Merel Hubatka (links) en Otteline van Panthaleon van Eck zijn sinds eind januari niet langer de stadsdichters van Zutphen. “Onze samenwerking verliep heel natuurlijk.” Foto: Eric Klop
Merel Hubatka (links) en Otteline van Panthaleon van Eck zijn sinds eind januari niet langer de stadsdichters van Zutphen. “Onze samenwerking verliep heel natuurlijk.” Foto: Eric Klop

‘Voldoening voert de boventoon'

Afscheid in stilte van Zutphens stadsdichters- duo

Door Eric Klop

ZUTPHEN – Voor Merel Hubatka en Otteline van Panthaleon van Eck zit het er op. Na precies twee jaar zijn zij officieel sinds de vierde donderdag van januari geen stadsdichters van Zutphen meer. Wat afgelopen zondag in de Buitensociëteit een mooi en feestelijk afscheid van het duo had moeten worden, viel vanwege COVID-19 in het water. Samen blikken ze met gemengde gevoelens op hun functie terug. “Maar het positieve overheerst.”

“Eigenlijk voelt het einde van de termijn niet als stoppen”, verzucht Merel. “Ik zou nog wel een jaartje door willen gaan. Zeker wanneer alles weer normaal is. Had als stadsdichter meer willen doen. De laatste driekwart jaar waren echter heel stil. Opdrachten bleven vrijwel uit. En áls er al een was gebeurde de presentatie voornamelijk online. Ook allerlei geplande projecten zijn op de lange baan geschoven. Een samenwerking met de Zutphense sopraan Johanette Zomer en het plaatselijke cabaretgezelschap ‘Heit al Geheurt’ kon vooralsnog geen doorgang vinden. Ontzettend jammer.” Otteline beaamt. Zij wendde haar poëzietalent tijdens de lockdown aan om 21 gedichten te schrijven over stukken in het Henriette Polakmuseum. “Ze liggen klaar. Hoop dat er uiteindelijk iets mee gaat en kan gebeuren.”

Gemengde gevoelens, maar de voldoening over hun periode als stadsdichter voert de boventoon. Laat daar geen twijfel over bestaan. De afgelopen twee jaar kende immers ook tijden waarin het coronavirus niet of nauwelijks een rol speelde en het stadsdichterschap voor zowel Merel (42) als Otteline (71) een literair feestje in vol ornaat was. De oudste: “Het was heel bijzonder. Ik liep voortdurend door Zutphen met een blik die anders was dan als je in de stad boodschappen doet. Je kijkt oplettender, ziet de schoonheid en de lelijkheid meer. Ging nergens achteloos aan voorbij. Voelde de stad in m’n botten.” De jongste: “Ik ben liefdevoller naar Zutphen gaan kijken. Het was een uitdaging om dit in een poëtische vorm te gieten. Je durft de dingen meer dan voorheen dichterbij te laten komen. Pas dan schrijf je een gedicht dat ook anderen kan raken.”

Inspirerend
Spijt hebben ze dan ook niet dat ze zich eind 2018 kandidaat stelden om toenmalig stadsdichter Mas Papo op te volgen. Merel Hubatka woont sinds haar vierde in Eefde. “Maar was altijd gericht op Zutphen. Ging er naar school, ging er uit.” Otteline van Panthaleon van Eck verhuisde zeven jaar geleden naar de stad. Daarvoor woonde ze in Amsterdam. "Ik kende Zutphen al goed. Heb heel lang met vrienden een buitenhuisje gehuurd bij Huize de Voorst. Zo kwam ik hier nogal eens. Toch was mijn verhuizing niet helemaal bewust. Zoekend en dwalend door Nederland zijn we uiteindelijk hier blijven hangen.” Schrijven deed Otteline altijd al. “Dan probeer je dat voor meer mensen te doen dan alleen voor jezelf. Het stadsdichterschap leek mij daartoe een mooie kans.” Merel vermoedde vooral een inspirerende taak. En dat bleek. “De opdrachten richtten mijn blik op iets nieuws. Ik vond het een eer om onderdeel te mogen zijn van de plaatselijke Dodenherdenking, Koningsdag en wat in de gemeente verder aan initiatieven werd ontplooid.”

De selectiecommissie kon begin 2019 niet kiezen. Benoemde Merel en Otteline in een duobaan. “Het leek hen dat we elkaar mooi zouden kunnen aanvullen”, zeggen ze. “En dat was ook zo. Dat we samen optrokken beviel uitstekend. Het ging eigenlijk heel natuurlijk. Het maakte ons niet uit wie de opdracht voor een gedicht kreeg. En soms kwam het echt goed uit dat we met z’n tweeën waren. In juni 2019 stonden op één dag drie optredens gepland waarvoor de stadsdichter was uitgenodigd. Toen hebben we dat onderling verdeeld. Ook hebben we een drietal gedichten samen geschreven. Bij het 175-jarig bestaan van boekhandel Van Someren & Ten Bosch in oktober 2019 en voor het afscheid van bibliotheekdirecteur Gerard Huis in ’t Veld. En ons eigen afscheidsgedicht…”

Hoogtepunten
Ieder voor zich memoreren ze een aantal hoogtepunten die de afgelopen twee jaar met zich meebrachten. Merel noemt haar poëtische bijdrage aan de Zutphense tentoonstelling van World Press Photo. “Daarin kon ik mijn maatschappelijke betrokkenheid goed kwijt. Ook mijn deelname aan de activiteiten rond het lichtkunstwerk van Daan Roosegaarde in de Walburgkerk, kort voor de coronacrisis, maakte op mij bijzonder veel indruk. Een programma van een aantal dagen met muziek en poëzie, dat ik bovendien mocht presenteren. Heel intensief, maar wát een belevenis! En het jubileumfeest van Van Someren in de Buitensoos niet te vergeten. Otteline en ik deden ook de presentatie en kondigden onder andere Adriaan van Dis en A.L. Snijders aan. Geweldig!”

Bij Otteline zit 4 mei 2019 diep in het geheugen gegrift. Ze schreef een gedicht en droeg dat voor bij de plaatselijke Dodenherdenking. “Dat maakte veel indruk op mij. Ik kom uit een gezin waarin de oorlog heeft huisgehouden. Verder vond ik mijn bijdrage aan de Zutphense ontvangst van nakomelingen van Walraven ‘Bankier van het Verzet’ van Hall een speciaal moment. En die aan het Ida Gerhardt Poëziediner. Ik loop iedere ochtend een rondje door de stad. Kom dan langs haar standbeeld op de IJsselkade. Ik zie Ida als een groot voorbeeld. Niet zozeer door haar poëziestijl, maar eerder vanwege wat zij met haar leven heeft gedaan en haar toewijding aan het woord.”

Zuur
“Het was heel fijn om op deze manier bij het reilen en zeilen van Zutphen betrokken te mogen zijn”, zijn Merel en Otteline het roerend maar elkaar eens. Hoe zuur is het dan dat hun stadsdichterschap, met alles erop en eraan, gaandeweg op een steeds lager pitje kwam te staan. Met als dieptepunt dat het feestelijke afscheid op 31 januari jongstleden moest worden afgeblazen. Tot het geplande programma behoorde de première van de verfilming door cineast Mans van den Berg en cameraman Thomas Dolman van een vijftal gedichten die beide stadsdichters de afgelopen twee jaar maakten. Nu blijft vertoning vooralsnog beperkt tot een livestream via www.dichterbijzutphen.nl.

'Het was heel

fijn om op

deze manier

bij het reilen

en zeilen

van Zutphen

betrokken te

mogen zijn'


Wat afgelopen week evenzeer aan corona ten onder ging was de presentatie van een project dat Merel Hubatka en Otteline van Panthaleon van Eck bij gelegenheid van hun afscheid zelf ter hand namen. “We hebben een bloemlezing samengesteld uit ons werk en dat van onze zes voorgangers. De bundel geeft een overzicht van veertien jaar stadsdichterschap in onze gemeente. Van iedereen vijf gedichten, die per schrijver totaal van elkaar verschillen. Het was een enorme klus, door Stichting Dichterbij Zutphen prachtig vormgegeven. Het is echt iets moois geworden. We hopen dat de presentatie van de bloemlezing, en ook de film, ooit nog eens officieel plaatsvinden. Wanneer we weer een beetje bij elkaar kunnen komen…”

[APART KADER]

‘Nieuwe namen en een divers geluid’

Na veertien jaar en zeven termijnen krijgt het stadsdichterschap in Zutphen een andere invulling. De achtereenvolgende stadsdichters Hanz Mirck, Ton Luijten, Eke Mannink, Tim Pardijs, Anna Wiersma, Mas Papo en het duo Merel Hubatka/Otteline van Panthaleon van Eck worden opgevolgd door een collectief.

Op initiatief van de onlangs in het leven geroepen Stichting Zutphen Literair, waarin onder meer poëziecollectief Kopwit, Stichting Dichterbij Zutphen en de organisatoren achter de Ida Gerhardt Poëzieprijs zijn samengebracht, zetten de dichters Eke Mannink, Pieter Bas Kempe en Sander Grootendorst zich onder de naam Zutphens Dichtersgilde in voor de zichtbaarheid van de poëzie in de stad. Het is hun bedoeling zoveel mogelijk plaatselijke dichters te betrekken bij allerhande activiteiten en hen eventueel kansen tot ontwikkeling en uitwisseling te bieden. Alle Zutphense dichters kunnen lid worden van het gilde, waarbij het drietal de taak van gildemeester op zich neemt.

Volgens Zutphen Literair is de functie van ‘het stadsdichten’ bij het gilde in goede handen. “Door gebruik te maken van de ervaring en deskundigheid waarover Mannink, Kempe en Grootendorst beschikken, is de kwaliteit van het stadsdichterschap voor de toekomst gewaarborgd”, zo meldt een persbericht. “Tevens is er ruimte voor nieuwe namen en een divers geluid.”

Dat dichters in groepsverband optrekken is niets nieuws. De gemeenten Den Haag, Utrecht, Leiden en Alkmaar hebben al langer een dichtersgilde, evenals de provincie Overijssel. Voorts zijn in steden als Eindhoven, Zwolle, Amsterdam en Rotterdam zogenoemde Poetry Circles actief, kent Enschede de groep Dichters in Enschede en bestaat de Dichter des Achterhoeks sinds 2017 eveneens uit een gezelschap van meerdere poëzieschrijvers. “Het Zutphens Dichtersgilde sluit dus aan bij een actuele trend”, aldus de Stichting Zutphen Literair.        

Het Zutphens Dichtersgilde zal naast het stadsdichten ook andere activiteiten ontplooien. Hiertoe behoren een regelmatig poëziespreekuur, een jaarlijks terugkerend evenement waarbij de fluisterboten worden omgedoopt tot ‘luisterboten’ en het schrijven van persoonlijke gedichten voor eenzaam gestorvenen.