijd wel iets aan ontbrak. Een zoekgeraakte damschijf, vervangen door een knoop. Een pak speelkaarten zonder de jokers. Een incompleet mikadospel, een scrabblespel waarvan letters ontbraken en een sjoelbak, in de oorlog door mijn opa zelf gemaakt, die een vak miste omdat de plank die hij ervoor had gebruikt niet breed genoeg was. We moesten het er maar mee doen.

Het jaarlijkse verjaardagscadeau: een dik, persoonlijk door mijn opa ingebonden boek met blanco bladzijden. Ik kreeg het als ‘tekenboek’, maar het papier was zó glad dat potloden er geen vat op kregen. Prospectuspapier. Omdat hij dacht dat het duurste papier het meest toepasselijk voor een cadeau was. Het bleven daarom boeken zonder inhoud, ze verdwenen ongebruikt, zonder tekeningen en zonder verhaal, in een doos.

De boekenkast van mijn opa en oma met linnen banden zonder titel of auteursnaam op de rug, boeken eveneens door mijn opa zelf ingebonden. Had hij ze gelezen? Ik herinner me titels die tot mijn kinderverbeelding spraken: Bosco de toovenaar in Holland of de ontdekte geheimen aller toovenaars en goochelaars en Gedenkschriften van een Siberiër : verhaal van de verbanning, gevangenschap en ontsnapping van den Poolschen edelman Rufin Piotrowski.

Het leven als oefening. Geconfronteerd worden met dat wat er niet is en het ontbrekende proberen in te vullen. In het besef dat je geheugen altijd tekortschiet en de aantekeningen die je hebt gemaakt, hoe uitgebreid ook, ontoereikend zijn, omdat je niet opmerkzaam genoeg bent geweest.


[APART KADER 3]

(PASPOORT)

Hans Heesen in het kort

Geboren: 28 maart 1959

Woonplaats: Zutphen

Opleiding: ik twijfel nog

Eerste baan: Boekhandel Kobus (onbezoldigd); Nederlandse Filmdagen (bezoldigd)

Vervoermiddel: fiets

Sport: tennis

Houdt niet van: de dictatuur van het geld

Mooiste boek: Avonturen van de Baron Von Münchhausen

Mooiste film: Un dimanche à la campagne van Bertrand Tavernier

Mooiste muziek: Lou Reed

Onmisbaar: nieuwsgierigheid

Afbeelding