Heldin

‘Pa, wat attent van je om te bellen. De dag is bijna voorbij, maar toch.’ Ik sta voor mijn raam en tuur naar de verlaten straat in het zachte schijnsel van de straatlantarens. ‘Mama kwam langs en we hebben op gepaste afstand in het park gewandeld,’ vertelt ze verder. Ik pijnig mijn hersens, verjaardagen, trouwdagen, sterfdagen van dierbaren, de dag van onze scheiding desnoods? Waarom is het attent dat ik bel en hoe kan ik de hulpvraag waarmee ik bel nog omvormen? (Ik kan mijn mail niet openen en de technische verandering die daarachter schuilt valt niet te achterhalen. Een prangend probleem, moet ik deze column met de hand schrijven en persoonlijk naar de redactie brengen? Ze zien me aankomen, dan ben ik echt een man uit de vorige eeuw. Ik weet overigens niet eens of er een redactie ìs, waarschijnlijk werkt iedereen vanuit huis.)

Op straat loopt een kalende man met onzekere tred, hij kijkt spiedend om zich heen. ‘Mama had zelfs bloemen meegenomen. Heel lief, maar ik heb ze toch maar niet aangenomen. Hoe moet ik rozen ontsmetten? Ik weet niet wat ze dacht toen ze die kocht, maar goed, het is het gebaar dat telt.’

Ik kijk weer naar buiten en schrik, in de verte komen twee agenten de hoek omgeslagen. Ik klop op mijn raam maar de kalende man lijkt het niet te horen. Ik begin zenuwachtig te worden. Het lijkt een eeuwigheid te duren voor hij de juiste kant uit kijkt. Dan veert hij op, zet het op een rennen, bedenkt zich en gaat in hurkzit achter een donkerblauwe Saab zitten.

‘Vervolgens liep mama de hele tijd met die bloemen in het park, mij daarmee een schuldgevoel bezorgend dat ik ze niet van haar had aangenomen.’

Een vrouw met twee honden passeert de agenten en groet ze vriendelijk. Daarna loopt ze langs de Saab en groet ook de man in hurkzit. Zo goed verstopt was hij dus niet. Ik zie hoe ze hem een hond aanbiedt en prettig keuvelend lopen ze samen terug, langs de agenten.

‘Tim maakte zo’n brutale opmerking. Hij vroeg of er ook een mannendag is. Hij vond het discriminatie. Nou vraag ik je…’ Ik herinner mij hoe mijn ex destijds met de dag feministischer werd. Ik wist dat ik dat ruim baan moest geven, maar diep in mijn hart vond ik het zo onaantrekkelijk. Dat was heel seksistisch van me.

Het stemt me mild dat ik zojuist een superieure heldin zag. ‘Gelukkige vrouwendag, Marie,’ weet ik zonder ironie uit te brengen.