Navelpluis

Doelloos drentelend door bruinrode steegjes, roepen de hobbelige straatjes herinneringen op aan een ander leven. Het jachtige leven van een mij totaal onbekende man, zo schijnt het me toe. Het moet in de kern dezelfde Willem zijn geweest die hier zo'n dertig jaar geleden met een geestdodende regelmaat naar het station fietste om zich als sardine in de trein te laten inblikken alvorens betaalde arbeid te verrichten. Het moet dezelfde Willem zijn geweest die kinderen met uitgeholde pompoenen naar een wee riekende school bracht en daarmee zijn aandeel in het gezinsleven wel op orde dacht te hebben.
Het is hollen of stilstaan. Toen waren er te weinig uren in een dag, nu mag ik vrijuit drentelen, navelstaren en tijd vermorsen. Ik heb nog niet besloten wat me meer vreugde verschaft. Er schijnt een kunstenaar te bestaan die een trui breidde van zijn navelpluis. Als het een man in de kracht van zijn leven was, dan vind ik het een mooie daad van verzet. Stellingname tegen het haastige leven dat onontkoombaar lijkt, maar waar zo vele veertigers in verzuipen. Was het een oude man als ik, dan is er niets bijzonders aan. Ik denk ook dat niemand de trui dan zou willen dragen.

Om tijd te doden nam ik deel aan het Groot Zutphens Dictee en zag hoe jolige heren er een sport van maken om alle dictees in het land af te reizen. Men noemt ze dicteenomaden en ze komen van heinde en verre om te laten zien hoe goed ze schrijven kunnen. Competitiedrang flakkerde op in mijn stramme lichaam, vanuit een plekje achterin de zaal sloeg ik ze gade en waande mij superieur - ik schreef tenslotte voor Panorama - totdat ik mijn scores ontving.

In dat Bolwerck kon ik zomaar binnenlopen en stuitte op een expositie; Gedachtenmateriaal. Soms oogt beeldende kunst heel gemakkelijk, de kunstenaar bevestigt touwen en spullen aan een plafond of ijzeren rommel aan een grote witte muur. Vervolgens moet men voor elkaar zien te krijgen dat de beau monde er diepzinnig bij komt doen met een glas cava in de hand. Dat je dat voor elkaar krijgt met een roestig anker op een muur is overigens wèl een prestatie.
Tussen de strandjuttersspullen hingen ontroerende figuurtjes met gouden benen, een overdaad aan borsten en knellende sieraden. Was de ingesnoerde sensualiteit symbool voor het huwelijk of werd die link alleen in mijn verknipte brein gelegd? Wie zal het zeggen. De kunstenaar levert het materiaal, de waarnemer de gedachte.