Vette Gerrit

Het hart van het dorp van mijn jeugd bestaat uit een dorpsplein. Het meest dominant is de katholieke kerk met daarnaast de begraafplaats. En daarnaast de muziekkoepel waarop ik menig keer als jeugdige muzikant heb gestaan als de plaatselijke fanfare het jaarconcert gaf. Dan komt de bakker, een hotel, een cafetaria, een café, een dorpssupermarkt en tenslotte de plaatselijke fietsenmaker. Het dorpsplein heet in de volksmond het kerkplein. Hier komen de wegen uit Enschede, Losser, Oldenzaal en Deurningen samen. Veel was er indertijd niet te doen, de jaarlijkse hoogtepunten waren de kermis en de intocht van Sinterklaas.

Veel keuze in middenstander hadden we niet, van de meeste branches hadden we er slechts één. Dus ook slechts één cafetaria, met de opmerkelijke eigenaar Gerrit achter de toonbank. Het assortiment was beperkt en bestond voor het belangrijkste deel uit Hollandse patat, frikandellen, kroketten en de legendarische berenhap. Die laatste heb ik nooit geproefd, in de vitrine zagen ze er al niet te best uit.

De cafetariahouder van achter in de vijftig had een opmerkelijke bijnaam: Vette Gerrit. Dat vet sloeg niet op zijn omvang, maar meer op zijn coup. Iedere keer als er een nieuwe klant binnenkwam zei hij ‘zeg het maar’ en tegelijkertijd streek hij met zijn hand door zijn haar. Van voor naar achteren. Gerrit had geen brylcreem nodig, dat is de legendarische voorloper voor wat tegenwoordig gel heet. Die creem wordt geroemd omdat het ideaal is voor retro-kapsels. Vette Gerrit had aan de inhoud van zijn eigen frituurpan genoeg, rond sluitingstijd zat er een flinke laag frituurvet in zijn haar. Ik herinner me nog dat het geweldig glom.

Deze herinnering uit mijn jeugd komt naar boven tijdens het bezoek aan de plaatselijke cafetaria. In de tijd dat ik op mijn frietje sta te wachten strijkt de tiener achter de frituur maar liefst zes keer door zijn haar, zich van geen kwaad bewust. Ik heb het idee dat het zijn eerste werkdag is, hij staat er een beetje onwennig bij. De chef van de tent staat ernaast, maar hem valt niets op.

Ik wacht tot hij achter de coulissen verdwijnt en grijp mijn kans om de tiener even zachtjes en snel op zijn onhygiënische gedrag te wijzen. Hij begrijp het niet, dus ik probeer het nog eens. Maar dan komt zijn chef er weer aanlopen en er ontstaat een pijnlijke situatie. Ik had hem graag even heimelijk willen tippen. Nu lijkt het erop of ik hem er heb bijgelapt? Dat was echt niet mijn bedoeling.

Of hij er nog werkt weet ik eigenlijk niet, ik kom er niet meer. De frites was niet lekker, voortaan bakken we zelf, zonder door de haren te strijken.

Reageren? contact@bombeld.nl