Erik Verharen (links) en Hans Zweverink flankeren met gepaste afstand Edith Meijering in haar atelier aan de Kolenstraat. Foto: Eric Klop
Erik Verharen (links) en Hans Zweverink flankeren met gepaste afstand Edith Meijering in haar atelier aan de Kolenstraat. Foto: Eric Klop

De waarde van een culturele broedplaats

Beeldend kunstenaars vrezen verkoop gemeentelijk vastgoed

Beeldend kunstenaars vrezen verkoop gemeentelijk vastgoed

Door Eric Klop

ZUTPHEN – De schrik sloeg ze om het hart. Medio maart, toen bij de beeldend kunstenaars een brief op de mat viel. Hierin deelden b. en w. van Zutphen hen mee dat het gemeentelijk pand waarin zij al jaren hun atelier hebben in de verkoop zou gaan. Edith Meijering, Jan Schut, Erik Verharen en Hans Zweverink, 'de harde kern', lieten het er niet bij zitten. Ze schreven ieder voor zich een bezwaarschrift. En trokken aan de bel bij de gemeenteraad. Een maand later gloort er hoop.

De twee met elkaar verbonden gebouwen aan de Kolenstraat en Bakkerstraat, die tevens plek biedt aan onder meer een balletschool, behoren tot het vastgoed waar het college vanaf wil. Dat levert geld op. Geld waarmee de gemeente de financiële tekorten wil aanvullen.

Daar is wat voor te zeggen, maar de kunstenaars zien wat hun situatie betreft een keerzijde. "B. en w. wimpelen slecht financieel beleid af op de culturele sector", meent Hans Zweverink, sinds 1987 gebruiker van een atelierruimte. "Visieloos, of het nou om de podium- of de beeldende kunsten gaat."

Erik Verharen laat eveneens al 33 jaar in het monumentale pand zijn kunstzinnige creativiteit de vrije loop. Hij wijst op het in 2017 gesloten coalitieakkoord. Een van de speerpunten is dat 'het Verhaal van Zutphen' met trots wordt uitgedragen en dat de culturele sector daarin een van de belangrijke partners is. 'Zo bouwen we aan een binnenstad waarin we ons thuis voelen, onszelf kunnen blijven verwonderen en ontmoeting centraal staat'. En bovenal: 'We willen dat Zutphen een culturele trekpleister wordt van Oost-Nederland'.

"Dat is in tegenspraak met wat b. en w. nu van plan zijn", vindt Verharen. "Kunstenaars brengen de gemeente geen geld op. Maar wel een andere waarde. Uitstraling, culturele bezieling, kleurrijke gasten… Op een fraaie plek, een kunstzinnige broedplaats, in het prachtige stadscentrum."

"De ateliers zijn niet alleen voor ons zelf belangrijk, maar ook voor de stad", meent Edith Meijering die de afgelopen twintig jaar vanuit haar riant geproportioneerde ruimte aan de zijde van de Kolenstraat met haar werk naam en faam verwierf in binnen- én buitenland.

"Ze dragen bij aan de leefbaarheid, al is het maar door de lessen en workshops die hier worden verzorgd. Uit heel Nederland bezoeken kunstenaars deze broedplaats waarvan de deur altijd open staat. En overnachten dan in de stad. Dit is toch wat Zutphen wil? Een stad zijn die zich ook qua kunst en cultureel op de kaart zet? En dan krijg je zo'n brief. Zonder serieus gesprek vooraf. Ik heb er geen woorden voor."

Zweverink (69) en Verharen (62) hebben geen idee hoe en waar zij hun werk kunnen voortzetten wanneer de panden worden verkocht. Ze weten evenmin op welke termijn ze hun atelier moeten verlaten. Wachten op wat een nieuwe eigenaar van het gebouw voor hen in petto heeft is geen optie. "Dat risico willen we niet lopen."

Zelf kopen, omdat daar gunstige constructies voor zouden zijn? "Maar die zijn toch echt niet zo gunstig dat wij dit op kunnen brengen." Voor Meijering (57) staat vast dat zij bij verkoop Zutphen zal verlaten. "Terug naar mijn geboorteplaats Deventer. Daar word ik door de cultuursector met open armen ontvangen. Een welkomstgevoel. Dat mis ik nu in Zutphen."

Nog niet aan het woord kwam Jan Schut, de 70-jarige nestor die al bijna veertig jaar een atelierruimte tussen de Kolenstraat en Bakkerstraat huurt. "Met heel veel plezier. Ben er volledig mee vergroeid. Ik had altijd het idee dat ik, zolang ik de trap op kan, hier aan de voltooiing van mijn oeuvre zou kunnen werken. Dit staat nu op losse schroeven. Na een telefoontje en een briefje. Zonder overleg of alternatief."

Voor Schut zijn de druiven momenteel extra zuur. Op 5 maart ging hij voor een veertiendaagse wandelvakantie naar het Canarische eiland La Gomera. Daar zit hij door de coronacrisis nu al een maand vast, met weinig zicht op een spoedige terugreis. "Dat maakt het zwaard van Damocles dat boven mijn hoofd hangt heel bizar. Op La Gomera moet ik blijven terwijl ik weg wil. In Zutphen moet ik weg terwijl ik wil blijven."

Naar verluidt is het de eigen bevoegdheid van b. en w. om gemeentelijk vastgoed in de verkoop te doen. Een kil hamerstuk in de besluitvormende raadsvergadering kan dan volstaan. Dit had afgelopen maandagavond, 20 april, zijn beslag moeten krijgen. Maar waar het inschakelen van raad en media door mogelijk gedupeerden al niet goed voor is... Het raadspresidium zag voldoende redenen om het voorstel daags tevoren van de agenda te halen en de plannen tot verkoop in een breder, ook cultureel perspectief te trekken. Aldus brachten zowel de fracties van VVD en GroenLinks als die van D66 en ChristenUnie de zaak een dag later aan de hand van moties alsnog in discussie tijdens een digitale forumbijeenkomst. Dus net nadat deze krant op de drukpers lag. Hoe dan ook hebben Edith Meijering, Hans Zweverink, Erik Verharen en, nog steeds ver van huis, Jan Schut weer enige hoop. Al is het maar op een redelijk alternatief, waarmee ook Zutphen zijn kunstzinnige naam hoog kan houden.