Voedselbos

Volgens mij heb ik de afgelopen jaren zitten slapen, want de kreet 'voedselbos' heeft mij jarenlang niet bereikt. En plotseling staan de kranten er vol mee. Vol met enthousiastelingen die hun dagelijkse voedsel in een eigen voedselbos willen produceren. En dat in het Hollandse klimaat, waar naar mijn weten in de wintermaanden in de buitenlucht niet zo heel erg veel groeit. De hippe initiatiefnemers willen de opbrengst ook nog verkopen aan restaurants en winkels. Dat lijkt mij een flinke uitdaging.

Maar zonder het te weten is de familie Bombeld ook eigenaar van een heus en uiterst hip voedselbos. In onze tuin staan een stuk of tien appelbomen. En daar groeien ieder jaar heerlijke appels aan. Als u nu denkt dat dat in de herfst voor ons allen flink genieten is wil ik u direct even confronteren met de jaarlijkse realiteit. De oudste appelbomen zijn hoogstammen. En die heerlijke appels zitten bijna allemaal helemaal bovenin. Het is dus een aardige klus om deze zonder kneuzingen in handen te krijgen. Even een appeltje plukken betekent in praktijk eerst sjouwen met een lange ladder en vervolgens goudrenetten plukken met een lange stok met een vangnetje. Maar bij de heerlijk frisse handappels op laagstammen is het helemaal een drama. Nog voor de appels goed rijp zijn slaan de vogels al toe. Vooral Vlaamse gaaien zijn grote boosdoeners. Deze beesten zijn zó snel, dat we van een boordevolle boom jaarlijks nog geen drie goede appels overhouden.

En ook onze walnotenboom levert nog niet veel op. In een van de perken kwam ik een paar jaar geleden een flinke spriet tegen. Mevrouw Bombeld herkende het als een beginnende walnotenboom, die vervolgens een prachtig plekje in de zon heeft gekregen. Na zo'n vijf jaar is de stam inmiddels zo dik als mijn vinger en de grootste takken hebben de omvang van een potlood. De groei gaat tergend langzaam, een walnoot hebben we nog nooit aan deze boom gezien, en dat zal naar onze verwachting ook de komende vijf jaar nog niet gebeuren.

De druivenstruik die zich in een periode van tien jaar tegen de zijmuur heeft genesteld hebben we twee jaar geleden verwijderd. De plant had last van jaarlijks terugkerende meeldauw. De opvolger groeit gestaag, maar de druiven laten nog even op zich wachten. En afgelopen zaterdag hebben we in het tuincentrum -heel optimistisch- een heuse kersenboom gekocht. Nu nog een dun geval, maar hopelijk over een jaar of vijf een kleine boom. En dan graag snel met heel veel vruchten.
In onze vruchtentuin in Warnsveld hobbelen we, tergend langzaam, van uitdaging naar uitdaging. Ik heb dan ook geen idee hoe die hipsters dat met al die nieuwe voedselbossen in de steden sneller denken te kunnen regelen.