Gerrit van der Zwaan. Foto: Pim van der Zwaan

Gerrit van der Zwaan. Foto: Pim van der Zwaan

'Als je honderd bent dan beleef je echt van alles'

ZUTPHEN - Hij verheugde zich zo op zijn honderdste verjaardag, dat hij al een jaar tevoren aan het organiseren was. Honderd gasten op een zevengangendiner en een koor dat hem toezingt. Verdrietig was Gerrit van der Zwaan (100) dat het allemaal niet door kon gaan. En toch had hij een onvergetelijke dag toen het eenmaal zover was.

Door Meike Wesselink

Een bezoek van de burgemeester en een klein concert met accordeon. Gebak, een rozet, slingers, foto’s en zijn geliefden nabij. “Voor één ding ben ik erg dankbaar en dat is dat het hierboven nog prima werkt. Ik zou zo een toespraak kunnen houden waar natuurlijk helemaal niemand op zit te wachten”, grapt Gerrit meteen.
Voor hem is de mijlpaal van honderd er vooral een van terugkijken. Een bijzonder leven dat hij al samenvatte in een boekwerk. “Misschien een beetje eigenwijs, maar ik heb altijd het gevoel gehad dat ik iets te vertellen heb.”

Sinds de Tweede Wereldoorlog is er geen dag voorbij gegaan dat hij er niet aan dacht. Negentien jaar was Gerrit toen de oorlog dichtbij zijn voordeur in Den Haag begon. “Gelukkig ben ik de dans ontsprongen, maar verschillende van mijn relaties hebben het leven gelaten tijdens het bombardement in woonwijk Bezuidenhout.”
Met tranen in zijn ogen vertelt Gerrit hoe hij twee Joodse meisjes op straat zag lopen op de allereerste dag dat de gele ster gedragen moest worden. Toen de meisjes een groepje jongelui passeerden, maakten zij voor hen een diepe, diepe buiging. “Dat heeft veel indruk op mij gemaakt.”
Gerrit voelde zich schuldig dat hij niets wezenlijks had ondernomen. “Toen er een oproep kwam om te helpen aan de wederopbouw in Israël na de Jom Kipoer-oorlog dacht ik dan ook: ‘Gerrit als je nog iets goeds wilt doen, ga erheen.’ Dat heb ik gedaan en ik ben er achttien jaar gebleven. Een prachtige tijd die echt niet altijd gemakkelijk was. Op een goede dag was een van de gidsen ziek en werd aan mij gevraagd of ik toeristen gedurende veertien dagen door de woestijn wilde rondleiden. Na die keer heb ik het nog eens 125 keer gedaan. De woestijn is zo ongelooflijk mooi. Je denkt dat het er een saaie boel is, maar het is er zó vol kleuren, prachtig."

Gerrits echtgenote Mieke mijmert nog even door over de vele reizen die ze samen maakten. Jordanië, Griekenland, Joegoslavië, Indonesië. “Een hotel namen we eigenlijk nooit. We wilden tussen de mensen zijn om kennis met hen te maken en op die manier kennis te maken met het land. Almen, ook daar zijn we gek op. Jarenlang hadden we er een stacaravan en voelden we ons helemaal opgenomen in de gemeenschap.”

“Neem alleen Zutphen al”, zegt Gerrit over de stad waar hij al dertig jaar met Mieke woont. “Het is toch een prachtige oude stad met historische gebouwen. Ik houd erg van oude steden.”

Omdat Gerrit er zelf niet over spreekt, stipt zoon Pim het muzikale talent van zijn vader nog even aan. Een talent dat Pim zelf ook meenam in zijn verdere leven. Het is maar een van de vele dingen uit het rijke leven van de jubilaris. “Ik ben al zo oud dat ik een achterkleinkind heb. Als je honderd bent, dan beleef je echt van alles.”