Afbeelding
Foto:

Angst

Angst is een klein mannetje. Hij kan zomaar op mijn rug springen. Als een alpinist klauwt hij zijn vingertjes rond mijn ruggenwervel en blaast zijn kille adem in mijn nek.
"Nee," zeg ik "ga terug in je hoek." Bokkig schud ik hem los, met boze ogen houd ik hem gevangen in een hoek van de kamer. Dat is zijn plek, dichterbij mag hij niet komen.

Hij is sluw en vluchtig als lucht. Op onbewaakte ogenblikken adem ik hem in en nestelt hij zich rond mijn hart. Als een dronken masseur knijpt hij mijn hart uit ritme. Met een enorme zucht denk ik hem via mijn voeten naar buiten. Op dergelijke momenten heb ik mijn denken en willen nog onder controle, maar het kan ook anders.

Ik was op de afdeling chirurgie want mijn man werd geopereerd. De chirurg had gezegd dat de operatie vijf uur zou duren. Na zeven uur was ik nog niet gebeld en liep ik naar de balie om te vragen waar mijn man gebleven was. Ik stelde mij voor dat de vrouw op de computer zou kijken en zou zeggen: "Hé dat is gek, hij ligt in het mortuarium, meestal bellen ze je dan wel even."
In een hoekje van mijn brein wist ik dat zoiets niet achteloos gebeuren zou, maar mijn voorstelling was veel sterker dan mijn denkkracht. Zo sterk dat ik voor de balie door mijn knieën zakte en geen woord kon uitbrengen. Mijn vriendin nam het van me over en er bleek niets aan de hand.

Angst woont in mijn voorstellingen. Wanneer ik stil in bed lig en alle weerstand van mij geweken is, heeft het angstduveltje de meeste kans. Vechten tegen schrikwekkende voorstellingen én loslaten om in slaap te kunnen vallen gaat niet tegelijk. Wat ook niet tegelijk gaat is vertrouwen hebben en bang zijn, daarom denk ik dan: "Gewoon vertrouwen hebben Jo!" Maar ja, zo simpel werkt het zelden.

Mijn krachtigste middel is nieuwsgierigheid, dat heb ik altijd paraat. Ook al dringt de angst zich op, nieuwsgierigheid lokt mij de toekomst in.

Jolien Wilmar