Uitrol 5G zet gemeenten buitenspel

Een wijziging van de Telecomwet dwingt gemeenten om binnenkort mee te werken aan de uitrol van het 5G-netwerk zonder dat ze daar veel invloed op hebben.

5G is de opvolger van het 4G-netwerk waar telecomproviders momenteel gebruik van maken. 5G verschilt echter van eerdere netwerkgeneraties (de G staat voor 'generatie') doordat de dichtheid aan antennes spectaculair toeneemt. Voor een goede werking is maar liefst per 50 strekkende meter een nieuwe antenne nodig. Dat zijn weliswaar kleine kastjes die laag kunnen worden opgehangen en die per kastje minder straling afgeven, maar het resultaat is dat letterlijk op vrijwel elke lantaarn, elk verkeerslicht en elk bushokje een zender komt te hangen.

De vraag of wij dit allemaal willen, wordt helaas niet gesteld. De voorstanders, het Ministerie van Economische Zaken voorop, beloven een revolutionaire verbetering van de snelheid van het internet en een veelvoud van gebruiksmogelijkheden. Goed voor de innovatie in het bedrijfsleven en dus voor de economie. Maar er zijn ook veel onduidelijkheden: over de gezondheidseffecten van al die straling en over de (staats)veiligheid van de (deels Chinese) apparatuur en over het vermoedelijk gigantische energieverbruik van het totale netwerk.

Het lijkt er op dat de Rijksoverheid te gretig toehapt op deze worst en te weinig kritisch is over de mogelijke gevolgen. Gemeenten hebben de taak om te hoeden over het welzijn van hun inwoners. Maar in het wetsontwerp is geen ruimte voor gemeenten om burgers daarover te consulteren en geen maatregelen om zelf het stralingsniveau in de gaten te houden.

Maar er is nog iets anders wat ons zorgen baart. Gemeenten hebben volgens de gewijzigde Telecomwet nauwelijks invloed op de uitrol van dit netwerk. Maar zij zijn wel verantwoordelijk voor de gevolgen. De plaatsing is in die nieuwe wet namelijk vergunningsvrij verklaard voor zover de antennemasten lager dan 5 m blijven. Telecomproviders kunnen dus met elke huizenbezitter afspraken maken over de plaatsing van een kastje, zonder dat de gemeente daar iets over kan zeggen. Alleen antennes op monumenten zijn nog vergunningplichtig.

Bovendien verplicht het wetsvoorstel lokale overheden om hun publieke infrastructuur (waaronder lichtmasten, verkeersregelinstallaties, bushokjes e.d.) en andere objecten zoals openbare gebouwen beschikbaar te stellen voor de antennekastjes en andere, daarmee samenhangende, apparatuur. Gemeenten kunnen de providers de plaatsing van de kastjes dus niet weigeren en er ook geen voorwaarden aan stellen. Mochten ze dat wel doen, dan worden ze waarschijnlijk door de providers geconfronteerd met ellenlange juridische procedures.
Eisen stellen aan de antennes kan een gemeente dus niet, maar omgekeerd kan het uitvoeren van onderhoud alleen in overleg met de providers.

Dat kost de gemeenten extra tijd, geld en inzet van ambtelijke uren. Sterker nog, als de gemeente de stroom wil uitschakelen om bijvoorbeeld een nieuwe lamp in te draaien of een verkeerslicht te vervangen, kan de provider de gemeente aansprakelijk stellen voor de uitval van het netwerk. De zendkastjes hebben immers continu stroom nodig.

Het lijkt er dus op dat de telecomproviders bij de uitrol van het 5G-netwerk wel heel veel macht in handen krijgen. De gemeenten hebben straks nauwelijks meer iets te zeggen over de plaatsing maar draaien wel op voor de kosten bij het onderhoud en de administratieve lasten. Alle reden om tegen deze wetswijziging in verzet te komen.

Dolf Logemann
Raadslid GroenLinks Zutphen