Gesmolten

Een dag als deze, waarop de lucht trillend in de straten hangt, waarop zich soms het begin van een gedachte vormt die halverwege krakend blijft hangen om daarna via de muren van mijn hersenpan onverrichterzake naar beneden te druipen.

Het doet me denken aan vorig jaar, toen ik net in Zutphen was komen wonen. Komend uit een stad vol toeristen, wietdampen en getatoeëerd mensenvlees. Vol verfrissende visioenen van knisperend groene blaadjes, immer bereid om je koelte toe te wuiven.

Maar vandaag niet. Vandaag staat in het teken van aanvaarding, aanvaard dat je je niet bewegen wil, aanvaard dat andere mensen leuke dingen doen met cocktails, ijsjes en hoge golven. Aanvaard dat je niet op vakantie durfde, aanvaard de zwemmersjeuk in Bronsbergenmeer (jeuk klinkt aanvaardbaar en overkomelijk, maar aanvaard ook dat het beestjes zijn uit vogelpoep die bij jou naar binnen willen). Aanvaard de dwingende gedachte dat je iets enerverends zou moeten doen met zulk exceptioneel mooi weer, terwijl je in werkelijkheid binnen zit met de gordijnen dicht. Aanvaard dat je daarbij te vaak je telefoon checkt terwijl niemand contact op zal nemen, omdat ze enerverende dingen aan het doen zijn.

Vorig jaar werden mijn verfrissende visioenen gebraden op de warmste dag aller tijden. Het mooiste voorbeeld van aanvaarding toen, was het hitterecord festival in Warnsveld. De warmste temperatuur in Nederland werd in 1944 in Warnsveld gemeten en Warnsveld was van zins om de vijfenzeventigste verjaardag van dat record groots te vieren met een festival. Alles stond in de startblokken, kramen gehuurd, stadsdichters aan het dichten gezet, lezingen besproken, muzikanten, fotografen en notabelen gereserveerd, toen het een paar weken voor de grote dag zinderend warm werd. En toen iedereen gesmolten was, bleek het hitterecord verbroken.

Manmoedig zette de organisatie door, dan maar vijfenzeventig jaar min vier weken gevierd. Ik stelde mij voor hoe de organisatoren zich moesten voelen op die allerheetste dag waarop hun record naar de haaien ging. Ik stapte op de fiets en ging naar het festival om steun te betuigen, zo zei ik tegen mezelf, in werkelijkheid zal het leedvermaak of ramptoerisme zijn geweest wat me erheen dreef. Met de vestiging van het record in de oorlog én de vraag of men echt trots kan zijn op een hitterecord terwijl de opwarming van de aarde met rasse schreden vooruit gaat, had het festival een serieuze bijsmaak. Opgelucht mocht het publiek nadien naar huis. We hadden aanvaard en we hadden losgelaten. Warnsveld zal nooit meer het warmst zijn.