Vrijwlliger Joop Arends: “Wanneer ik later zo ver ben, hoop ik dat mensen mij ook helpen.” Foto Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau
Vrijwlliger Joop Arends: “Wanneer ik later zo ver ben, hoop ik dat mensen mij ook helpen.” Foto Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau

'Dit werk gaat om aandacht'

"De meeste vrijwilligers hebben zelf iets meegemaakt voordat ze zich bij ons aanmelden", vertelt coördinator Joke Sieverink. Dat geldt ook voor Joop Arends. Zijn moeder overleed toen hij zeventien was. Omdat hij in een internaat zat, was hij daar niet bij. "Ik heb toen veel gemist. De dood werd ook zoveel mogelijk uit huis gehouden." Voor hem reden voor mensen in de laatste levensfase te zorgen. In augustus 2013 meldde hij zich bij Noaberhulp.

Joop begon zijn carrière bij een bank, maar toen hij voor een knieoperatie in een ziekenhuis werd opgenomen, ontdekte hij de zorg. Na zijn herstel hakte hij voor zichzelf de knoop door, nam ontslag en begon aan de opleiding voor verpleegkundige. Hij bleef zeventien jaar in de verpleging op neurologie, maar toen hij dat fysiek niet meer kon, stapte hij over naar een baan bij de sociale dienst, waar hij eveneens zeventien jaar werkte. "Toen ik daar stopte, wilde ik 'leuk' vrijwilligerswerk doen", vertelt hij. In het ziekenhuis verzorgde en begeleidde hij ook veel mensen tot het laatst en via Noaberhulp kan hij er nu opnieuw zijn voor mensen in deze laatste fase. "Zodat ze in vrede kunnen gaan. Dit werk gaat om aandacht. Samen naar muziek luisteren, al of niet praten… De inzetten zijn heel verschillend. Soms vindt de cliënt het prettig dat je er bent, soms wil de zieke alleen zijn of ligt hij te slapen. Zelf probeer ik altijd wakker te blijven. Ik neem boeken of de iPad mee. Op momenten dat ik niets voor de cliënt kan doen, zit ik te studeren of kijk ik op internet. Bij de maandelijkse bijeenkomsten van Noaberhulp worden weleens boeken besproken, die ik tijdens mijn inzet lees. En het kan ook maar zo zijn dat juist de mantelzorger zijn verhaal kwijt wil en dan zitten we tot diep in de nacht te praten."

Zonder oordeel
Joop is één nacht of twee dagdelen per week inzetbaar voor Noaberhulp. "Het zijn hoofdzakelijk nachtdiensten. Afgelopen jaar was dat zo'n vijftien keer", rekent hij uit. Voordat hij werd ingezet door Noaberhulp kreeg hij, net als elke vrijwilliger, een opleiding. "Een preklinische periode van tien weken voordat je wordt losgelaten", noemt hij het. Na die periode evalueren de stichting en de vrijwilliger of ze samen verder willen. Joop aarzelde geen moment. "Ik heb gezien hoe het is om eenzaam te zijn. Ik probeer het mensen zo comfortabel mogelijk te maken. Als het kan, ga ik voor een nachtinzet 's middags al langs om kennis te maken." Zonder oordeel over hoe andere mensen leven of denken, met respect voor ieders geloof en opvattingen, treedt hij elke inzet tegemoet. "Wanneer ik later zo ver ben, hoop ik dat mensen mij ook helpen."