Sensire-wijkverpleegkundige Jantien Reijlink: “We moeten mantelzorgers beschermen.” Foto: Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau
Sensire-wijkverpleegkundige Jantien Reijlink: “We moeten mantelzorgers beschermen.” Foto: Patrick van Gemert/Zutphens Persbureau

'We willen mensen laten sterven op de plek waar zij dat zelf willen'

"Dat je er bent, dat er iemand is die oog heeft voor de méns, niet alleen voor al zijn kwalen." Daar gaat terminale zorg om, vindt Sensire-wijkverpleegkundige Jantien Reijlink. Zij heeft zich gespecialiseerd in palliatieve terminale zorg. "De begeleiding van deze mensen staat bij mij hoog in het vaandel."

Haar werkplek bevindt zich in serviceflat De IJssel in Zutphen, maar ook daarbuiten verleent haar team de zorg. Om ongestoord te kunnen praten, zoekt ze een rustige plek in 'de huiskamer' van de IJsselflat, maar terwijl ze vertelt, rinkelt haar telefoon onophoudelijk. Het zijn collega's met vragen, patiënten en ook nabestaanden van mensen die ze heeft begeleid in de laatste levensfase. "Ik ken de meeste terminale patiënten goed, omdat we vaak al langer betrokken zijn bij de palliatieve zorg rondom hen", vertelt Jantien. "Dat laatste stukje deel ik met Noaberhulp." Daarmee doelt ze op de zorg vanaf het moment dat de artsen een terminaalverklaring afgeven met een levensverwachting van drie maanden. "In dat geval bespreek ik altijd de mogelijkheid om Noaberhulp in te schakelen. Binnen de wijkzorg leveren wij 24-uurs zorg, maar we zitten niet aan het bed. Noaberhulp werkt laagdrempelig en dat maakt de inzet makkelijker. De vrijwilligers zijn welwillend, denken mee, kijken naar wat nodig is en vragen wat ze voor de patiënt kunnen betekenen."

"We willen mensen de gelegenheid geven te sterven op de plek waar zij dat zelf willen, maar dat vraagt veel van het netwerk van de patiënt; de mantelzorgers, de partner, de kinderen. Als iemand thuis wil sterven, en dat wil bijna iedereen, is het frustrerend als hij toch op het laatste moment moet worden opgenomen."

'We hebben elkaar nodig'
Dankzij de inzet van Noaberhulp kunnen mensen wél thuis sterven, maar Jantien merkt in de praktijk hoe onbekend dat nog is. "Mensen schuiven alles rondom de dood weg en kennen Noaberhulp niet. Daarom stelt de zorg het voor; ik vind ook dat dat bij ons werk hoort. Als we al eerder zien dat het netwerk rondom een patiënt niet voldoende is, nodigen we Noaberhulp uit. Je haalt daarmee natuurlijk op een moeilijk moment mensen in je huis die je niet kent. Daarom is het fijn als je al eerder kunt kennismaken. Zelfs als mensen zeggen dat ze 'het zelf wel kunnen', leggen we toch uit wat het is. Je moet mantelzorgers namelijk ook beschermen, die kunnen de zorg niet altijd aan. Als het lang duurt, gaan ze over het randje; met risico op overbelasting. We moeten voorkomen dat het misgaat met hen, want dan heeft de patiënt niemand meer. Bij ons in de IJsselflat is zorg in huis, maar in de wijk is dat anders. Daarom ben ik blij dat Noaberhulp er is. We hebben elkaar nodig om die laatste zorg rond het bed te borgen."