Alle lof voor Zutphen

‘Het lijkt alsof iedereen het ineens heeft over Zutphen. De Gelderse Hanzestad zou het beste van twee werelden verenigen: het kneuterige van het dorp en het wereldse van de stad’. Zo begon afgelopen week een groot artikel over Zutphen in het Financiële Dagblad. En als u deze roze krant niet kent, dan verklap ik u dat dat de meest gelezen babbelbode van de Amsterdamse Zuidas is. De krant stuurde een designjournalist naar onze Hanzestad en dat resulteert in een lovend artikel.

Het begint al als de journalist vanuit de Rochussenstraat in Rotterdam richting het oosten toert. Of anders geformuleerd: zich vanuit haar woon-werkblok van vijfhoog zonder voortuin naar de Gelderse Achterhoek verplaatst. Daar verbaast de redacteur zich over de vele charmante boerderijtjes, uitgestrekte weilanden en fruitboomgaarden. Als ze vervolgens via de Oude IJsselbrug ons Hanzestadje inrijdt, vergaapt ze zich aan de oude pakhuizen in het centrum, de kronkelige straatjes en het flanerende publiek. De biologische markt in de Lange Hofstraat doet dorps aan, maar de prachtige bibliotheek in de 14de-eeuwse Broederenkerk weer duidelijk stads.

Het Koelhuis, de wijk Noorderhaven, de middeleeuwse kerken en de stadsmuren, alles is even overweldigend. De lezers van het Financiële Dagblad kunnen genieten van prachtige foto’s van de bibliotheek, de Drogenapstoren, de stadsmuren en het Antwerps aandoende restaurant in het Broederenklooster. De verslaggever geniet in het onbekende oosten nog meer dan een kind in een Disneypark. Zutphen is overweldigend en de oud-westerlingen, die al jaren geleden in onze regio neerstreken, zijn unaniem positief.

Al die lof die we toebedeeld krijgen is prachtig, maar in de zomer van 2003 verscheen er al een boekje met de titel Zutphense Lof en al snel had ik door dat het hier niet om witlof gaat. In het boekje, uitgegeven ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Stedelijk Museum, staan flink wat indrukwekkende maar oude plaatjes van onze stad. Er is veel bewaard gebleven, maar ook veel verdwenen. Banketbakker D. van Beek rijdt op een bakfiets en bezorgt warme bouillon of chocolade voor 7 cent per beker, het prachtige Coenenspark wordt industrieterrein De Mars en Grand Hotel du Soleil aan de Zaadmarkt 91 biedt logies en ontbijt aan voor 3 gulden 50. Maar dat is allemaal verleden tijd, in 2020 krijgen we geen lof uit een boekje maar uit het westen. De stadsmarketeers van ons Hanzestadje hebben vast een geweldige week gehad.

Nog een laatste veer krijgen we van een Rotterdamse stedenbouwkundige. "Zutphen is een waanzinnige ontdekking. Je komt er niet zomaar, je moet er speciaal voor afslaan. Wat mij betreft is het een soort Nederlands Toscane.” Ik krijg er bijna een kleurtje van, straks komt de hele lezersgroep, duurbetaalde financieel specialisten, hier nog wonen.