Vrijwilliger Jeannette Bekkers: “Het werk is heel wisselend.” Foto: Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau)
Vrijwilliger Jeannette Bekkers: “Het werk is heel wisselend.” Foto: Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau)

'Oog hebben voor wat nodig is, is het belangrijkste'

Jeannette Bekkers is al zestien jaar vrijwilliger bij stichting Noaberhulp Zutphen. Nadat ze zelf ziek werd, zette ze de stap om zich aan te melden. Zwaar? Dat vindt ze niet. "Het gaat er om dat je oog hebt voor wat nodig is."

"Als ik nog de tijd van leven heb, wat zou ik dan nog willen doen?" vroeg Jeannette Bekkers zich af voordat ze geopereerd werd aan een hersenvliestumor. "Het eerste dat na de operatie in me opkwam was Noaberhulp." Dat was in 2001. Na haar herstel belde ze meteen de coördinator. Sindsdien staat ze klaar voor mensen die thuis willen sterven. "Zodat de mantelzorger zelf niet overbelast raakt."

Goed doen
In tegenstelling tot veel andere vrijwilligers van Noaberhulp kwam Jeannette niet uit de zorg. Daarom meldde ze zich ook aan als vrijwilliger bij het hospice, waar ze zes jaar lang ervaring op deed. "Want als ik iets doe, wil ik het graag goed doen." In het hospice werkte ze vaste dagdelen volgens een rooster en doordat ze meeliep met een verpleegkundige leerde ze heel erg veel. Ze volgde ook de cursus van Noaberhulp en alle cursussen van de overkoepelende organisatie VPTZ en dan zijn daar nog de maandelijkse vrijwilligersbijeenkomsten waar ze ervaringen kunnen uitwisselen of thema's uitdiepen. Hierdoor staat Jeannette sterk in haar schoenen als ze voor Noaberhulp werkt, waarvoor ze altijd in haar eentje op pad gaat. "Ik werk overdag, zo'n inzet duurt maximaal vier uur."

'Als ik iets doe,

wil ik het graag

goed doen'

Inzetten overdag zijn er niet zoveel, voor Jeannette afgelopen jaar drie. "Vaak word ik op het laatste moment gevraagd en dan blijft het ook bij één keer. De mensen om de cliënt heen zijn op dat moment zo moe, dat de zorg hen teveel wordt. Er is minder vraag naar hulp overdag, maar als de groep rondom een cliënt niet zo groot is om op terug te vallen, is het fijn dat Noaberhulp er is. Als ik er ben, kan een partner even zelf iets doen."

Ze zorgt voor de cliënt, biedt onder meer iets te drinken aan en voert waardevolle gesprekken, ook met de mantelzorger. "Soms wil iemand echt zijn verhaal kwijt. Niet iedereen wil alles met zijn partner bespreken. Het werk kan heel wisselend zijn; ik heb ook wel eens een spelletje gedaan met een mevrouw. Altijd is het weer spannend om naar een nieuwe cliënt te gaan. Het enige wat je mee kunt nemen, ben jezelf. Ik tast telkens af wat mijn taak kan zijn. Je moet oog hebben voor wat nodig is, dat is wel het belangrijkste – daar vloeit de rest uit voort."