Wereldleed

Onder gotische gewelven sta ik vastgenageld aan een hardstenen grafzerk. Ewa kijkt me indringend aan. Ze is Armeens, vijftien jaar oud en wordt omringd door liefdevolle handen. Haar blik is ijzingwekkend. In vier weken tijd is de World Press Photo tentoonstelling alsnog uit de grond gestampt in de Walburgiskerk. De foto’s voeren je in een rap tempo de hele wereld over, terwijl je als kijker een oorlogssituatie nog probeert te verwerken sta je alweer voor bosbranden, dierenleed, terroristische aanslagen en een verstoten dragqueen in Zuid-Afrika.

Ik betrap mijzelf erop dat ik in mij een knop om heb gezet, een knop die je nodig hebt om onbewogen naar keiharde actiefilms of horror te kijken. Een knop die nodig is om de krant te lezen, en het nieuws te zien. Een knop die maakt dat je je niet doorlopend schaamt tot op het bot voor je eigen voorrechtspositie en welvaart. Een knop die je voorstellingsvermogen wat dimt, waardoor je niet bij iedere foto hoeft te visualiseren hoe het zou zijn als je zelf iemand verliest in een vliegtuigramp of met traangas wordt bestookt.

Met de knop op standje onbewogen dringt vooral de veelheid aan onderwerpen door. Onrecht, politieke conflicten en brandhaarden, de wereld is ervan vergeven. Het is een moedeloos makende hoeveelheid aan wereldleed. Een aantal foto’s tonen mensenmassa’s rondom sportwedstrijden, wat in feite geen ellende is, maar het onderscheid tussen een bloedige demonstratie en de viering van een overwinning in de UEFA Champions League lijkt flinterdun.

Het zijn de ogen van Ewa die de knop in mij terug aan zetten. Ze is onlangs ontwaakt uit een gedeeltelijk coma als gevolg van een syndroom dat wordt waargenomen bij kinderen die in langdurige asielprocedures zitten. De onzekerheid, het potje schaak dat de overheid speelt met mensenlevens, kinderen kunnen ervan in coma raken. Ik wist dat niet. Het verbaast me niet.

Een paar meter verderop zitten weldoorvoede, getatoeëerde jongemannen van Amerikaanse origine op een boot. Trots strekken ze hun rechterarm in een groet waar mijn maag van samenkrimpt. Ze zijn samen op pad om de verjaardag van Hitler te vieren. Misselijk strompel ik de kerk uit, terwijl Ewa me nakijkt.