Lot Rohde, uitvaartverzorger. Foto: Jolien Wilmar

Lot Rohde, uitvaartverzorger. Foto: Jolien Wilmar

'Ik weet hoe het is om een dierbaar iemand te moeten identificeren'

Tussen twee regenbuien door komt Lot Rohde binnen gewaaid. Ik ken haar alleen van de advertenties in Het Contact. Daar valt ze op als jonge uitvaartverzorger. “Het is een ontplofte business,” zegt Lot, “Iedereen mag zich uitvaartverzorger noemen en lijkt dat ook te doen. Er zijn heel veel aanbieders op de markt.”

Door Jolien Wilmar

Tijdens de opleiding HBO-maatschappelijk werk, kwam de gedachte al op om uitvaartondernemer te worden, maar daar vond Lot zichzelf te jong voor en besloot in te gaan op het aanbod van haar jaarstage, om te komen werken als maatschappelijk werker bij de jeugdreclassering.

“Ik ben nogal impulsief,” zegt ze en onderbouwt die stelling met het voorbeeld dat ze op bijna iedere sport heeft gezeten. “Het ging me eigenlijk om de pakjes. Die prachtige nieuwe tenues, daar deed ik het voor. Eenmaal zo’n nieuw pakje in de kast, was de lol er alweer snel vanaf. Helaas verging het me net zo met mijn trouwjurk, zoals mijn moeder nog voor de grap tijdens de bruiloft voorspelde.”

Uit dat huwelijk hield Lot een zoon over en hij was de reden dat Lot in Zutphen kwam wonen. “Om met mijn toenmalige man samen te kunnen wonen ben ik van Utrecht naar Vorden verhuisd en na de scheiding ben ik naar Zutphen verhuisd om een prettig co-ouderschap mogelijk te maken.”

Lot kwam terecht in een van de flatjes tegenover het station van Zutphen. Het was geen gemakkelijke tijd voor haar, zo vertelt ze. Binnen drie jaar tijd, was ze getrouwd, had ze een zoon gekregen en was ze weer gescheiden en vlak voor dat alles maakte haar vader een eind aan zijn leven. De suïcide van haar vader heeft een enorme indruk op haar gemaakt en brengt het thema ‘uitvaartbegeleiding’ opnieuw naar boven. Toch zal Lot nog een hele carrière doorlopen in de jeugdreclassering en in de kinderopvang, tot ze uiteindelijk besluit om de stap naar de uitvaartbranche te maken.

“Ik heb echt de overtuiging dat je moet proberen te doen wat je de moeite waard vind. Falen is eng, maar niet proberen is nog veel erger.

Ik was operationeel directeur van een kinderopvang, toen ik besloot om de opleiding voor uitvaartbegeleider te gaan doen en na die opleiding heb ik mijn baan opgezegd en ben ik voor mezelf begonnen.”

“Het overlijden van mijn vader heeft mij ervaringen gebracht die mij nu helpen. Ik weet hoe het voelt om een dierbaar iemand te moeten identificeren. Ik vond het schokkend om door een gang te wandelen en na het openen van een deur opeens in het mortuarium te staan, naast zo’n koude ijzeren brancard met daarop het lichaam van mijn vader. Ik had die overgang niet zien aankomen. Daarom vertel ik mensen altijd heel rustig wat ze te zien krijgen, voordat we het mortuarium ingaan. Dat ze eerst die ruimte in kunnen stappen en hun blik nog even op iets anders kunnen laten rusten en dat ze, wanneer zij daar aan toe zijn, naar de overledene toe kunnen gaan, om hem/haar te zien en eventueel aan te raken.”

“Ik doe dit werk nu vijf jaar en ben me steeds bewuster geworden van het belang om de kinderen en kleinkinderen goed bij het proces te betrekken. Dan bedoel ik niet alleen dat zij ook iets mogen doen tijdens de uitvaart, maar dat hun emotie en verlangens tijdens de hele week begrepen worden. Mensen maken nog al eens goedbedoeld de opmerking ‘dat opa vredig is ingeslapen en nu niet meer wakker wordt’. Dan is het logisch dat het kind waar dat tegen gezegd is, niet meer in slaap durft te vallen. Zeg gewoon dat opa dood is gegaan. Dat is verdrietig, maar ja, probeer met het verdriet om te gaan. Want verdriet hoort erbij, ook een kind heeft daar recht op.

Als ouders het eng vinden om een overledene aan te raken, verbieden ze soms ook het kind om de overledene aan te raken. Andersom gebeurt ook, als de ouder het belangrijk vindt om te willen aanraken, willen ze ook dat hun kind dat doet. Ik vind het belangrijk dat een kind zijn eigen grenzen mag volgen en de tijd krijgt zelf keuzes te maken. Meestal zie je dat een kind zelf heel goed weet wat het wil.

Ik ben steeds meer waarde gaan hechten aan het fysiek contact maken met de overledene. Dat bedoel ik niet zweverig of spiritueel, maar naast het functionele aanraken tijdens de verzorging van het lichaam, het opmaken, de haren doen, het dichthechten van de mond of het verwijderen van een pacemaker, vind ik het ook belangrijk om even stil te zijn en iemands hand aan te raken. Ik kan niet eens precies zeggen waarom ik dat belangrijk vind, maar dat het belangrijk is, is een gevoel dat groeit.”

“Mijn huidige man stal twaalf jaar geleden niet alleen mijn hart en gaf me nog twee kinderen, maar maakte er ook een heel project van om me van Zutphen te laten houden. Dat noemde hij: How to love Zutphen, en toonde me de schoonheid en de gezelligheid van deze stad. Ik voel me nu zeer op mijn plek, met mijn gezin, mijn werk én mijn stad.”