Van achter naar voren orthopedisch chirurg Paavo Freijzer, ok-assistent Erik Wehning, patiënt Jan Zoeteman en fysiotherapeut Edwin Textor. Foto: Eric Klop

Van achter naar voren orthopedisch chirurg Paavo Freijzer, ok-assistent Erik Wehning, patiënt Jan Zoeteman en fysiotherapeut Edwin Textor. Foto: Eric Klop

‘Korte lijnen en laagdrempelig’

Ortho-pedische zorg Gelre Zutphen zweert bij teamwork

Door Eric Klop

ZUTPHEN – Samenwerking, korte lijnen, vertrouwen, laagdrempeligheid en ervaring. Dit zijn de essentiële aspecten die de orthopedische zorg in het Zutphense Gelre Ziekenhuis tot een succes maken. Orthopedisch chirurg, fysiotherapeut, ok-assistent en patiënt zijn het daarover roerend met elkaar eens.

“In Zutphen worden al heel erg lang orthopedische ingrepen verricht”, vertelt orthopedisch chirurg Paavo Freijzer. Hij neemt er sinds 2011 met name schouders en heupen voor zijn rekening. Drie collega’s zijn daarnaast gespecialiseerd in knieën en voeten of allround actief voor het wel en wee van het menselijk bewegingsapparaat. “Jaarlijks worden in totaal zo’n zeshonderd protheses aangebracht. Een aantal dat door de vergijzing waarvan zeker in de Achterhoek sprake is de komende jaren nog wel zal stijgen. Mensen worden gezonder ouder. Regionale samenwerking binnen de orthopedische zorg biedt de tools om goed door een operatie heen te komen”, aldus Freijzer.

De samenwerking met alle betrokken partijen in Zutphen en ruime omstreken die de afdeling orthopedie van het Gelre Ziekenhuis hoog in het vaandel heeft kreeg in december 2018 een extra impuls. Freijzer: “Er is toen een symposium gehouden waarin orthopedisch chirurgen en fysiotherapeuten afspraken maakten over welke kaders moeten worden gehanteerd en hoe we gezamenlijk te werk gaan om tot optimale orthopedische zorg te komen. In het gebied dat grofweg loopt van Dieren tot Borculo en van Gorssel tot Eerbeek is de fysiotherapie ter zake nog meer dan voorheen de ogen en oren. We weten van elkaar wat er te koop is, zodat er tussen het ziekenhuis en de eerstelijnszorg sprake kan zijn van korte lijnen en snelle communicatie. Dit bevordert laagdrempeligheid waar de patiënt evenzeer wel bij vaart.”

Versleten heup
Jan Zoeteman uit Ruurlo kan daarover meepraten. Al jaren kampte de 59-jarige marktkoopman in kaas met schouder- en rugklachten. Die brachten hem begin dit jaar via de neuroloog bij de Borculose fysiotherapeut Edwin Textor. Hij vermoedde een versleten heup en stuurde Zoeteman door naar Paavo Freijzer. Nader onderzoek aan de hand van onder meer röntgenfoto’s en een diagnostische heupinjectie wezen uit dat revalidatie geen soelaas zou bieden en dat Zoetemans rechterzijde toe was aan een heupprothese. Een verplichte verwijzing door de huisarts zette het licht op groen. “De operatie stond gepland voor 12 maart”, weet de patiënt als de dag van gisteren. “Ik had echter een wondje aan mijn been, waardoor de ingreep vanwege de kans op infecties geen doorgang kon vinden. Uiteindelijk werd de operatie op 8 juli alsnog verricht. Nadat de verdoving, met een ruggenprik waardoor ik alles bewust meemaakte, was uitgewerkt voelde ik me als herboren. Mijn rechterbeen kon ik weer draaien. Ik was zó blij, voelde me een rijk mens. Eindelijk geen pijn meer! Na één nachtje in het ziekenhuis mocht ik al naar huis. Uiteindelijk was ik zo’n zes weken uit de roulatie, maar Inmiddels kan en doe ik pijnloos alles weer. Ook op de markt staan.”

Over de noodzakelijke nazorg toont Jan Zoeteman zich eveneens zeer tevreden. “Vanaf dag één, bij Edwin Textor.” “Voor onder andere wondzorg, bewegingsoefeningen en het trainen van de structuren rond de heup”, licht de fysiotherapeut van dienst toe. “De duur van de nazorg hangt af van de algehele gesteldheid van de patiënt. Doorgaans kunnen we uitgaan van drie tot vijf maanden. Overigens is ook in het na-traject nog contact met de afdeling orthopedie van het Gelre Ziekenhuis. Zo ziet de chirurg de patiënt na een week of zes nog eens terug en heeft na twaalf weken opnieuw een controle plaats door een gespecialiseerde arts-assistent. Dit wordt na respectievelijk één en vijf jaar herhaald. De patiënt blijft met zijn prothese in goede handen. Ook als er onverhoopt toch complicaties optreden.”

Stabiel
“Een prothese dient stabiel te zijn”, benadrukt orthopedisch chirurg Freijzer. “De patiënt moet na de ingreep adequaat kunnen lopen, zodat er in andere gewrichten geen problemen ontstaan. Bij Jan Zoeteman blijkt het ene been een fractie korter dan het ander. Om zijn kunstheup zo optimaal mogelijk te laten functioneren, is in een van zijn schoenen een zooltje aangemeten. Daar zorgt het ziekenhuis trouwens ook voor. Hetgeen evenzeer aangeeft dat we in teamverband en met korte lijnen werken. Als team leven we ons in hoe de patiënt zich voelt. Hij geeft als het ware de controle over zijn lichaam weg. Dan moet je als zorgverleners vertrouwen wekken. De patiënt staat centraal. Dat kan alleen met teamwork.”

Protocollen
Ook ok-assistenten behoren tot dat team. Erik Wehning is een van hen en was erbij toen Jan Zoeteman werd geopereerd. Zijn taken zijn onontbeerlijk en krijgen volgens vastgestelde protocollen hun beslag. "Naast het assisteren bij de ingreep check ik vooraf alle medische hulpmiddelen. Tevens zorg ik ervoor dat de implantaten voorradig zijn en onderhoud daartoe contacten met orthopedische firma's”, aldus Wehning. Specialist Paavo Freijzer voegt toe: "We zijn volledig op elkaar ingespeeld. Zowel in de voorbereiding en het na-traject als tijdens de ingreep word ik als chirurg door alle betrokken partijen op de hoogte gehouden. We luisteren naar elkaar, zodat ik eventueel tijdig bij kan sturen. De kans op complicaties is dan bijzonder gering. Daar gaan we als team voor. En we uiteindelijk tegen elkaar kunnen zeggen: ‘Zo had ik mijn moeder ook willen laten opereren'...”