Afbeelding

Zegen

De laatste tijd denk ik nogal eens aan de Middeleeuwen. Als wij nu in deze tijd hadden geleefd, zouden we dan op elke voordeur waarachter zich het coronavirus bevindt, een kruis zien? Besmet! Ik stel me voor hoe dat geweest moet zijn. Nog geen echt besef van hygiëne, geen medicijnen zoals antibiotica, doordrukstrips met alle mogelijke pijnstillers. Hadden ze al zoiets als aspirine? Ik vraag het me af. Er waren geen (af)wasmachines, stofzuigers, winkels waar alles verkrijgbaar is wat je maar kunt bedenken. Centrale verwarming, dubbel glas, koelkasten en een douche, daar hadden ze nog nooit van gehoord. En een rioleringssysteem? Nope. Desinfecterende gel, handzeep en sprays en medische en niet medische mondmaskers, ook die bestonden nog niet. Misschien hadden die destijds iets kunnen uithalen, alhoewel de werking van de laatste nihil schijnt te zijn en we ze vooral dragen om ons gedrag te reguleren.

Ik stel me voor dat ik een moeder ben van acht kinderen, waarvan er twee nog aan de borst drinken. Ons huis is koud en vochtig en klein, met onze twee kamers. Het is winter, koud en vochtig en ’s ochtend staan de ijsbloemen aan de binnenkant van de ruiten. En dan komt corona binnensluipen… We hebben geen IC’s, geen longbeademingsapparaten, geen coronateststraten, geen internet. We doen het met wat er is en wat we hebben. Liefde, zorg en hoop. Liefde waarmee ik mijn geliefden omarm armen. Zorg die ik heb voor degenen die klein en/of ziek zijn. Hoop dat we het redden, dat het virus (waarvan we niet eens weten dat het een virus is) ons niet allemaal aansteekt, dat we er in elk geval niet allemaal aan overlijden.

Het is niet voor te stellen. Het was zoals het was, ze deden het met wat ze hadden. Net als nu, het is zoals het is. Ik snijd nog maar eens een stuk verse gember af om een puur natuurlijk en supergezond theetje van te zetten. Op mijn moderne gasfornuis dat ik met een druk op de knop aanzet. De zon schijnt. Op een kilometer of acht hier vandaan bevindt zich een modern ziekenhuis. Ik voel me gezegend.

Anouk Plantinga