ESSO

De man die met een Facel Vega de straat inreed was een kennis van mijn vader. Het was een Franse sportauto die duurder was dan een Rolls Royce en erg hard reed. In Nederland zag je ze bijna niet rijden. De kennis heette Janus Breiding, die na de dood van een excentrieke tante erg rijk bleek te zijn – hij was tot zijn verbazing haar enige erfgenaam en hoefde niet meer op een pietepeuterige manier aan geld te denken. Deze wending in zijn leven had veel verschillende gevolgen die zichtbaar en onzichtbaar waren. Tot de zichtbare behoorden zijn auto's. Hij had altijd in een armoedig volkswagentje gereden en keek nu naar een Jaguar of een Rolls Royce. Die bleken te gewoon, hij werd op de Facel Vega geattendeerd. In dezelfde tijd kreeg je een dichtbundel cadeau als je bij Esso tankte. In 1960 kwam hij bij me met de zesde bloemlezing van de Dichters Omnibus. Uitgegeven door uitgeverij Stols en betaald door Esso Nederland N.V. Het waren 37 gedichten van verschillende dichters. De verantwoording van de uitgeverij eindigt als volgt: 'Niet te ontkennen valt het feit, en wij vermelden het gaarne, dat de Dichters Omnibus een belangrijke schakel vormt tussen de poëzie en het Nederlandse publiek. De noodzaak om de oplage van deze zesde bundel met 1000 exemplaren te vergroten tot 17.000 vormt daarvan een overtuigend bewijs.'
Ik ging bij hem in de Facel Vega zitten en hij liet me zien welk gedicht hij als beste had uitgekozen. Ik vroeg hem waarom er altijd strijd moest zijn. Hij citeerde een uitspraak van een Griekse filosoof die leefde in de vijfde eeuw voor Christus: Strijd is de vader van alle dingen. Daarna las hij het gedicht van Gerard Den Brabander voor.

ALLEEN

Alleen, met om mijn witte handen
en om mijn leeg, bestorven glas,
een wesp, die niet weet waar te landen:
geluk ligt nimmer waterpas.
Een wesp, een glas, een perk vol bloemen
en in de zon een eenzaam hart.
Men kan het haast geen leven noemen …
Men zwijgt, en sukkelt met zijn smart.

Ik was het met hem eens dat het een goed gedicht was, maar vroeg de bundel te leen om mijn eigen keuze te maken. Bovendien wilde ik graag een keer rijden in de Facel Vega. Dat vond hij goed, maar niet harder dan honderdtachtig.
Daar heb ik me aan gehouden.