Vrijwilliger Adrie Koning: “Je probeert waar mogelijk verlichting te brengen.” Foto: Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau
Vrijwilliger Adrie Koning: “Je probeert waar mogelijk verlichting te brengen.” Foto: Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau

'Het credo is: er zijn'

Toen Adrie Koning met 62 jaar en 7 maanden met de VUT ging, wilde ze graag nog wat blijven doen. In de plaatselijke krant las ze over Noaberhulp en wist ze meteen: "Dit staat er voor mij."

Ze had het vaak gezien in haar werk als maatschappelijk werker en WMO-consulente: mensen die hun hele leven in hetzelfde huis woonden. Moeten zij dan nog naar een bejaardencentrum of een hospice in hun laatste levensfase? Adrie wil graag meehelpen het iedereen die dat wil mogelijk te maken thuis te sterven. Het verhaal over Noaberhulp in de Berkelbode kwam voor haar op precies het goede moment. "Toen ik met de VUT ging, dacht ik niet: 'Dit is het.' Ik wilde er voor mezelf iets uithalen. Misschien ben ik een beetje idealistisch, maar ik krijg pensioen en AOW en op deze manier kan ik tenminste iets terugdoen."

Voor de cliënt en de
mantelzorgers

Ze volgde de opleiding van Noaberhulp ruim vijf jaar geleden en is sindsdien inzetbaar. "Ik wil mensen graag bijstaan tot het laatst. Het is heel mooi dat zij in staat worden gesteld thuis te overlijden. Via een huisarts of de thuiszorg komen zij bij ons terecht, de coördinator zorgt voor een zo goed mogelijke match tussen cliënt en vrijwilliger. Onze hulp is heel wisselend, elke situatie is anders. Mijn werktijden zijn van 23 tot 7 uur.

'Ik ben anders

naar de dood

gaan kijken'

Ik zorg dat iemand zo comfortabel mogelijk ligt. Sommige cliënten zijn alleen en vinden het een geruststelling dat je er bent. Je moet doen wat je hart je ingeeft, het credo is 'er zijn'. Je bent er niet alleen voor de cliënt, maar ook voor de mantelzorgers. Als die overdag voor iemand zorgen, hebben ze de nacht nodig om bij te tanken."

Adrie wil ze dan ook tijdens haar dienst zo min mogelijk storen. "Ze hebben vaak een enorme inzet en doen zoveel mogelijk zelf. Als men hoort dat iemand terminaal is, kijken ze dat eerst zelf nog even aan, maar als het vervolgens lang duurt lopen zij uiteindelijk op hun tandvlees. Ook al slaapt iemand de hele nacht, dan ben ik er dus toch niet voor niets geweest. Ik bedank mensen altijd dat ik bij hen mag binnenkomen, dat ze je het vertrouwen geven om voor hun dierbare te zorgen."

Niet eng
Zelf kan Adrie met haar ervaringen en vragen terecht bij haar collega's tijdens de maandelijkse bijeenkomsten van Noaberhulp. "Aan anderen leg ik nog wel eens uit dat het werk niet eng is. Aan de dood willen we liever niet denken, maar ik ben er door dit werk anders naar gaan kijken. Het hoort meer bij het leven en je probeert daar waar mogelijk verlichting te brengen."