Zutphense huishoudelijke zorg gaat van marktwerking naar samenwerking

ZUTPHEN - De gemeente Zutphen wil meer grip krijgen op de uitvoering van de huishoudelijke zorg. Hiervoor heeft het college van burgemeester en wethouders een voorstel aan de gemeenteraad gestuurd. Geheel in lijn met het coalitieakkoord en ook met de begin dit jaar vastgestelde ‘strategische visie sociaal domein’.

Wethouder Mathijs ten Broeke: “De huishoudelijke zorg is een belangrijke gemeentelijke voorziening voor de ruim 1300 mensen in Zutphen die niet zelfstandig hun huishouden kunnen doen. De mensen die het werk doen zijn de laatste jaren verdeeld, over meer dan 10 bedrijven. In plaats van concurrentie en verdeeldheid zou het moeten gaan over samenwerken en over het kennen van je collega’s. De huidige contracten met aanbieders van huishoudelijke zorg lopen in september 2021 af. Dit is dus hét moment om het anders te doen en ik ben trots op ons voorstel dat er nu ligt. Ik kijk ernaar uit om dit met de gemeenteraad te bespreken, zodat we daarna met de huishoudelijke zorg van marktwerking naar samenwerking kunnen gaan.”

In het coalitieakkoord hebben college en raad afgesproken om de marktwerking in de (door gemeente betaalde) huishoudelijke zorg gefaseerd af te bouwen. De huidige werknemerscoöperaties dragen hier al aan bij en bedienen op dit moment zo’n 13 procent van het totaal. Voor het overige deel biedt het voorstel van het college uitkomst. Hierin geeft het college een voorkeur aan voor een samenwerking met maximaal twee of drie ervaren en betrokken uitvoerders in de huishoudelijke zorg. Met deze uitvoerders wordt dan vanaf september 2021 een langdurige samenwerking opgebouwd. Dit biedt meer mogelijkheden om samen te werken aan het verbeteren van het netwerk van de cliënt. En ook de gewenste ondersteuning van hulpen kan dan snel worden geregeld.

Uitgangspunten
Het is belangrijk dat de gemeente goed kan sturen op de uitvoering van huishoudelijke zorg, zodat deze zorg terechtkomt bij de mensen die dit nodig hebben. Het college hanteert daar de volgende uitgangspunten voor:

- Cliënten behouden hun vertrouwde hulp;
- Werkzekerheid voor hulpen en (mede)zeggenschap over de inrichting van het werk;
- Verbinding tussen hulp en netwerk rond cliënt (signaleringsfunctie);
- Eenduidige en breed gedragen kwaliteitsnormen voor de uitvoering;
- Optimale toewijzing van schaarse hulp bij de cliënt die dit het hardst nodig heeft;
- Een professionele omgeving waarin hulpen ondersteund worden om zorg meer op maat te kunnen geven.

Op 12 januari 2021 zal het college eerst in een forumvergadering met de gemeenteraad in gesprek gaan over het voorstel. Daarna zal het college in februari 2021 een definitief voorstel ter besluitvorming aan de raad voorleggen.