Afbeelding

Troost

Waar vind jij troost? Door wie word jij getroost? Of door wat?

In een boomhut, zodat je hoog zit en je bijna bij de hemel kunt en de ladder naar binnenkant halen? Of leg je je liever neer, in het kuiltje van de bank onder een deken?

Een kopje thee, een fijn gesprek een bankje naast een plas. De zon op je schouders, bloten voeten in het natte gras.

Zomaar iemand, een lief gezicht een glimlach speciaal voor jou.

Zagen, schuren, heel hard timmeren, met potten verf in de weer. Schoonheid maken, schoonheid zien, zodat je je oog kunt laten rusten op iets dat mooi is.

Vanuit je bed naar buiten kijken en naar de sterren staren. Jij bent klein, maar de sterren zijn óók klein, maar eigenlijk zijn zij groot, misschien ben jij ook groot. Lichtjaren ver kijken. Er is geen tijd, we zijn allemaal deel van de eeuwigheid.

Vasalis zegt het zo: Ik zag vanavond voor het eerst een ster. Hij stond alleen, hij trilde niet. Ik was ineens van hem doordrongen, ik zag een ster, hij stond alleen, hij was van licht, hij leek zo jong en van vóór verdriet.

Ik doe de gordijnen nooit meer dicht, zodat de stralen vrijelijk binnen kunnen vallen en mij als navelstrengen verbinden met al wie boven leeft.

, de geur van dennengroen en de zachtheid van sterretjesmos. Zal ik daar voor jou een bedje van maken? Je wang past erop.

Wat doe jij als je anderen troost wilt bieden? Sta je met een pannetje hete soep, of een glimlach op de stoep? Aan wie denk jij als je met heel je hart wenst dat het diegene goed zal gaan en dat je hoopt dat zij manieren zullen vinden om zich getroost te voelen? Ik denk aan Tiecke, Ysis en Mariken.

Jolien Wilmar