Appelboom

Toen we het huis twintig jaar geleden kochten, stonden er dertien flinke appelbomen in de achtertuin. Prachtige hoogstammen van ongeveer 60 jaar oud. De resten van een oude boomgaard, behorende bij kippenboer Garsen. Toen onze woningen aan de Rhienderinklaan werden gebouwd verdwenen overal de fruitbomen, behalve in onze tuin. En daar zijn we onze voorgangers nog steeds dankbaar voor. We zijn nog steeds enorm van deze stokoude bomen gecharmeerd. Op een zonnige dag geven ze heerlijk schaduw en het hele jaar rond zorgen ze voor diepte in de tuin. We hebben een eigen mini-coulisselandschap.

Maar zaterdagmiddag rond zes uur kwam het onvermijdelijke. Een prachtige beeldbepalende boom scheurde tijdens een flinke windvlaag uit en viel op het terras. Mevrouw Bombeld en ik kijken verschrikt en beteuterd. Daar ligt onze lieftallige appelboom. Opnieuw legt zo’n oude jongen het loodje. Een nieuw boompje is natuurlijk snel geplant, maar het moment waarop deze jonge aanplant er zo lekker rauw en robuust uitziet als de voorganger maken wij niet meer mee.

Toen wij hier kwamen wonen stond de boom naast zo’n gezellige zitkuil uit de jaren ’70. Afgezet met -voor die tijd- zeer modieuze spoorbielzen á la Mien Ruys. Mevrouw Bombeld was daar minder enthousiast over. Bij een lekker zonnetje lijkt het alsof je naast de spoorlijn zit te recreëren en dat vrijkomende teer is geen goeie combinatie met spelende kinderen. Kortom, de bielzen eruit, de zitkuil werd een border en er kwam een groot zonneterras met een brede trap naar het gazon. De boom kon gewoon blijven staan. Een winterkoninkje had in de holle stam jarenlang een nestje, de vogeltjes die uitvliegen uit het nestelkastje aan het huis belandden eerst in deze boom en in de winter is het een prima hangplek voor vetbolletjes en pinda-netjes. Soms was de boom confronterend, als je niet goed oplette waren de takken ook zeer geschikt om hardhandig je hoofd tegen te stoten.

Maar hoe oud en versleten de boom ook was, de appelproductie is jaar in jaar uit overweldigend. Zaterdagmorgen zaten we tijdens de koffie en in het zonnetje nog te overleggen of we de takken niet weer eens moeten stutten. De hoeveelheid appels is ook dit jaar weer enorm, de oude takken halen met al dit gewicht het najaar niet.
Maar een paar uur later is alles anders. De boom is bezweken en ligt op de grond, de takken op het terras. Honderden heerlijke appels worden niet meer dikker. We zijn een beetje mistroostig, alsof er een geliefde is gestorven.

Gelukkig hebben twee stukjes holle tak een bestemming gevonden. Deze krijgen, met een plankje erop en eronder, een tweede leven. Nu als nestelkastje voor een specht of boomklever. Want daarvan hebben we er genoeg in onze tuin.