Vrouwen

In de nadagen van mijn huwelijk heb ik mij getraind om er met een grote boog omheen te gaan, in ieder geval om de mijne destijds. Het zusterschap dat ze steeds meer opzocht en de wollige theorieën die dat met zich meebracht over eigenheid, zielsmissies en de kracht van de volle maan boezemden me angst in. Het was gemakkelijk om er de draak mee te steken, maar achteraf bezien was het natuurlijk regelrecht bedreigend omdat ik geen duidelijke rol voor mijzelf zag weggelegd in haar zogenaamde zielsmissies. Als zij niet wist wat mijn rol was en haar persoonlijke zoektocht belangrijker vond dan het strelen van mijn ego, hoe moest het dan in godsnaam verder met mij?

Ik ging verder maar behield mijn distantie. Soms trof ik een bekoorlijk exemplaar en maakte mijzelf een aantal maanden tot een jaar wijs dat ik nabijheid wenste, maar als de roze wolken optrokken bleef er een vermoeiende exercitie over.
Ik kijk met verbazing naar echtparen die sinds mensenheugenis met dezelfde fietstassen en ANWB regenjassen hun zondagse fietstocht maken. Ik zou ze staande willen houden om te vragen naar hun geheim. Misschien is dat geheim volgzaamheid en verdraagzaamheid, terwijl ik de eigenwijze types uitkies.

In deze tijd van het jaar kun je er niet omheen; vrouwen. Er zijn lunches, feesten en dichtersmiddagen voor en door vrouwen. Bij veel van die activiteiten zijn mannen niet welkom. Ik gun het hen van harte om de feminiene kracht te vieren, maar geef toe dat ik me een klein beetje buitengesloten voel.
Bij de prachtige 'Letterlijke vrouwen' in Dat Bolwerck zag ik nog iemand daarmee worstelen. Er was een programma van poëzie en muziek - heel mooi, maar dichters stralen doorgaans een monotone diepzinnigheid uit die een paar minuten te waarderen valt. Daarna ziet men het publiek wegzinken in eigen gedachtengoed. Dat staat geheel los van de sekse van de dichters, daarin zal ik niet discrimineren. Het geheel werd aangekondigd door een man. Waarom wilde hij het voorwoord én het nawoord? Om te tonen hoe vrouwvriendelijk hij is of om alsnog de touwtjes in handen te houden door ze het podium te géven in plaats van het helemaal bij hun te laten?        
Wat ik lief vond is dat ze hem lieten begaan. Ze weten wel hoe graag wij onszelf horen spreken, ze weten hoe ontredderd we zijn als ze niet luisteren. Heel even, al is het maar voor de vorm.