Renate Claasen in haar kapperszaak Figaro Hairdesign. Foto: Jolien Wilmar
Renate Claasen in haar kapperszaak Figaro Hairdesign. Foto: Jolien Wilmar

Figaro, de barbier van Sevilla

“Mijn ouders hadden beiden een kapperszaak. Ieder een, want twee kapiteins op één schip, dat zagen ze niet zitten.” Renate Claassen werd geboren in Hengelo (Gld.) als jongste van een gezin met vijf kinderen.

Door Jolien Wilmar

Achteraf gezien snapt Renate eigenlijk niet hoe haar ouders het voor elkaar hebben gekregen, ieder een eigen zaak en vijf kinderen grootbrengen. Ze herinnert zich hoe haar voorovergebogen vader op de achterkant van zijn sigarenkistje berekeningen zat te maken. Altijd maar weer passen en meten hoe hij aan de benodigde inkomsten moest komen, om zijn kinderen te laten studeren.

Geen vetpot
Zes dagen in de week zorgde de kinderjuf voor de kinderen, zij deed de boodschappen, het huishouden en kookte voor het gezin. Op zaterdag mochten de kinderen in de tobbe om gewassen te worden, een voor een en Renate als laatste, in het sop van haar broers en zus.

Na schooltijd was het haar taak, om te helpen met het wassen van de handdoeken uit de kapperszaken, met de hand natuurlijk, dan centrifugeren en uithangen voor de kachel.

Op zondag ging het hele gezin eropuit, een ritje maken met de auto, wandelen of fietsen en een pannenkoek als afsluiter. “Ik vind het onvoorstelbaar, hoe mijn ouders dat deden. Dat ze daar nog puf voor hadden na een week hard werken, begrijp ik niet”, zegt Renate. “Als kind dacht ik: ik wil later nooit een eigen zaak. Het is hard werken, altijd is er wel iets om je zorgen over te maken en rijk word je er niet van.”

Het lag in de lijn der verwachtingen dat een van de kinderen op zijn minst één van de twee kapperszaken zou overnemen, maar de een na de ander ging studeren en koos voor een ander vak. Toen Renate uiteindelijk besloot om de kappersopleiding te doen en dacht, met haar diploma op zak, de zaak over te nemen, mocht ze niet. Haar ouders liepen tegen de pensioengerechtigde leeftijd dus wilden ze de zaak wel overdoen, maar niet aan een achttienjarige. “Ga jij eerst maar eens de wijde wereld in en bij iemand in dienst”, sprak haar vader.

Renate kwam terecht bij een kapperszaak in Zutphen. Ze hielp de klanten en zag vanaf de zijlijn hoe de zaak gerund werd en had daar een mening over. Tijdens de lunches deelde ze haar mening met een bevriende collega, tot beiden op een moment besloten, samen een eigen zaak te beginnen. Zij kochten in 1985 een piepklein pandje in de Spitaalstraat, bouwden er twee kaptafels in en noemden hun zaak Figaro, naar de opera Figaro, de barbier van Sevilla.
Na anderhalf jaar bleek de kapperszaak te klein en verhuisden ze naar de overkant.

'Kappen bij

iemand die

gaat sterven,

vind ik heel

bijzonder'


“Na vijfendertig jaar verveelt het kappersvak me nog steeds niet. Ik werk twee dagen in de week en heb klanten die ik ken vanaf het allereerste begin. Op de avond voor ik werk, kijk ik in de agenda, om me te kunnen verheugen op de ontmoetingen van de volgende dag.

Het is me meermaals overkomen dat me gevraagd werd of ik iemands haar wil doen voor en na een euthanasie. ’s Ochtends kom ik daar dan thuis en kap haar zoals ze gewend is en in de avond, als mijn klant overleden is en in de kist ligt, maak ik het kapsel helemaal in orde. Ik ervaar dat als heel bijzonder en doe dat graag, uit respect voor de jaren van trouw en het lief en leed dat we gedeeld hebben.”

“Misschien is het wel ironisch, dat ik aan een huidziekte lijdt, die mijn haar aantast. Boven op mijn hoofd loopt een strook waar geen haar groeit. Daardoor ben ik mij gaan specialiseren in haarwerken. Zelf draag ik ook een haarwerk dat met lijm op mijn hoofd bevestigd zit en eens in de zes weken opnieuw bevestigd moet worden. Ik kan er mee zwemmen en het verzorgen zoals iedereen zijn haar verzorgt. Het onzichtbaar opvullen van kale plekken is daardoor een dienst waar wij in gespecialiseerd zijn geraakt.”

Het komt altijd goed
“We werken met vier vaste krachten en drie stagiaires. Tijdens de coronacrisis heb ik eens te meer gemerkt wat een fantastisch team we zijn. Ik moet bekennen dat ik genoten heb van de rust. Ik vond het heel bijzonder hoe de hele wereld tot stilstand leek te komen. We hebben de tijd genomen om de zaak zelf te schilderen en op te knappen, maar ook om op mooie dagen met elkaar naar het strand te gaan. Het was heerlijk om elkaar zo ontspannen te kunnen ontmoeten.

Ik maak me zelden zorgen. Ik kijk met nieuwsgierigheid naar wat er op me af komt en heb er vertrouwen in dat ik in staat zal zijn om oplossingen te vinden voor eventuele problemen. Het verleden heeft me geleerd, dat ik niet bang hoef te zijn voor de toekomst.”